Van Mieke tot Ria en van Jean-Marie tot Myriam: we kennen een eindeloos aantal variaties op de naam van Jezus’ moeder. Waar komen de gebruiken rond het gebruik van Maria’s naam eigenlijk vandaan?
In het Aramees, haar eigen moedertaal, heette ze Maryam. In het Grieks, de taal waarin het Nieuwe Testament is geschreven, werd dat Maria of Mariam. Daaruit hebben wij in het Nederlands een gigantische hoeveelheid roepnamen weten te distilleren, die soms zoveel linguïstische evoluties hebben doorgemaakt dat ze op het eerste oog niets meer met hun oorsprong te maken hebben, zoals Jet en Machteld.
Over wat de namen Maryam en Maria betekenen, zijn taalwetenschappers het niet met elkaar eens. Al in de oudheid probeerden schrijvers en geschiedkundigen de taalkundige wortels van haar naam op te graven. In de vierde eeuw opperde de heilige Hiëronymus van Stridon, de kerkvader die ook de Bijbel in de Latijnse spreektaal vertaalde, dat haar naam ‘druppel van de zee’ betekent, stilla maris in het Latijn.
Daar zou ook – onbedoeld – een van Maria’s beroemdste ‘bijnamen’ uit voortkomen: een onzorgvuldige monnik heeft mogelijk bij het kopiëren van een handschrift van Hiëronymus een fout gemaakt en stella maris opgeschreven – wat ‘sterre der zee’ betekent.
Latere linguïsten dachten dat de naam Maryam een Egyptische oorsprong heeft en ‘geliefde’ betekent. Ook verschillende Hebreeuwse woorden zouden aan de basis van de naam kunnen liggen, die dan ‘bitter’ of ‘rebels’ zou kunnen betekenen. Niet erg toepasselijk voor de vrouw die zich met de woorden “mij geschiede naar Uw woord” naar Gods wil schikte, maar what’s in a name?
Zoals de devotie tot Maria pas na een paar eeuwen op gang kwam, heeft het waarschijnlijk ook een lange tijd geduurd voor mensen hun baby’s naar haar begonnen te vernoemen. In de laatste eeuwen van het Romeinse Rijk en de vroege middeleeuwen zijn bijna geen Maria’s te vinden, maar vanaf de twaalfde eeuw neemt het voorkomen van de naam een grote vlucht.
In die periode waren Marialegendes mateloos populair en kwam er ook steeds meer aandacht voor haar rol als ‘tussenpersoon’ tussen gelovigen en haar Zoon. Aangezien geschiedschrijvers vroeger vooral interesse hadden in machtige mensen, zijn de meeste bekende Maria’s uit die tijd koninginnen en andere edelvrouwen.
Een fictieve middeleeuwse Maria weet ons te vertellen waarom mensen in die tijd hun dochters naar de moeder van Jezus vernoemden. Mariken van Nieumeghen, de hoofdpersoon van het gelijknamige mirakelspel dat rond 1515 werd geschreven, wordt in het verhaal door de duivel uit de problemen geholpen.
“In de oudheid en de vroege middeleeuwen zijn bijna geen Maria’s te vinden, maar vanaf de twaalfde eeuw neemt het voorkomen van de naam een grote vlucht.”Tweet dit!
Wanneer ze besluit de duivel te volgen, vraagt hij haar nooit meer een kruisteken te maken en een andere naam te kiezen, omdat hij en zijn gezelschap “door een zekere Maria” zoveel narigheid hebben meegemaakt dat ze die naam en alle afgeleide vormen niet meer kunnen pruimen. Met het eerste verzoek van de duivel heeft Mariken geen probleem, maar haar naam wil ze houden; dat ze naar Maria vernoemd is, biedt haar “troost en hoop”, zegt ze.
Vanaf de negentiende eeuw worden Mariale namen steeds prominenter in Nederland. Hoewel het lastig is om te zeggen of namentrends beïnvloed worden door (kerk)politieke ontwikkelingen, is er hoe dan ook een merkwaardig verband te ontdekken tussen de opkomst van de katholieke emancipatiebeweging in de negentiende eeuw en het voorkomen van Maria’s en aanverwanten in de geboorteregisters.
Na ruim driehonderd jaar achterstelling kregen katholieken in de negentiende eeuw een steeds betere maatschappelijke positie. Zo wordt in 1853 de bisschoppelijke hiërarchie hersteld, een grote stap voor die emancipatie. Uit informatie die het Meertens Instituut, een documentatiecentrum voor de Nederlandse taal, heeft verzameld, kan worden afgeleid dat de voornaam Maria in ieder geval vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw het vaakst aan meisjesbaby’s gegeven werd.
Volgens de volkstelling van 1947, waarin alle toen levende Nederlanders – ruwweg tussen 1870 en 1947 geboren – zijn meegenomen, stond bijna tien procent van de vrouwen onder die naam bij de burgerlijke stand ingeschreven. Eén op de tien vrouwen was dus een Marie, Ria, Marieke of ‘gewoon’ een Maria. Die Mariale dominantie zou nog decennialang voortduren: volgens het online tijdschrift Neerlandistiek zou Maria tot 1990 de vaakst gegeven naam blijven.
Naast vrouwen zijn er ook heel wat – met name katholieke – mannen die naar Maria vernoemd zijn. Maria is namelijk ook voor jongensbaby’s een ontzettend populaire doopnaam; volgens cijfers die taalkundige Gerrit Bloothooft in 2008 had verzameld, hadden ruim 80.000 mannen in die tijd Maria als tweede naam.
Wanneer dat gebruik ontstaan is, is niet te achterhalen, maar in Neerlandistiek geeft de bekende neerlandicus Marc van Oostendorp aan dat in het midden van de twintigste eeuw – dus in de tijd van het Rijke Roomse Leven – die katholieke ‘traditie’ het sterkst zichtbaar wordt.
Meisjes én jongens naar Maria vernoemen lijkt in de afgelopen eeuwen daarmee een uiting van katholicisme te zijn, maar inmiddels zijn Mariale namen op hun retour. Waar Maria in 2008 op plaats 39 van de Nederlandse babynamenlijst stond, is de naam in 2023 naar plaats 56 gezakt. Ook varianten als Marie en Mia tonen neerwaartse lijnen. Jonge naamgenootjes van Mariken van Nieumeghen zijn al helemaal schaars; in 2023 werden slechts tien baby’s Marieke genoemd.
Hoewel namen net zo goed in en uit de mode kunnen raken, mag duidelijk zijn dat de ontkerkelijking van Nederland ook zijn echo heeft in de namen die de huidige en toekomstige generaties dragen.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.