Dictator Bashar al-Assad van Syrië werd verdreven door jonge soennieten met een jihadistisch verleden. Is er onder dat nieuwe regime een toekomst voor de christenen in het land?
Het is de vraag van één miljoen: is de leider van Ha’yat Tahrir al-Sham oprecht als hij beweert er geen jihadistische agenda op na te houden? Abu Mohammed al-Jolani mag dan twintig jaar bij islamistische groepen als Jahbat al-Nusra gediend hebben, hij doet er nu alvast alles voor om niet als extremist over te komen.
Hij heeft zijn salafistische strijdnaam afgeworpen en laat zich weer bij zijn oorspronkelijke naam Ahmed Hoessein al-Sharaa noemen; de verwilderde baard is gekort en verzorgd, en hij draagt geen keffiyeh noch militaire outfit meer. En hij blijft in interviews herhalen dat hij van Syrië geen nieuw Afghanistan wil maken, maar wel degelijk gaat voor een inclusieve samenleving. De nieuwe machthebbers beloven in maart volgend jaar verkiezingen te organiseren.
Het is dus niet onbegrijpelijk dat christelijke leiders er één voor één overstag gaan. “We moeten deze nieuwe machthebbers een kans geven”, klinkt het, “we mogen aan de opbouw van dit nieuwe Syrië meewerken, dus moeten we dat doen.” Toen de burgeroorlog dertien jaar geleden uitbrak waren er een miljoen christenen in Syrië; nu zijn het er hooguit nog 300.000. Je vindt ze verspreid over het hele land, zowel in stedelijke centra als in verafgelegen dorpen en woestijnkloosters.
Laten we niet vergeten dat de vroegste bloei van het christendom in Syrië te situeren is; Antiochië (dat nu net over de grens in Turkije ligt, maar waar voor het eerst het woord ‘christenen’ weerklonk) behoorde tot de Romeinse provincie Syrië; Paulus werd bekeerd op de weg naar Damascus.
Er zijn in Syrië christenen van alle slag. Het talrijkst zijn de Grieks-orthodoxen van het patriarchaat van Antiochië, de Melkitische Grieks-katholieken en de Syriaaks-orthodoxen. Hun patriarchen – respectievelijk Johannes X, Youssef I Absi en Ignatius Aprem II Karim – resideren allemaal in Damascus.
Verder zijn er ook Assyrische en Armeense christenen, maronitische, Chaldeeuwse en Syriaaks-katholieken en verschillende protestantse denominaties. In Damascus staan de kathedralen van zes verschillende denominaties, in Aleppo zijn dat er zelfs negen, de gebedshuizen van de christenen van de Reformatie niet eens meegerekend.
Nu wordt wel eens gezegd dat de Syrische christenen het alevitische regime van Bashar al-Assad genegen waren. Dat is fel overdreven, zo niet helemaal onjuist. Ja, er zijn extreemrechtse lui zoals de Vlaamse norbertijn Daniël Maes die in het Melkitische Mar Yacub-klooster ten noorden van Damascus woont, die jarenlang openlijk met Bashar al-Assad gedweept hebben.
“De christenen vluchtten massaal naar het Westen… of hielden zich wijselijk stil als ze in Syrië bleven.”Tweet dit!
Maar de meeste Syrische christenen beseften tijdens de burgeroorlog maar al te goed dat ze voor een keuze tussen de pest en de cholera stonden. De soennitische extremisten die de Arabische Lente in Syrië gekaapt hadden, liepen niet hoog op met welke diversiteit of welk samenleven dan ook.
Vele christenen hebben deze vijandigheid aan den lijve ondervonden: denk maar aan de Grieks-orthodoxe aartsbisschop van Aleppo Boulos Yazigi en zijn Syriaaks-katholieke confrater Gregorios Yohanna Ibrahim, die in april 2013 werden ontvoerd en waarvan nooit meer iets is vernomen. De christenen vluchtten dus massaal naar het Westen… of hielden zich wijselijk stil als ze in Syrië bleven.
“De angst die vele christenen hadden bij de opmars van Ha’yat Tahrir al-Sham is dan ook te begrijpen”, zei Jacques Mourad, de Syriaaks-katholieke aartsbisschop van Homs, een tiental dagen geleden nog tijdens een persconferentie in Damascus – dat er een openlijke persconferentie georganiseerd kon worden, was op zich al een primeur!
Monnik-aartsbisschop Mourad weet waarover hij spreekt; hij was de nauwste medestander van de Italiaanse jezuïet Paolo Dall’Oglio toen deze het aloude woestijnklooster Deir Mar Musa al-Habashi nieuw leven inblies en er de Al-Khalil-gemeenschap opstartte, waarvan het harmonieuze samenleven met moslims het voornaamste charisma is. Dall’Oglio werd eveneens ontvoerd en is nog steeds vermist. En ook Mourad zelf werd van mei tot oktober 2015 door jihadisten gevangengehouden.
“Maar niet alle soennieten met een baard en een militaire outfit zijn terroristen”, aldus Mourad. “Ik heb de hoop op een nieuw Syrië in de ogen van deze jonge mannen gezien. De nieuwe gouverneur van Homs bijvoorbeeld is een jonge dierenarts die twaalf jaar lang zijn verwanten niet terugzag; hij is bij het binnentrekken van de stad zijn familie een kwartiertje gaan groeten, alvorens aan zijn nieuwe taak te beginnen.”
Mourad heeft het over een noodzakelijke ‘bekering’ van de christenen. “Wij mogen niet bang zijn met moslims samen te leven, we doen dat al veertien eeuwen. We moeten ons geheugen ‘genezen’ van wat we het voorbije decennia hebben beleefd, met het jihadisme van de zogenaamde Islamitische Staat en consorten.”
De hoop van een Mourad zou belachelijk klinken als er geen signalen waren dat het de kersverse machthebbers menens is met dat nieuwe Syrië waar culturele, etnische en religieuze diversiteit wordt gerespecteerd. Maar die signalen zijn er!
Zo was er bij de inname van Damascus plots te horen dat de scholen – vaak christelijke instellingen – voortaan op donderdag en vrijdag en niet langer op zaterdag en zondag dicht moesten. Maar na een vergadering van de bisschoppen met de nieuwe leiders klonk het: “Nee, alles blijft bij het oude.”
En zelfs waar soennitische heethoofden de kruisen in een kerk van de muur halen – zoals vorige week in de Grieks-orthodoxe kathedraal van Hama – wordt er door omstanders en ordetroepen meteen ingegrepen om dat te verhinderen.
De voorbije dagen werden op pleinen van verschillende grote Syrische steden met veel luister grote feestelijke kerstbomen opgesteld. Dat is ondenkbaar in een islamistische samenleving. Wat een prachtig symbool van de hoop die momenteel door Syrië waart. Maar deze hoop zal snel weer verdwijnen als zij niet wordt gevoed.
Wat Syrië nu dringend nodig heeft, is heropbouw en economische ontwikkeling. “Stop in hemelsnaam met die westerse sancties tegen ons land”, smeekt aartsbisschop Mourad. “Die economische boycot heeft het regime-Assad nooit een duimbreed in de weg gelegd, maar de Syrische bevolking wel totaal uitgeput.” Inderdaad, het land ligt volkomen in puin.
Als één ding zeker is, dan is het wel dit: de chaos en het extremisme dreigen pijlsnel weer de kop op te steken als de internationale gemeenschap niet over de brug komt met een grootschalig plan om het puin te ruimen en het nieuwe Syrië kansen te geven.
Blijft nog een belangrijke vraag: wat met het autonome Koerdisch-christelijke bestuur in het noordoosten van Syrië? Sinds het begin van de burgeroorlog besturen Koerdische volksbeschermingseenheden samen met enkele kleinere assyrische milities, zoals de Mawtbo Fulhoyo Suryoyo (Syriaakse Militaire Raad) daar op vrij democratische en inclusieve wijze een de facto onafhankelijk gebied.
“Telkens wanneer de Turken tekeergaan tegen vermeende “Koerdische terroristen” aan hun zuidgrenzen, komen de christenen aldaar opnieuw onder vuur te liggen.”Tweet dit!
Ze noemen het gebied rond steden als Kobane, Kamishli en Al-Hasakah “Rojava”, wat ‘westen’ in het Koerdisch betekent en verwijst naar ‘Oost-Koerdistan’, de al evenzeer autonome Koerdische regio in het noorden van Irak. Dat alles is natuurlijk allerminst naar de zin van de Turkse sterke man, Recep Tayyip Erdoğan.
Als Erdoğan het in de binnenlandse Turkse politiek moeilijk krijgt, kiest hij steevast een externe vijand, en niemand is daar beter voor geschikt dan de vermeende “Koerdische terroristen” aan de zuidgrenzen van Turkije. Erdoğan heeft al met zoveel woorden toegegeven dat hij zeer dicht staat bij de leiders van Ha’yat Tahrir al-Sham, zo niet dat hij ze mee bewapend heeft. En er waren al schermutselingen tussen Turksgezinde milities en Koerdische troepen bij Manbije, in het uiterste westen van Rojava.
Het lijdt geen twijfel dat zodra de discussie over de toekomst van Syrië echt in een stroomversnelling komt, deze NAVO-bondgenoot – want dat is Turkije nu eenmaal – er alles aan gelegen zal zijn om het democratische en inclusieve experiment in noordoost-Turkije een halt toe te roepen.
En telkens wanneer de Turken tekeergaan tegen vermeende “Koerdische terroristen” aan hun zuidgrenzen, komen de christenen aldaar – onder andere Armeense en Assyrische nazaten van de Turkse genocides van begin twintigste eeuw – opnieuw onder vuur te liggen.
Zou onze militaire alliantie – de NAVO onder leiding van zijn Nederlandse secretaris-generaal Mark Rutte – zich daarvan bewust zijn, of zich daar iets van aantrekken, of daar zelfs iets tegen willen inbrengen?
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.