Dat de vorige week overleden koningin Elizabeth een diepgelovige vrouw was, zal niemand ontgaan zijn. Christelijke media – ook wij – hebben daar volop op gewezen en de reacties van vele kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders geciteerd die haar roemden als een model voor christelijk leiderschap.
Maar ook de seculiere media die niet of nauwelijks over haar geloofsovertuigingen spraken, roemden The Queen toch om haar diepe plichtsbesef, haar onverstoorbaarheid, haar dienstbaarheid en haar bescheidenheid. En dat zijn, hoe je het ook wendt of keert, toch echt de vruchten van een oprecht geloofsleven, van een doorleefd christelijk leiderschapsideaal.
Zelfs mensen die niets meer van dat christendom zeggen te willen weten, waarderen dat ideaal toch. Sterker nog: we lijken er collectief naar te snakken in een tijd dat machthebbers vooral worden gewantrouwd, al dan niet terecht, omdat ze vooral gedreven lijken te worden door eigen gewin en aanzien. Wie zichzelf oprecht kan zien als leider ‘bij de gratie Gods’ kan die logica overstijgen.
Die frase wordt nogal eens verkeerd begrepen: alsof de vorst zichzelf daarmee een soort quasi-goddelijke macht toedicht.
“Dit is in een notendop wat de autoriteitscrisis van deze tijd inhoudt: een verlies van menselijkheid in onze omgang met autoriteit”Tweet dit!
Het omgekeerde is het geval, we drukken ermee uit: niet door mijn eigen verdienste bekleed ik deze waardigheid, die is mij onverdiend geschonken door een gezag dat mij te boven gaat. Zo beklemtoont het juist de menselijkheid, niet de veronderstelde goddelijkheid van een leider.
Het verlies van de notie van ‘bij de gratie Gods’ betekent daarom ook niet zozeer een soort ‘ontgoddelijking’ van de vorst of ander leidersfiguur, maar bovenal een ontmenselijking. Dat is in een notendop wat de autoriteitscrisis van deze tijd inhoudt; een verlies van menselijkheid in onze omgang met autoriteit.
In extreme vorm zien we dat in de vele bedreigingen aan het adres van politici die schokkend gewoon zijn geworden. Of in de steeds populairder wordende complotwanen die overal onmenselijke machinaties willen zien, ja soms zelfs hardop fantaseren over ‘hagedismensen’ die de eigenlijke machthebbers zouden zijn.
Natuurlijk, dat zijn uitwassen, maar het is wel tekenend voor een ontmenselijking die we ook in meer alledaagse vorm zien: dat we toch al te gemakkelijk in anonieme abstracties praten over onze leiders: wat ‘ze’, ‘men’, ‘de hoge heren’ nu weer bedacht hebben… Aan machthebbers zonder naam of gezicht kunnen we eenvoudiger een hekel hebben.
Vorsten ‘bij de gratie Gods’ zijn niet meer van deze tijd, hoor je vaak zeggen. Maar de diepe behoefte aan wat zij eigenlijk belichamen – een naam, een gezicht, een toonbeeld van waardigheid en standvastigheid – is van alle tijden.
Gratis kennismaken met KN?Dit commentaar is afkomstig uit Katholiek Nieuwsblad nr. 37. Vrijblijvend kennismaken met KN? Vraag hier 3 gratis proefnummers aan! |
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.