Het hele jaar door, maar in het bijzonder in de Veertigdagentijd en de Advent worden gelovigen opgeroepen om het sacrament van boete en verzoening te ontvangen; te gaan biechten dus. Voor wie niet zo bekend (meer) is met dit sacrament, vijf weetjes over de biecht.
Als we om ons heen kijken, zien we overal om ons heen het kwaad en het lijden aan het werk: online, maar ook offline in onze gemeenschappen, in onze families en zelfs als we in de spiegel kijken. Dan kan het moeilijk zijn om te geloven dat Christus tweeduizend jaar geleden kwam om onze wereld te genezen. We zien er bepaald niet verlost uit.
De spanning tussen zonde en verzoening vormt echter het hart van de missie van de katholieke Kerk. Christus droeg zijn apostelen op om “berouw en vergeving van zonden” te onderwijzen en Hij zond hen uit om dienaars van Gods barmhartigheid te zijn. Dit wordt vandaag de dag voortgezet in het sacrament van boete en verzoening, ofwel de biecht.
Hier zijn vijf dingen die je misschien nog niet weet, andere die je wellicht ooit hebt geleerd maar bent vergeten, en inspiratie om je opnieuw toe te leggen op het zoeken naar een nauwere vriendschap met God door middel van berouw en het bestrijden van de zonde, waar die in je leven ook wordt aangetroffen.
Jezus stelde het sacrament van boete en verzoening in toen Hij in de paasnacht aan de apostelen verscheen. In het Evangelie van Johannes blaast Jezus over de apostelen en zegt tegen hen: “Ontvang de heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven” (Joh. 20,22-23).
Het sacrament van boete en verzoening zag er in de vroege Kerk heel anders uit dan nu. In de geschriften van Paulus (zie bijvoorbeeld 1 Kor. 5,3-5 of 2 Kor. 2,7-11) zien we de rol van de apostelen in het verbannen van zondaars en hen daarna verzoenen met de gemeenschap. Het lijkt er ook op dat er aanvankelijk een gewoonte was om zonden in het openbaar te belijden, maar daar lijkt al vroeg een einde aan te zijn gekomen. Tegen de vijfde eeuw ontmoedigden kerkleiders deze praktijk actief.
In sommige streken was het gebruikelijk dat mensen die zich schuldig hadden gemaakt aan ernstige zonden (zoals afvalligheid, overspel of moord) werden ingeschreven als ‘openbare boetelingen’, wat betekende dat ze zich kleedden in zak en as en voorgeschreven boetedoeningen en het geven van aalmoezen uitvoerden. Op de donderdag voor Pasen werden ze dan in het openbaar verzoend met de Kerk.
“Verzoening en boete zijn twee verschillende aspecten van het sacrament”
We hebben het aan de Ierse monniken te danken dat er een aantal vernieuwingen zijn doorgevoerd in het opbiechten van de zonden. Die vernieuwingen hebben geleid tot het sacrament van boete en verzoening zoals we dat vandaag de dag kennen.
Ze formaliseerden de praktijk van het biechten van zonden onder vier ogen bij een priester en onder geheimhouding. Ook werd de absolutie verleend voordat de boetedoening plaatsvond, meestal eveneens onder vier ogen. Deze Keltische praktijk van onmiddellijke absolutie werd erg populair en werd door de missionaire inspanningen van de Ierse monniken over heel Europa verspreid.
Tijdens de middeleeuwen erkenden theologen allemaal dat boetedoening een sacrament van de Kerk was, maar ze waren het oneens over detailkwesties zoals of vergeving tot stand kwam door de genade van het verdriet van de persoon zelf, of door de genade van de absolutie van de priester. Thomas van Aquino, die scholastieke termen gebruikte, definieerde de “materie” van het sacrament als het verdriet van de boeteling en de “vorm” als de absolutie van de priester.
Het tweede Concilie van Lyon in 1274 definieerde boetedoening formeel als een sacrament. Maar het was het Concilie van Trente, halverwege de zestiende eeuw, dat echt uitgebreide verduidelijkingen aanbracht over het sacrament. Het wijdde zo’n negen hoofdstukken en vijftien canons aan zonde en boete. Het Tweede Vaticaans Concilie stond ook stil bij het sacrament en benadrukte de helende aard ervan.
Verzoening en boete zijn twee verschillende aspecten van het sacrament. Verzoening verwijst in de eerste plaats naar het proces waarbij iemand die ernstig zondigt terugkeert naar de volledige gemeenschap van de Kerk door biecht en absolutie.
Boetedoening verwijst naar het proces waarbij iemand die schuldig is aan minder ernstige zonden en die de gemeenschap met de Kerk niet heeft verbroken door doodzonde, zijn of haar leven in de Kerk voortzet door geestelijke groei en bekering via de sacramentele biecht. Dit onderscheid tussen boete en verzoening dient ook om mensen te oriënteren als ze zich voorbereiden op het sacrament. De Catechismus verwijst er dan ook naar als het “sacrament van vergeving” en het “sacrament van bekering” (no. 1423-1424). (Vertaling: Susanne Kurstjens)
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.