Er gaat iets mis zodra bepaalde thema’s al bij voorbaat ‘links’ of ‘rechts’ worden gevonden. Er was een tijd, nog niet eens zo heel lang geleden, dat je al snel ‘rechts’ (ja soms zelfs ‘extreemrechts’) heette wanneer je enige kritische kanttekening bij het vluchtelingenbeleid plaatste. Die krampachtigheid is inmiddels doorbroken, en gelukkig maar. Maar van de weeromstuit slaan we door naar een ander uiterste, en nu heet ieder pleidooi voor een meer humaan vluchtelingenbeleid al snel ‘links’.
Maar links én rechts zouden het probleem serieus moeten nemen dat eerder deze week door migratierechtdeskundigen werd gesignaleerd. In een aan Kamerleden overhandigd rapport van het Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit in Nijmegen en de beroepsverenigingen van migratie- en asieladvocaten, werden schrijnende gevallen verzameld van vluchtelingen en migranten die de dupe zijn van een rigide en wantrouwende overheid.
De opstellers zien griezelige gelijkenissen met de toeslagenaffaire die terecht tot de val van het kabinet-Rutte leidde. Mensen die rücksichtslos tot fraudeur worden bestempeld omdat ze een foutje maakten op een formulier, gezinnen die uiteengerukt worden, mensen die het recht op zorg verliezen, die in de armoede worden gestort. De Kinderombudsvrouw voegde aan dit zwartboek een voorbeeld toe van een vrouw voor wie echtscheiding de enige manier was om uithuisplaatsing te voorkomen…
Deskundigen spreken van “rigide wetgeving”, van “geïnstitutionaliseerd wantrouwen” en een ontbreken van “menselijke maat”.
“Menselijkheid is niet: af en toe een uitzondering op de regel maken, maar de regel zelf grondvesten op vertrouwen, medemenselijkheid, welbegrepen barmhartigheid”
Dat is deels terug te voeren op een politiek klimaat waarbij stoere taal over een restrictief vluchtelingenbeleid de norm is geworden. Maar meer nog dan een politiek of juridisch tekort, is hier sprake van een filosofisch defect, van een cynisch wereldbeeld waarin de mens wezenlijk zelfzuchtig en doortrapt is en dús voortdurend aan strenge regels moet worden gebonden.
Dat uitgangspunt wordt maar weinig bevraagd. In het politieke debat gaat het vooral over de vraag wanneer er een uitzondering moet worden gemaakt, in welke gevallen we zogezegd over ons hart moeten strijken en mensen “het voordeel van de twijfel” moeten geven.
Als we maar genoeg schrijnende verhalen horen, wordt er een “pardon” in elkaar geknutseld, een kwijtschelding van schulden, en kunnen we ons even heel ruimhartig voelen met z’n allen.
Maar het hele uitgangspunt is verkeerd. Menselijkheid is niet: af en toe een oogje toeknijpen en een uitzondering op de regel willen maken, maar de regel zelf grondvesten op vertrouwen, medemenselijkheid, welbegrepen barmhartigheid. Die hele notie lijkt nog ver weg, bij zowel links als rechts, het wantrouwen regeert. En dus kunnen we onze borst natmaken voor nog veel meer vergelijkbare gruwelrapporten in de komende jaren.
![]() | Gratis kennismaken met KN?Dit commentaar is afkomstig uit Katholiek Nieuwsblad nr. 15. Vrijblijvend kennismaken met KN? Vraag hier 3 gratis proefnummers aan! |