Paus Franciscus en ‘de Duitsers’ lijken er dringend behoefte aan te hebben om de gemoederen te bedaren. Dat blijkt uit het aanzienlijke aantal Duitse prominenten dat de laatste tijd het Vaticaan heeft bezocht.
Bisschoppen Georg Bätzing, Bertram Meier en Heiner Wilmer, premier Armin Laschet van Noordrijn-Westfalen, kardinaal Reinhard Marx, oud-bisschop Heinz-Josef Algermissen, oud-bondspresident Christian Wulff en de pauselijk nuntius in Duitsland Nikola Eterovic: Franciscus ontving in de laatste weken een opmerkelijk aantal gasten uit Duitsland, meer dan uit ieder ander land. Het is gezien de geldende coronamaatregelen, een opmerkelijke zaak te noemen.
Er lijkt sprake te zijn van een behoefte om te praten. Al in 2019 was er soms sprake van felle discussies, en niet alleen tussen Rome en Duitsland, maar ook in de Duitse Kerk zelf. Denk daarbij aan de Vaticaanse richtlijn over de communie voor niet-katholieke huwelijkspartners, het hervormingsproces van de Synodale Weg en de brief van de paus aan de Duitse katholieken.
In juli kwam er ook een Vaticaanse instructie over parochiehervorming, waarin duidelijke richtlijnen werden gegeven over het samenvoegen van parochies en de deelname van leken in het parochiebestuur. In september volgde een verklaring van de Vaticaanse Congregatie voor de Geloofsleer, waarin intercommunie werd afgewezen.
Het is niet aannemelijk dat de Duitse gasten de paus alleen hebben ontmoet om over deze zaken te spreken. Maar de onenigheid zal zeker een prominente rol hebben gespeeld in de gesprekken.
Gevraagd naar de aard van de besprekingen, was het standaard antwoord van bezoekers dat het om “een privégesprek” ging. Maar het is duidelijk dat velen in het Vaticaan bezorgd zijn over de relaties met de Kerk in Duitsland. Zelfs de linkse krant Repubblica uitte zondag haar zorgen over een dreigende kerkscheuring.
Bisschop Bertram Meier van Augsburg ontmoette de paus op 10 september in het kader van zijn eerste kennismaking.
Meier werkte eerder tien jaar voor het Vaticaanse Staatssecretariaat, wat betekent dat hij bekend is met de manier van denken binnen de Romeinse curie.
Kort na zijn benoeming eind januari zei de bisschop het als zijn taak te beschouwen om te bemiddelen tussen de Duitse Kerk en het Vaticaan.
Bisschop Heiner Wilmer van Hildesheim had mogelijk ook een rol als bemiddelaar in gedachten, toen hij op 13 oktober Franciscus bezocht.
Wilmer, ooit generaal-overste van de congregatie van de priesters van het Heilig Hart, spreekt vloeiend Italiaans en is goed thuis in het reilen en zeilen van de Kerk. Volgens berichten zou Wilmer expliciet zijn gevraagd om te bemiddelen.
Kardinaal Reinhard Marx was deze maand twee keer in Rome, als coördinator van de Pauselijke Raad voor de Economie en lid van de Raad van Kardinalen.
Franciscus en Marx hebben lijken qua karakter niet op elkaar, maar de paus zou wel de directheid van de kardinaal waarderen. De paus herbenoemde Marx overigens op beide posten.
De oud-bisschop van Fulda, Heinz-Josef Algermissen, ontmoette de paus vorige week bij de algemene audiëntie. De korte ontmoeting was voor hem genoeg om te melden dat de paus bezorgd is over de situatie in Duitsland.
In een bezoek dat als verrassend wordt gezien, ontmoette voormalig Bondspresident Christian Wulff Franciscus. Hij deed dit in zijn hoedanigheid van voorzitter van een Duitse organisatie die zich inzet voor integratie.
De twee bespraken integratie-gerelateerde zaken, maar Wullf zei als katholiek de paus ook “een idee te willen geven van de sfeer in de Kerk in Duitsland”. Hij was er naar eigen zeggen ook “om de Synodale Weg te promoten”.
Franciscus zou daarop hebben gewezen op zijn brief aan de Duitse katholieken en op het belang van een voortdurende dialoog. De brief, die Franciscus in de zomer van 2019 persoonlijk in het Spaans schreef, is echter niet goed ontvangen in Duitsland. Publiekelijk zeggen beide kampen zich gesteund te voelen door de paus. Later uitten sommige bisschoppen en katholieken echter kritiek op het document, en gaven daarbij aan zich niet begrepen te voelen.
Sommige Duitsers zien de paus als een soort ‘Cha-Cha-Cha-danser’, iemand die naar voren en naar achteren stapt. Maar Franciscus en velen in de curie vinden de Duitsers vaak te ruig, te gericht op zichzelf en te prekerig. Ze vermoeden dat Duitsers denken het zelf beter te weten.
Franciscus, een jezuïet, houdt er absoluut niet van wanneer iemand – conservatief of progressief – besluiten door wil drukken. Hij krijgt mogelijk dit gevoel bij sommige initiatieven van de Duitse Kerk.
Mensen die gewend zijn te denken in een striktere, ‘Pruisische’ gedachtegang, vinden het moeilijk om de Latijns-Amerikaanse tendens te begrijpen, waarbij sommige dingen worden toegelaten in bepaalde gebieden, men er niet op aandringt dat alles officieel gereguleerd wordt en (schijnbare) tegenstellingen naast elkaar laat bestaan.
Juist dit verschil van mentaliteit en cultuur tussen ‘Franciscus en de Duitsers’ rechtvaardigt waarschijnlijk verdere bemiddeling voorbij alle theologische meningsverschillen.
Misschien heeft nuntius Nikola Eterovic ook hierover met de paus gesproken. Maar ze hebben het wellicht ook gehad over de kanalen waarlangs brieven van Rome naar Duitsland gaan. Kopieën van een van de laatste hiervan, geadresseerd aan Georg Bätzing, voorzitter van de Duitse bisschoppen, lijken tegelijk ook naar andere bisschoppen en een krant te zijn verstuurd.
De Vaticaanse Congregatie voor de Geloofsleer heeft de publicatie van deze brief zelf geweigerd, door te stellen dat het alleen tot Bätzing was gericht.