<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Achtergrond

Verbrande briefjes en een telefoonverbod: zo gaat een conclaaf in zijn werk

Luuk van den Einden 25 april 2025
image
Kardinalen treden de Sixtijnse Kapel binnen aan het begin van het conclaaf van 2013. Foto: CNS - L'Osservatore Romano via Reuters

De kieskardinalen trekken binnenkort de deuren van de Sixtijnse Kapel achter zich dicht om paus Franciscus’ opvolger te kiezen. Over de inhoud zwijgen de deelnemers als het graf, maar over de rituelen en gebruiken rond een conclaaf is gelukkig wel veel bekend.

Rond een conclaaf hangt altijd een mysterieuze sfeer. Vreemd is dat allerminst. Een strikt geheime vergadering, aloude rituelen en een beslissing die letterlijk van wereldbelang is: voor de moderne wereld zijn weinig gebeurtenissen zo filmisch als de procedure rond de keuze van een nieuwe paus. Het is dan ook niet gek dat een film als Conclave zulke hoge ogen gooit.

Niemand mag thuisblijven

Toch is er meer bekend over wat er achter de deuren van de Sixtijnse Kapel gebeurt dan veel mensen denken. Dat doet weinig af aan het mysterie – wat de kieskardinalen bespreken, welke namen ze opperen en verwerpen nemen ze mee hun graf in – maar helpt zelfs om het geheel nog spannender te maken voor ons buitenstaanders.

Volgens de regels van de Kerk moet een conclaaf tussen de vijftiende en twintigste dag na het overlijden van de vorige paus beginnen. Dan is ook de novemdiale, de rouwperiode na de uitvaart van de paus, afgelopen. Alle kardinalen jonger dan tachtig jaar zijn niet alleen stemgerechtigd, maar ook stemplichtig: niemand mag thuisblijven, tenzij hij ziek is of een andere goede reden heeft om het conclaaf te missen.

Te laat

Tegenwoordig kunnen kardinalen uit alle windstreken met het vliegtuig binnen een mum van tijd in Rome zijn. Vroeger was dat wel anders, wat nog wel eens pijnlijke situaties opleverde. In 1878 arriveerde de Amerikaanse kardinaal John McCloskey vijf dagen na het begin van het conclaaf – en drie dagen nadat zijn collega’s Leo XIII tot paus hadden gekozen.

Ook bij de conclaven van 1914 en 1922 bleven plekken leeg. Kardinaal William Henry O’Connell uit Boston miste zelfs beide conclaven: hij had daarover zozeer de pest in dat hij de paus vroeg om kardinalen meer tijd te geven om na de dood van een paus naar Rome te reizen. En met succes: in 1939 kon O’Connell eindelijk aan een conclaaf deelnemen.

Uitermate democratisch

Het conclaaf begint altijd met een Mis waarin de Heilige Geest wordt gevraagd om het keuzeproces te begeleiden. Daarna beginnen de stemrondes. Elke kieskardinaal krijgt een papiertje waarop hij de naam van zijn beoogde pausopvolger schrijft. Vervolgens deponeert hij zijn briefje in een miskelk op het altaar voor Het laatste oordeel, een beroemd fresco van Michelangelo.

“Radio’s, televisies en telefoons zijn gedurende het conclaaf verbannen.”

Als het gaat om het kiezen van de nieuwe paus, is de rooms-katholieke Kerk uitermate democratisch. Een kandidaat wordt namelijk paus wanneer hij twee derde van de stemmen krijgt.

De kans dat er na één stemronde al overeenstemming over de nieuwe paus is, is minimaal. Daarom kunnen er iedere dag vier rondes plaatsvinden, twee ’s ochtends en twee ’s middags, met tussendoor tijd voor gebed. Om de drie dagen wordt een dag voor bezinning gehouden, waarbij niet gestemd wordt. De briefjes worden na elke stemronde verbrand: hun overblijfselen vormen de befaamde zwarte rook die de buitenwacht laat weten dat er nog geen nieuwe paus is.

Op water en brood

Een conclaaf kan heel snel voorbij zijn: in 1939 waren slechts drie stemrondes binnen twee dagen nodig om Eugenio Pacelli (beter bekend als Pius XII) als nieuwe paus te laten bovendrijven. Het conclaaf van 1503 spant de kroon: toen was de keuze zelfs al na tien uur gemaakt.

image
Uitzinnige gelovigen wanneer in 2013 witte rook uit de schoorsteen van de Sixtijnse Kapel kringelt. Foto: CNS - Kevin Coombs, Reuters

Maar het andere uiterste heeft de Kerk in haar geschiedenis ook meegemaakt. De langste pausverkiezing ooit duurde maar liefst drie jaar. De kardinalen die in 1268 samenkwamen om de opvolger van Clemens IV te kiezen, waren naast collega’s ook politieke rivalen en maakten zo veel ruzie dat er nooit een nieuwe paus leek te komen.

Zelfs toen ze op water en brood werden gezet om het proces te bespoedigen, duurde het alsnog een jaar tot ze de man kozen die zich Gregorius X ging noemen. Om herhaling van het rampzalige proces van 1268-1271 te voorkomen schreef Gregorius de bul Ubi periculum, waarin regels stonden die de basis vormden voor alle conclaven sindsdien.

Spionagemiddelen

Geheimhouding en afscheiding zijn daar belangrijke elementen van. Het woord conclaaf komt ook van het Latijnse cum clave, oftewel ‘achter slot en grendel’. Zo moet voorkomen worden dat invloeden van buiten een rol spelen bij de keuze voor de nieuwe paus.

De deelnemende kardinalen verbleven tot en met het conclaaf van 1978 in krappe monnikencellen in het apostolisch paleis, maar tegenwoordig overnachten ze in het Domus Sanctae Marthae, het gastenverblijf van het Vaticaan. Radio’s, televisies en telefoons zijn gedurende het conclaaf verbannen uit het Domus.

In februari 1996 bracht paus Johannes Paulus II de conclaafregels bij de tijd in de apostolische constitutie Universi Dominici Gregis. Daarin bepaalde hij dat contact met de buitenwereld door “draadloze telefoonapparatuur of opnameapparaten” ten strengste verboden is. Ook moeten de ruimtes die tijdens een conclaaf gebruikt worden op spionagemiddelen worden doorzocht.

Witte rook

Wanneer de kardinalen een nieuwe pauskandidaat gekozen hebben, wordt een chemisch middel aan de zwarte rook toegevoegd, zodat de bekende witte rook ontstaat. De beoogde opvolger wordt op rituele wijze gevraagd of hij het pausschap aanneemt en welke naam hij voor zichzelf kiest.

https://www.kn.nl/franciscus/

Daarna trekt de nieuwe paus naar het balkon van de Sint-Pietersbasiliek. Het beroemde “habemus papam” (we hebben een paus) klinkt, en de nieuwe paus stelt zich aan de wereld voor…

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.