Scholen gooien christelijk cultuurgoed te grabbel? Bij nader inzien bleken de recente mediaberichten over afgezwakte paasvieringen nogal overtrokken. Waarom doen de christelijke partijen dan zo enthousiast mee met de stemmingmakerij?
Het Algemeen Dagblad kwam vorige week met nieuws: op scholen in Den Haag worden christelijke elementen in de paasviering afgezwakt om moslims tegemoet te komen. De politiek dook er direct bovenop: foei, mag niet, kan niet, we gooien onze cultuur weg, et cetera. Helaas zongen ook christelijke partijen hun partijtje mee. Zo stond er een opiniestuk van Martijn van Helvert en Michel Rog (beiden CDA) op de site van Katholiek Nieuwsblad.
Dit soort nieuws volgt een vast patroon. Aanvankelijk lijkt het allemaal heel erg. Ophef! Maar al snel volgen de nuanceringen en niet zelden blijkt na een paar dagen dat er eigenlijk niets aan de hand was. Zo ook in dit geval. In een commentaar constateerde het AD een dag later zelf al dat het om een storm in een glas water ging.
Toen hadden de twee CDA’ers hun stuk echter al geschreven. “Soms wordt zelfs de bovenkant van de palmpaasstok afgebroken als islamitische leerlingen niet mogen rondlopen met een kruis”, schreven ze boos. Eerlijk gezegd kan ik me wel voorstellen dat islamitische ouders niet willen dat hun kinderen rondbanjeren met het symbool van een andere religie. En deze oplossing is wat cru, maar zorgt wel dat islamitische leerlingen kunnen meedoen met een schoolfeest.
De twee politici schrijven in hun conclusie dat “als we angst hebben voor het verlies van onze cultuur of ons geloof, we niet naar de ander moeten kijken, maar naar onszelf”. Amen bro’s, denk ik dan. Laten we inderdaad eens naar onszelf kijken. Naar het CDA bijvoorbeeld.
De voorlopers van die partij zetten al vrij snel na de Tweede Wereldoorlog een meer zakelijke koers in. Waarom? Zodat niet alleen gelovige christenen, maar ook anderen zich bij die partijen thuis konden voelen. Na de vorming van het CDA ging dit door, zodanig dat de laatste twintig jaar velen zich afvragen wat er eigenlijk nog specifiek christelijk is aan die partij. Als neveneffect hebben ook diverse moslims hun weg naar de partij gevonden.
Wat het CDA deze scholen verwijt, heeft ze zelf decennialang doelbewust gedaan. Niet om moslims te behagen, maar om de seculiere en vrijzinnig-christelijke kiezer aan de partij te binden. Je geloof en cultuur verliezen mag blijkbaar wel, tenzij je daarmee moslims een plezier wilt doen.
Daar zit een deel van mijn pijn. Van een katholieke interreligieuze dialoog met een positieve grondtoon – à la Nostra Aetate, zeg maar – is bij de drie christelijke partijen niets te merken. Van der Staaij, Segers en Buma sluiten graag compromissen, maar niet als het de islam betreft. Sybrand Buma zei in de campagne dat de islam geen verrijking is voor onze cultuur. Dat moet even slikken zijn geweest voor al die moslims die zich al jaren het vuur uit de sloffen lopen voor het CDA.
Mijn grootste onvrede zit echter in de gehanteerde strategie. De praktijk leert, bij dit soort rellerig nieuws, dat Geert Wilders er al snel mee aan de haal gaat. Politici van andere partijen haasten zich daarom tegenwoordig om hem voor te zijn. Zodat ze in ieder geval niet uitgemaakt kunnen worden voor ‘wegkijker’, ‘theedrinker’ of ‘probleemontkenner’.
Door dat gedrag zijn ze echter verdacht veel op Wilders zelf gaan lijken. Goed, ze uiten zich wat netter, maar de facto gaan ze negen van de tien keer mee in populistische stemmingmakerij tegen moslims. Als later blijkt dat er niets of bijna niets klopt van het nieuws waarover iedereen zo verontwaardigd was, volgt er zelden een mea culpa van de politici.
Dat ging zo toen er allerlei onzinnieuws rondging over moslims die scholen dwingen om kerstbomen te verwijderen. Het ging ook zo toen Joël Voordewind (CU), Kees van der Staaij (SGP) en Raymond Knops (CDA) boze Kamervragen stelden over een kerstkaart van de Nederlandse ambassadeur in Duitsland. Zij zou de mensen slechts een goed nieuw jaar wensen en geen prettige kerstdagen. Schande!, riepen de drie. Al snel bleek dit domweg onjuist. Op de kaart stond wel degelijk ‘prettige Kerstdagen’. Dat was nog wel het meest beschamende voorbeeld. Het zijn helaas al lang geen losstaande incidenten meer.
Mijn vraag aan alle politici, maar vooral die van christelijke partijen, is: waarom gaat u hier zo enthousiast in mee? Wat is er mis mee om eerst even onderzoek te doen? Waarom moeten op elke populistische scheet die in het nieuws komt gelijk Kamervragen, persberichten of opiniestukken volgen?
U moet onderhand ook doorhebben dat dergelijk nieuws zelden een goed beeld geeft – en vaak gewoon giftige stemmingmakerij is. Mijn oproep aan u, politici, is dan ook: toon wijsheid. Controleer eerst de feiten en als er daarna nog steeds iets loos is, zoek dan met uw partij naar oplossingen. Laat Wilders maar roeptoeteren en hitsen. U zou beter moeten weten.
Remco van Mulligen is journalist en historicus.