In het licht van onze omgang met de aarde moet het kerkelijke denkbeeld over de natuur op de schop. De Kerk zou ruimtes moeten proberen te creëren waar mensen weer echt mens kunnen zijn, waar ze in contact kunnen komen met de natuur en met mysterie.
In het klooster doen wij na enkele jaren voorbereiding drie geloften tegenover God: gehoorzaamheid, kuisheid en armoede. Iedere zuster zal haar eigen valkuilen hebben. De een koopt toch nog wel graag mooie spulletjes, een ander staat graag in de belangstelling met sommige zaken die tegen de leer van de Kerk aanschuren, en weer een ander kan echt naar de beschermende armen van een man verlangen als het even niet meezit.
Strijd hoort erbij, bekering is daar ook deel van, en in sommige periodes van je leven kan het ook zelfs een kruis zijn. Maar we zijn het er allemaal over eens dat de richting die deze geloften aangeven een tegenwicht bieden aan de grote zonden van macht, wellust en ongebreideld consumeren. Dat zorgt ervoor dat onze maatschappijen leefbaar blijven en dat we in goed contact met elkaar en met God staan.
Een van de grote thema’s in het pausschap van Franciscus is de zorg voor het klimaat. Hij schreef er de encycliek Laudato Si’ en recent de apostolische exhortatie Laudate Deum over. Franciscus roept ons op tot een ecologische bekering. Niet slechts een individuele – omdat dat niet voldoende is voor de complexiteit van het probleem – maar een gemeenschappelijke bekering.
De christelijke spiritualiteit kan bij deze ommekeer helpen: de ontmoeting met Jezus verandert onze relatie met de wereld. Onze taak om hoeders van Gods werk te zijn is daarin wezenlijk. Onze houding mag er een worden van dankbaarheid voor Gods gave en belangeloosheid om deze door te geven aan anderen. Het gaat de paus ook om het bewustzijn dat wij niet gescheiden zijn van de andere schepselen. In zijn zorg voor de natuur ontwikkelt de mens zich in zijn creativiteit en talenten en kan hij zichzelf tot een levende offergave aan God maken.
Daarbij is het aanleren van deugden belangrijk, want daardoor kunnen werkelijke gedragsveranderingen plaatsvinden. Je kunt dan volgens de paus doorstoten naar het ‘mysterie’ van het leven, waaraan een ‘ecologische ethiek’ haar diepste zin ontleent. Heel belangrijk is het denksysteem van almaar consumeren te vervangen door een nieuw denkmodel, dat rekening houdt met de organische verbanden tussen mens en leven, maatschappij en natuur.
Over zo’n nieuw denkmodel en over deze verbanden wil ik hier verder nadenken. Ik gebruik er de ideeën van schrijver en voormalig milieuactivist Paul Kingsnorth voor. Paul Kingsnorth (1972) groeide op in het zuidoosten van Engeland. Hij was als journalist voor The Guardian en The Ecologist verbonden aan de antiglobalistenbeweging, voordat hij zich volledig wijdde aan het schrijven van romans en essays.
Hij is interessant vanwege zijn denken over onze omgang met de aarde en vanwege zijn schrijverschap. Het is bijzonder dat hij vanuit het contact met de natuur een steeds diepgaandere spirituele zoektocht heeft gemaakt, die hem in de afgelopen jaren het Roemeens-orthodox christendom heeft doen ontdekken, waar hij zich heeft laten dopen.
“Paul Kingsnorth zocht het goddelijke overal, maar had als zovele Europeanen echt niet gedacht dat hij het bij het christendom kon vinden.”Tweet dit!
In zijn denken zie je altijd het verlangen naar heiligheid. In de natuur vindt de mens daar sporen van, en via de planten en zeeën en bergen komt die mens ook in ervaring met de bovennatuur. Als kind trok hij met zijn vader wekenlang door het Engelse landschap. Hij ontwikkelde er een sterk gevoel voor de levende kracht van de natuurlijke wereld. Hij hield ook van de geheimen in de natuur, de donkere bossen, de grotten en de verhalen die daarbij horen. Dat zie je terug in veel van zijn fictie, waarvan zijn voor de Man Booker Prize genomineerde boek The Wake een echte aanrader is.
Als student raakte hij betrokken bij de milieubeweging; liefde voor de plaatselijke bossen en stroompjes was zijn motivatie. Hij zag die wereld snel vernietigd worden. In zijn eigen woorden: “Als je die relatie hebt, die ik nu zie als de relatie met God, en je ziet dat de moderne maatschappij dat alles vernietigt, dan word je een activist.”
Kingsnorth is een tijdlang een grote figuur geweest binnen de klimaatbeweging. Maar wat hij zag gebeuren, stelde hem teleur. Waar hij zich had ingezet voor het behoud van een lokaal bos vanwege de intrinsieke waarde van het bos zelf, werden de oplossingen technologischer. We kunnen ergens anders een bos planten, als we hier gas kunnen winnen. Er is een verschil tussen oud-groen en nieuw-groen, en het nieuwe groen kent niet meer het besef dat de mens moet leren binnen zijn eigen grenzen te leven.
Hij trok zich met zijn vrouw en kinderen terug in het westen van Ierland en had er jarenlang een grote spirituele zoektocht. Hij wilde luisteren naar de aarde. Die zoektocht bracht hem bij moderne interpretaties van natuurreligies, die hij nu een allegaartje noemt van allerlei spirituele stromingen als wicca, de mystieke kabbala, verering van oude goden en rituelen in de natuur. Hij zocht het goddelijke overal, maar had als zovele Europeanen echt niet gedacht dat hij het bij het christendom kon vinden.
Maar Christus vond hem, zo beschrijft hij het. Het was ineens een grote samenballing van ontmoetingen met christenen, ook mensen die hij al kende, die ineens tegen hem zeiden dat ze christen waren, maar ook had hij dromen en ervaringen. Een grote kracht weerhield hem ervan om de wiccatempel te betreden. Zijn vrouw zei hem op een dag dat hij christen zou gaan worden, en die profetische uitspraak is uitgekomen. Eerst dacht Kingsnorth dat hij christen in zijn eentje zou worden, want hij was nooit echt iemand geweest die zich ergens bij voegde.
Zonder kerk vond hij het toch lastig, en hij ging vaak in een kerk zitten bidden. Hij vroeg God ook om een priester te sturen om mee te praten. In die tijd opende een nieuw orthodox kerkje zijn deuren. Kingsnorth was en wordt er zeer geraakt door de liturgie, waarbij alle zintuigen mee moeten doen. Intellectueel is er de nadruk op zowel Gods immanentie als Gods transcendentie. Het vervulde Kingsnorths verlangen naar het aanbidden van God.
Kingsnorth werkt nu aan het bundelen van een serie artikelen over ‘the machine’ tot een boek.
In zijn denken is deze ‘machine’ de vervanging van God als allerheiligste kern in onze cultuur. Hij zegt op zijn eigen website: “Het ultieme project van de moderniteit, zo ben ik gaan geloven, is om de natuur te vervangen door technologie, en om de wereld opnieuw op te bouwen in puur menselijke vorm, liever nog om de oudste menselijke droom te vervullen: goden worden. Wat ik de machine noem, is de nexus van macht, rijkdom, ideologie en technologie die is ontstaan om dit mogelijk te maken”.
“Er ontbreekt iets in het westerse christendom. Het droge rationalisme, sciëntisme, het denken in onbeperkte groei en vooruitgang zijn er als het ware ingesijpeld.”Tweet dit!
En deze machine vreet de wereld kaal. De westerse cultuur gaat uit van groei en dat is in feite ons geloof: het vooruitgangsgeloof, waarmee we een machine hebben opgetuigd die alles vernietigt, onze zeeën, onze bossen, onze culturen en onze relaties. Want wij willen alsmaar meer. Ook magie, weet Kingsnorth nu, biedt daar geen antwoord op, want magie gaat uiteindelijk, net als de moderne wetenschap, ook weer over controle, over hoe je de natuur kunt laten buigen naar wat je wil. De groeimachine kent geen grenzen.
Misschien is Kingsnorth nog niet helemaal bij de oplossing van het grote klimaatprobleem. Maar hij heeft zich in deze beweging wel weer kunnen verbinden met de echte heilige kern, Christus en God. Zijn woorden duiden vaak op het geluk dat de overgave aan God geeft, als tegenwicht voor de grijpgrage machine. Het is de weg van het kruis, van opoffering en nederigheid. En concreet betekent dit eenvoudiger leven, minder technologie gebruiken, meer weggeven, je naaste liefhebben, ook het bos in de buurt. Wat hij ook zegt: probeer ruimtes te creëren waar mensen weer echt mens kunnen zijn, waar kinderen en volwassenen in contact kunnen komen met de natuur, met mysterie.
Kingsnorth kwam terecht in de volgens hem oudste versie van het christendom, de meest ceremoniële, en daar is volgens hem een reden voor. Hij vindt de moderne Kerk teveel uitgekleed. Er ontbreekt iets in het westerse christendom. Het droge rationalisme, sciëntisme, het denken in onbeperkte groei en vooruitgang zijn er als het ware ingesijpeld. Dat vernietigt onze wereld, onze cultuur. Het doet Kingsnorth verzuchten dat het Westen het leven en het denken heeft gescheiden, terwijl je verstand met je hart verbonden is, en dat leren veel meer ervaring is dan kennis.
Maar God blijft in de schepping aanwezig, is er altijd als Schepper nieuw aan het werk, en dat blijft ook altijd een mysterie, want je kunt dat niet geheel vatten. Het zegt je dat God heel dichtbij is, niet ver van ons af staat. In die zin hebben de sacramenten in de Kerk voor Kingsnorth deuren geopend die hij zich niet kon voorstellen. Het geloof maakt je vrij, maakt je volledig mens.
Paus Franciscus en Paul Kingsnorth zijn beiden getuigen van het feit dat de christelijke spiritualiteit een andere wijze voorstelt om kwaliteit van leven te verstaan. Ze moedigen een stijl van profetisch en contemplatief leven aan dat in staat is een diepe vreugde te geven zonder door consumptie geobsedeerd te zijn. De lokale geschiedenis, het concrete van de natuur met haar grenzen, het echte contact met mensen in je dorp laten de heiligheid zien van de scheppende en liefhebbende God.
Kingsnorth zou nog wat door kunnen denken over de erfzonde, omdat eerdere ‘back to nature’-oplossingen ook op dit vlak de fout in zijn gegaan. Het gedrag van de natuur kun je niet letterlijk kopiëren naar menselijke verhoudingen.
Hij schrijft het nog niet letterlijk op, maar hij is er dichtbij: de ‘machine’ is eigenlijk een soort anti-Kerk, zeker in de zin dat de ‘machine’ voorziet in een échte behoefte, namelijk dat de mensheid en de wereld waarin ze leeft zo beter op elkaar worden afgestemd, maar het is juist de Kerk die er door God voor is bestemd om mens en schepping weer zo optimaal mogelijk op God en op elkaar af te stemmen. De Kerk is óók een groot voorstander van lokalisme, maar beseft wel dat al die ‘lokalismen’ met elkaar verbonden moeten zijn, wat we dan weer ‘subsidiariteit’ noemen.
Catharina Al is dominicanes te Nijmegen.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.