Vandaag werd de vierde encycliek van paus Franciscus gepubliceerd: Dilexit Nos. Het is zijn meest filosofische en poëtische rondzendbrief tot nu toe – maar hij biedt ook sleutels om Franciscus’ eerdere maatschappijkritiek te begrijpen.
Op het eerste gezicht lijkt Dilexit Nos (‘Hij heeft ons liefgehad’) de minst ‘sociale’ encycliek die Franciscus ooit geschreven heeft. Waar Laudato Si’ (2015) en Fratelli Tutti (2020) nog volledig in de lijn van pauselijke geschriften paste die in 1891 begon met Rerum Novarum van Leo XIII – waarin prangende maatschappelijke ontwikkelingen in het licht van de katholieke leer worden bekeken – daar lijkt deze brief over het Heilig Hart van Jezus veel meer een puur geestelijke overdenking.
Zeker, er worden maatschappelijke ontwikkelingen genoemd: secularisering, kunstmatige intelligentie, oorlog. Maar de reflecties van paus Franciscus op die fenomenen zijn eerder filosofisch, poëtisch zelfs, dan sociaal-theoretisch.
Hij begint met een omstandig pleidooi voor het serieus nemen van de beeldspraak van het ‘hart’ – in een wereld “die steeds hartelozer wordt” – met literaire verwijzingen naar onder andere Homerus en Dostojevski. Op sommige momenten wordt hij ronduit lyrisch, zoals in de paragraaf waarin hij over technologische vooruitgang schrijft:
“Geen algoritme zal ooit in staat zijn om bijvoorbeeld de nostalgie te vangen die wij allemaal voelen, ongeacht onze leeftijd en waar we wonen, als we ons herinneren hoe we voor het eerst een vork gebruikten om de randen van de taarten die we thuis hielpen maken, dicht te maken. (…) Naast de vork zou ik nog duizenden andere kleine dingen kunnen noemen die een kostbaar deel uitmaken van ieders leven: een glimlach die we teweegbrachten door een mop te vertellen, een tekening die we schetsten in het licht van een raam, het eerste potje voetbal dat we speelden met een lappenbal, de wormen die we verzamelden in een schoenendoos, een bloem die we tussen de bladzijden van een boek drukten, onze zorg om een uit zijn nest gevallen jong vogeltje, een wens die we deden door een madeliefje te plukken. Al deze kleine dingen, op zichzelf gewoon maar buitengewoon voor ons, kunnen nooit worden vastgelegd door algoritmes. De vork, de grap, het raam, de bal, de schoenendoos, het boek, de vogel, de bloem: al deze dingen leven voort als kostbare herinneringen die diep in ons hart worden ‘bewaard’.”
Na een Bijbelse uitdieping van deze beeldspraak van het hart, volgt een uitvoerige theologische uiteenzetting over de devotie tot het Heilig Hart van Jezus. Maar ook een expliciete aanmoediging tot allerlei traditionele (volks)devotiepraktijken, zoals de zogeheten ‘devotie van de eerste vrijdag’ en de eucharistische aanbidding.
Leuk en aardig, kun je denken, maar waarom eigenlijk? Vanwaar deze aandacht voor dergelijke traditionele religieuze praktijken in een tijd die daar toch al steeds minder van begrijpt?
Maar dat is juist Franciscus’ punt. De devotie tot het Heilig Hart is historisch gezien eigenlijk altijd een tegenbeweging geweest. Tegen een maatschappij die inderdaad ‘hartelozer’ werd, verharde, verruwde, en steeds minder begrip en tolerantie kon opbrengen voor de barmhartige boodschap van het Evangelie.
Het Heilig Hart was een geuzenteken voor katholieken tijdens de Franse Revolutie; je kon er voor onder de guillotine belanden als je er prentjes van verspreidde. In het 19e-eeuwse Nederland gold het ook al als banier van de bewustwording en emancipatie van het eeuwenlang achtergestelde katholieke volksdeel.
En toen de Kerk van Rome in diezelfde periode letterlijk en figuurlijk terrein begon te verliezen aan de nieuwe ideologieën van socialisme en liberalisme, gingen pausen ook steeds vaker over het Heilig Hart spreken. Ook die al genoemde eerste ‘sociale’ paus Leo XIII schreef, acht jaar na Rerum Novarum, een encycliek over het Heilig Hart – Annum Sacrum geheten; ‘Heilig Jaar’, een verwijzing naar het toen aanstaande jaar 1900.
Vermoedelijk is het geen toeval: aan de vooravond van weer een Heilig Jaar, 2025, herhaalt Franciscus die geste van zijn voorganger Leo XIII.
We bevinden ons, schrijft Franciscus, “vandaag de dag op een krachtige golf van secularisatie die een wereld probeert op te bouwen die vrij is van God. In onze samenlevingen zien we ook een verspreiding van diverse vormen van religiositeit die niets te maken hebben met een persoonlijke relatie met de God van liefde, maar nieuwe manifestaties zijn van een ontlichaamde spiritualiteit”.
Dit is een sleutelpassage om te begrijpen dat Dilexit Nos weldegelijk een sociale encycliek is. Of, zoals de paus in zijn conclusie laat doorschemeren: de spirituele onderbouwing van zijn sociale encyclieken Laudato Si’ en Fratelli Tutti.
Tijdens de presentatie van het document in het Vaticaan op 24 oktober werd dat zelfs expliciet zo benoemd. Een “compendium”, noemde de Italiaanse aartsbisschop Bruno Forte het document, de “sleutel” om het pontificaat van paus Franciscus te begrijpen, en een weerwoord aan de critici die vinden dat de paus zich te veel op ‘sociale’ en te weinig op ‘geestelijke’ thema’s richt.
Maar meer nog dan een antwoord op binnenkerkelijke kritiek, is het een katholiek antwoord op een steeds vluchtigere – “vloeibare”, zegt de paus – wereld, die zich niet meer richt op eeuwige waarden en waarheden, en daardoor haar hart dreigt te verliezen.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.