Hoe historische woorden opnieuw actueel kunnen worden: in 1948 beantwoordde de Britse schrijver C.S. Lewis de toen ook prangende vraag ‘hoe moeten we leven in een tijdperk van nucleaire oorlogsvoering?’. Zijn ontnuchterende antwoord werd de voorbije week veel gedeeld op sociale media: recht je rug en leef zoals je altijd leeft.
“Laat die atoombom, als hij valt, ons dan aantreffen terwijl we zinnige en menselijke dingen doen – bidden, werken, onderwijzen, lezen, naar muziek luisteren, de kinderen in bad doen, tennissen, met onze vrienden kletsen onder het genot van een pint en een spelletje darts – en niet als bange schapen bij elkaar kruipen en aan bommen denken. Ze kunnen ons lichaam breken (een microbe kan dat doen) maar ze hoeven onze geest niet te domineren.”
“Leef zoals je altijd leeft: juist van een christelijk schrijver als Lewis hadden we die niet verwacht”
Met name die laatste zin werd veel (en ook wel uit z’n verband) geciteerd de laatste tijd, want dat is een typische kreet waar iedereen amen op zal zeggen. Maar de zinnen daarvoor zijn eigenlijk veel intrigerender.
Je kunt die lezen als: leef alsof er niets aan de hand is, doe alsof je neus bloed, hou je van de domme… Dan zullen veel mensen zeggen: ammehoela, we moeten juist de ogen openen, onze stem verheffen, demonstreren tegen Poetin, solidariteit betuigen met de Oekraïners.
Menig columnist heeft zijn pen al in azijn gedipt om de carnavalsvierder of nachtclubbezoeker eens goed de oren te wassen om zijn onverschilligheid. Hoe kún je, terwijl nog geen tweeduizend kilometer verderop de bommen vallen…
Leef zoals je altijd leeft: juist van een christelijk schrijver als Lewis hadden we die niet verwacht. Onze samenleving kan nu eigenlijk veel beter uit de voeten met de strenge vermaningen van de Veertigdagentijd: bekeer je, gedenk dat je stof bent, ga vasten! Losjes vertaald naar de actuele situatie: snij de banden met Rusland door, draai de gaskraan dicht, zeg nee tegen de tirannen en grote graaiers.
Ik snap het, ik zeg ook niet dat we dat allemaal niet moeten doen, ik zeg ook zeker niet dat alle demonstraties en gebedsbijeenkomsten zinloos zijn, integendeel. Maar laten we de diepere wijsheid van C.S. Lewis’ woorden vooral tot ons laten doordringen. We vinden die intuïtie ook in het complete oeuvre van zijn goede vriend J.R.R. Tolkien, die ook genoeg oorlog en ellende had gezien om te weten waar hij het over had: dat het niet machtsvertoon en wapengekletter zijn die het kwaad tegenhouden, maar alledaagse goedheid en eenvoudig leven.
Dat is wel degelijk een uitstekend voornemen voor de Veertigdagentijd; afstand nemen van de angst en onrust, van de illusie dat het iets helpt wanneer wij de last van de wereld op onze kleine schouders dragen. Dat vergt vertrouwen, dat vergt geloof. Niet voor niets begon Lewis zijn opsomming van ‘zinnige en menselijke’ alledaagsheden met bidden.
![]() |
Gratis kennismaken met KN?Dit commentaar is afkomstig uit Katholiek Nieuwsblad nr. 9. Vrijblijvend kennismaken met KN? Vraag hier 3 gratis proefnummers aan! |
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.