Op Goede Vrijdag wordt in kerken overal ter wereld een viering met kruisverering gehouden, waarbij gelovigen stilstaan bij het kruis en het lijden van Jezus. De geschiedenis van deze traditie begint met de ontdekking van het kruis waaraan Christus stierf in de vierde eeuw.
Het kruisvereringsritueel kan worden teruggevoerd tot de heilige Helena van Constantinopel, die in het begin van de vierde eeuw naar Jeruzalem reisde om de plaatsen van de passie van Christus terug te vinden. Ze hoopte daarbij in het bijzonder het kruis waaraan Hij was terechtgesteld te ontdekken.
De plaatsen waar Jezus was berecht, veroordeeld en gekruisigd waren veelal door de Romeinen met de grond gelijkgemaakt. De heilige Helena hoopte dat de plaatselijke bewoners haar meer konden vertellen over de vindplaats van het kruis. Zij zeiden haar dat als ze Jezus’ graf kon vinden, ze ook het kruis zou vinden.
De Joden hadden namelijk de gewoonte om vlakbij de rustplaats van een misdadiger al diens bezittingen in een kuil te stoppen, ook de marteltuigen waarmee hij was gedood. Helena gaf daarop het bevel tot massale opgravingen rondom de stad – waardoor ze later ook is uitgeroepen tot patroonheilige van de archeologen.
Jezus werd met twee misdadigers gekruisigd en er werden dan ook drie kruizen opgegraven. Om vast te stellen welk van de drie het ware kruis van Christus was, brachten Helena en haar metgezellen de kruizen naar een heilige vrouw die op sterven lag. Ze raakten de vrouw met elk van de kruizen aan.
De derde aanraking deed de stervende vrouw weer kerngezond opspringen – het ware kruis was gevonden. Helena nam een deel van het kruis mee naar Constantinopel en liet een deel achter in Jeruzalem. In de eeuwen daarna zouden steeds meer splinters en fragmenten van het kruis over alle windrichtingen verspreid raken.
Tegelijkertijd verspreidde ook de traditie van de kruisverering zich door de wereldkerk en ontwikkelde zich gaandeweg het ritueel zoals dat tegenwoordig bekend is. Volgens de liturgische voorschriften is het de bedoeling dat tijdens de plechtigheid op Goede Vrijdag iedere individuele gelovige in de kerk naar voren kan komen om het kruis op een passende manier te vereren.
Tegenwoordig lopen mensen naar voren om dat te doen, maar in de middeleeuwen was het lange tijd populair om op je knieën naar het kruis te kruipen om het te vereren.
Van de Franse koning Lodewijk IX – die vanwege zijn heiligverklaring door paus Bonifatius VIII in 1297 ook wel ‘Lodewijk de Heilige’ genoemd wordt – is bekend dat hij aan dat gebruik deelnam. Op Goede Vrijdagen zou hij niet alleen op zijn knieën naar het kruis kruipen, maar deed hij dat ook nog eens blootsvoets, zonder kroon en gekleed in een haren hemd. Zijn kinderen deden hetzelfde.
Het gebruik om het kruis kruipend te vereren zou uiteindelijk in de zestiende eeuw verdwijnen, mede onder invloed van het oprukkende protestantisme.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.