Moderne malligheid ten top: de Rotterdamse brug die opgetild zal moeten worden om het fonkelnieuwe jacht van miljardair Jeff Bezos erdoor te laten. Terwijl de Rotterdammers er (terecht!) schande van spraken en aankondigden aan de kade klaar te staan om het luxeschip met rotte eieren te bekogelen, zag priester Sander Verschuur zijn kans schoon.
“Dear Mr. @JeffBezos”, schreef hij in het Engels op Twitter, “uw nieuwe boot wordt gebouwd in mijn parochie. Als u die graag wilt laten zegenen door ons, neem dan alstublieft contact op met ons parochiesecretariaat.”
Er wordt vaak en gretig op gewezen dat een van de titels die een bisschop draagt, pontifex, letterlijk zoiets als ‘bruggenbouwer’ betekent. Het is al een cliché op zichzelf geworden dat bisschoppen (en trouwens wel meer leidinggevenden in alle segmenten van de samenleving) na hun aantreden plechtig verklaren toch vooral een ‘bruggenbouwer’ te willen zijn.
Het klinkt heel mooi, maar in feite is het een haast onmogelijke opdracht in onze tijden. Vaak lijkt het alsof de mensen op de beide kades helemaal niet zitten te wachten op zo’n brug. En heb je net met hangen en wurgen een brug gebouwd, moet je ’m alweer optillen omdat de een of andere malle miljardair erlangs wil met z’n luxeschip.
Dit ongemak werd zelden zo goed geïllustreerd als in de interviews die Nederlands Dagblad en Trouw onlangs hielden met twee bisschoppen.
De beide protestantse kranten houden zich de laatste tijd intensief bezig met ‘de staat van katholiek Nederland’, ze lieten ongeveer gelijktijdig een opiniepeiling uitvoeren onder katholieken, en nu kwamen ze gelijktijdig op de thee bij de monseigneurs Van den Hende en De Korte om hen ongeveer hetzelfde verwijt voor de voeten te gooien: ‘Kerkgangers zijn een stuk ruimdenkender en progressiever dan de kerkleiding.’
Het leverde twee uitermate ongemakkelijke interviews op. Waarbij de beide bisschoppen heus hun best deden om het juiste midden te vinden, al kwam dat nauwelijks uit de verf: ja, we luisteren echt naar kerkgangers, maar we zijn ook hoeders van de traditie. Maar je voelt hoezeer zij door de interviewers klem gezet worden op hun zelfgebouwde brug. Hellen zij te veel over naar de ene oever, dan kunnen zij de rotte eieren van de andere oever in hun nek verwachten.
Echt, katholieken aan beide oevers: zullen we daar gewoon eens mee ophouden, met onze kerkleiders genadeloos affakkelen wanneer ze een keer hun mond opendoen, en vervolgens klagen dat zij nooit hun mond opendoen?
Het ND was gelukkig genuanceerder en intelligenter, maar Trouw had maar één protserig jachtschip om onder deze brug door te duwen: het rare idee dat katholieken alleen maar wakker liggen van vrouwenwijding en homozegeningen, en dat de kerkelijke leegloop als bij toverslag gestopt wordt wanneer de heren bisschoppen besluiten dit toe te staan.
(Waarom zit de oud-katholieke Kerk dan nog niet ramvol, vraag je je onwillekeurig af, want daar mag dat allemaal al.)
Dan kun je niet veel meer dan hoofdschuddend je brug optillen, en de boot van malligheden laten passeren. Maar beter nog: doen zoals die ene Rotterdamse priester deed – gewoon met een vrolijke knipoog vragen of hij het stokpaardje in kwestie misschien mag zegenen.
Dit commentaar is afkomstig uit Katholiek Nieuwsblad nr. 6. Vrijblijvend kennismaken met KN? Vraag hier 3 gratis proefnummers aan!