In de weken voordat Jorge Mario Bergoglio op 13 maart 2013 tot ieders verrassing op het balkon van het Sint-Pietersplein verscheen, was het programma van zijn pontificaat door menig deskundige al keurig uitgestippeld.
De rode draad in alle verschillende commentaren van links tot rechts, was dat hij toch vooral een paar dingen anders moest doen dan zijn voorganger.
“Gebeden worden vaak verhoord, alleen meestal niet op de wijze die we verwachten”
Sommigen droomden hardop van een paus die meer een herder en minder een professor was, anderen vonden dat hij toch vooral met harde hand de weerbarstig gebleken Romeinse curie terug in het gareel moest krijgen.
Nu we tien jaar na dato terugkijken, kunnen we wel stellen dat al die commentatoren hun zin hebben gekregen. Gebeden worden vaak verhoord, zo weet iedere gelovige, alleen meestal niet op de wijze die we verwachten.
Zo paradoxaal als de wensenlijstjes van de deskundologen waren, zo paradoxaal is paus Franciscus zelf gebleken. Hij is inderdaad een paus van vele gezichten, zelfs al heel letterlijk: zijn blik kan stralen en donderen, hij lijkt soms – zoals ik iemand eens hoorde zeggen – “een lieve opa”, soms ook een oude knorrepot.
Ook in beleid is hij niet zelden paradoxaal. Hij is conservatief en revolutionair tegelijk, zegt Emmanuel Van Lierde, hij lijkt soms uitermate grillig maar is tegelijkertijd ontzettend consistent. Hij is de paus van de decentralisering van de Kerk, van de bisschoppelijke collegialiteit; maar tegelijkertijd trekt hij in sommige gevallen juist meer macht naar het Vaticaan toe, passeert desnoods lokale bisschoppen om bijvoorbeeld in te grijpen bij congregaties of bewegingen waar iets niet in de haak is.
Hij is de paus van de synodaliteit, van de gesprekken van onderop, maar bemoeit zich er ook gerust hardop mee wanneer die gesprekken – zoals in Duitsland – een kant op gaan die hem niet zinnen.
Dat leidde tot kritiek, dat leidde tot teleurstelling bij mensen aan alle kanten van het kerkpolitieke spectrum. Soms vast terecht, soms ook onterecht of onbarmhartig, maar allemaal even begrijpelijk. Iemand die van meet af aan veel verwachtingen wekt, zal vroeg of laat teleurstellen; maar dat zegt meer over onze verwachtingen dan over de persoon in kwestie.
Geen mens – en dus ook geen paus – kan de Kerk redden; geen mens en geen paus kan de Kerk de vernieling in helpen (zoals sommige van de meer onbarmhartige critici beweren).
Als wij zeggen – en menen – dat het de Heilige Geest is die uiteindelijk een paus kiest, dan zeggen we daarmee ook dat we niet zozeer een paus krijgen die we willen, maar vooral een paus die we nodig hebben. Ik ben en blijf ervan overtuigd dat Franciscus de paus is die onze Kerk in dit spannende tijdgewricht nodig heeft, een paus die de boel opschudt, leven in de brouwerij brengt, en voordoet hoe dat moet: getuigen van Gods eindeloze liefde in onze tijd.
![]() | Themanummer: 10 jaar FranciscusLees Katholiek Nieuwsblad nr. 10 voor meer over dit onderwerp. Vrijblijvend kennismaken met KN? Vraag hier 3 gratis proefnummers aan! |