Met zijn aftreden in 2013 creëerde Benedictus een unieke situatie in de kerkgeschiedenis: dat er in Rome zowel een regerend paus als een emeritus-paus vertoefde. Is het voorbeeld van de pas overleden ex-paus het navolgen waard? Nee, zo zeggen drie prominente stemmen in de katholieke Kerk opvallend eensgezind.
In een debat in Rome op dinsdagavond spraken het voormalige hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer en hoogleraar dogmatiek kardinaal Gerhard Müller, de kerkjurist kardinaal Gianfranco Ghirlanda s.j. en de historicus Andrea Riccardi zich duidelijk uit tegen een herhaling van het experiment van twee pausen. Zij gaven verschillende redenen en legden in hun argumenten verschillende accenten.
Müller wordt beschouwd als conservatief, Ghirlanda als een man van het midden en Riccardi als meer liberaal.
Ghirlanda, die zich de afgelopen jaren heeft onderscheiden als de naaste adviseur van paus Franciscus op het gebied van het kerkelijk recht en daarvoor van hem de titel van kardinaal heeft gekregen, klaagde dat het samenleven van Benedictus en Franciscus is geïnstrumentaliseerd door groepen die de zittende paus nooit hebben geaccepteerd. Daarom, zei hij, moet een aftreden de uitzondering zijn, en bij een volgend aftreden moeten er strenge regels zijn.
Riccardi, oprichter van de Gemeenschap van Sant’Egidio, zei dat de beslissing om af te treden typisch was voor Ratzinger, maar de uitvoering niet. De dubbelzinnigheden, zoals het dragen van een wit gewaad, hadden ertoe geleid dat hij werd gezien als een monarch in ballingschap, zei hij.
Kardinaal Müller, die in 2017 een fundamenteel werk publiceerde over de historische en theologische aspecten van het pausdom, gaf het meest uitgebreide betoog. Hij sprak het vermoeden uit dat Benedictus XVI zijn besluit om tien jaar geleden af te treden niet volledig heeft doordacht in termen van dogma en kerkelijk recht. De titel ‘emeritus-paus’ was “theologisch verkeerd”, aldus Müller.
Hij bekritiseerde ook de huidige ontwerp-kerkregels voor het ambt van een papa emeritus. De teksten, waaraan ook Ghirlanda heeft meegewerkt, lezen als een catalogus van gevangenisvoorwaarden voor een ex-paus, die dan in feite een gevangene in het Vaticaan zou zijn, zei hij.
Maar deze voorstellen zijn volgens Müller gedoemd te mislukken – niet vanwege de onbekwaamheid van de auteurs, maar omdat het naast elkaar bestaan van voormalige en huidige paus in strijd is met de essentie van het pausschap. Deze bestaat erin dat de paus garant staat voor de eenheid van alle bisschoppen en alle gelovigen. Alleen de regerende paus vertegenwoordigt de hele Kerk als haar zichtbare hoofd. Dat is volgens Müller niet te vergelijken met de rol van een koning of staatshoofd, noch met die van de hoofden van andere religieuze gemeenschappen.
Müller zei dat het aftreden van Benedictus in 2013 moet worden gerespecteerd, maar dat daaruit “geen rechtvaardiging voor het instellen van een regulier pauselijk aftreden om subjectieve redenen” kan worden afgeleid. Al was Benedictus een uitstekend theoloog, zijn besluit mag niet leiden tot een revolutie in de aard van het pausdom door aftreden.
Müller vervolgde: “Er kan altijd maar één paus zijn, die in zijn persoon het zichtbare beginsel en het fundament is van de eenheid en de sacramentele gemeenschap van alle plaatselijke kerken.” De ware nalatenschap van Joseph Ratzinger, zei hij, was niet de invoering van de nieuwe figuur van emeritus-paus, maar zijn totale theologische werk van meer dan 20.000 pagina’s, dat in de herinnering van de Kerk zal blijven, vergelijkbaar met dat van de kerkleraar Augustinus.