De Nederlandse resultaten van de nieuwe synodale consultatiefase bevatten zo veel déjà-vu’s dat het de vraag is wat het nut van deze luisteroefening was. Toch moet deze luisterfase niet worden gezien als een zinloze herhaling van zetten.
Vaak wordt gezegd dat de Kerk in eeuwen denkt, maar immuun voor dingen afraffelen is zij zeker niet. De nieuwe synodale luisterfase, die in maart wereldwijd van start is gegaan, lijkt een product van Vaticaans haastwerk. Na de eerste bisschoppenbijeenkomst in Rome in oktober 2023 bleef lange tijd onduidelijk wat er tot aan de slotbijeenkomst in oktober 2024 in de wereldkerk moest gebeuren.
Halverwege december kwam het synodesecretariaat plotseling met een ‘routekaart’ naar oktober 2024 naar buiten. Daarin werd aangegeven dat de eerste luisterfase van 2021 en 2022 nog eens dunnetjes over moest worden gedaan, maar dan met een onverbiddelijk strakke deadline erachter: op 15 april moesten de gesprekken worden afgerond, een maand later moesten de bisschoppenconferenties een samenvatting van de gesprekken naar Rome sturen.
De plaatselijke Kerken moesten in een paar maanden tijd een nieuwe luisterfase optuigen, maar dan eentje waarin voorheen ondervertegenwoordigde groepen prominenter betrokken zouden worden. De kernvraag was daarbij: wat zijn de vruchten van het synodale proces in plaatselijke Kerken, en hoe kan dat proces vorm krijgen in een plaatselijke context?
Het mag gezegd worden: de Nederlandse Kerk heeft haar best gedaan om de vage Vaticaanse opdracht tot een goed einde te brengen. De vier samenvattingen die vandaag op de website van de kerkprovincie openbaar zijn gemaakt, laten zien dat katholiek Nederland enthousiast aan de slag is gegaan met deze nieuwe luisterronde.
“Het déjà-vu-gevoel is zo sterk dat de pessimistische neiging om deze luisterfase als zinloos te bestempelen moeilijk te onderdrukken valt.”Tweet dit!
Er zijn gesprekken geweest in de bisdommen, bij de religieuzen, bij de kerkelijke bewegingen en nieuwe gemeenschappen (zoals de Neocatechumenale Weg) en bij de katholieke maatschappelijke organisaties. Van elk van die categorieën is een rapport verschenen, op basis van vier thema’s: verdieping van het doopsel als basis voor kerk-zijn, vorming in een missionaire Kerk, deelname aan een verwelkomende Kerk en vrouwen in de Kerk.
De werkwijze binnen deze luisterfase lijkt op een herhaling van zetten. De resultaten reflecteren dat. De vraag om meer geloofsverdieping en -opvoeding, een Kerk die aandacht heeft voor mensen in de marge, meer samenwerking tussen bisdommen, parochies en kloosters: de samenvattingen lezen als een lange lijst van wensen die identiek zijn aan de resultaten die de eerste synodale luisterfase heeft opgeleverd.
Het déjà-vu-gevoel is zo sterk dat de pessimistische neiging om deze luisterfase als zinloos te bestempelen moeilijk te onderdrukken valt.
Dat de eerder genoemde ‘vruchten’ van het synodale proces niet duidelijk naar voren komen uit de rapporten, draagt daaraan bij. De rapporten bevatten veel plannen en wensen, die vaak heel concreet worden – tot aan de maximumduur van een gezinsviering (50 minuten, volgens de kerkelijke bewegingen) toe – maar concrete voorbeelden van wat er nu al gebeurt, zijn zeldzaam.
Bieden deze vier synoderapporten dan ‘niets nieuws onder de zon’? Toch niet. Wie ze in een ander licht bekijkt, kan er wel degelijk belangrijke inzichten uit halen. Als je deze rapporten zou beschouwen als een impressie van de Kerk van morgen, schetsen ze samen een beeld van hoe de Nederlandse Kerk er in de toekomst uit zou kunnen zien.
“Eén ding is zeker: de wil om synodaal bezig te zijn is in de Nederlandse Kerk in ieder geval aanwezig.”Tweet dit!
Met de nadruk op kunnen, want niet alleen zijn deze gespreksresultaten afkomstig van een beperkte groep katholieken, maar ook hangt hun haalbaarheid af van de besluiten van de bisschoppen, van het Vaticaan en van de mate waarin men bereid is om de handen uit de mouwen te steken.
De gedroomde Kerk van de deelnemers aan deze luisterfase is er een waarin alle gedoopten zich bewust zijn van hun missie. Dat is een Kerk waarin de viering van de Eucharistie een brandpunt is, maar waar ook veel aan geloofsbegeleiding wordt gedaan.
Een Kerk die daarnaast open en verwelkomend is, die haar waarde in de maatschappij zichtbaar maakt en haar stem laat horen. Die niemand, inclusief LHBT’ers en gescheiden mensen, uitsluit – ook niet van deelname aan de sacramenten.
Dat is daarnaast ook een niet-klerikale Kerk, waarin priesters zich lid van een team weten en de talenten van leken erkend en benut worden. De rol van vrouwen is in deze Kerk ook veel prominenter; de kans is aanwezig dat zij tot diaken gewijd kunnen worden en – als het aan sommigen ligt – zelfs priester en bisschop kunnen worden.
Sommige van deze wensen hebben een grote kans om gerealiseerd te worden, andere – zoals de priesterwijding voor vrouwen – zijn waarschijnlijk minder kansrijk. Eén ding is zeker: de wil om synodaal bezig te zijn is in de Nederlandse Kerk in ieder geval aanwezig.
Uiteindelijk is dat het belangrijkste, want paus Franciscus heeft de synode over synodaliteit bedoeld als een proces; niet met een concreet einddoel, maar als een nieuwe realiteit die onderdeel wordt van de identiteit van de Kerk zelf.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.