<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
image
Foto: Matthew Henry – Unsplash
Essay

Omgaan met onbehagen: Een wenkend perspectief op veiligheid

Ronald van Steden 10 september 2024

Veiligheid staat voortdurend op de politieke en sociale agenda, maar de geregistreerde criminaliteitscijfers en het aantal dodelijke verkeersongelukken dalen al jaren. Overspannen aandacht voor veiligheid gaat samen met maatschappelijk onbehagen. Wat nu te doen?

Het Centraal Bureau voor de Statistiek houdt nauwgezet bij hoe het met onze veiligheidsbeleving is gesteld. Uit cijfers blijkt dat 35 procent van de bevolking zich ‘wel eens’ onveilig zegt te voelen. Dat is best een flinke groep. Maar wat betekent dit cijfer eigenlijk?

Niet pluis

Uit wetenschappelijk onderzoek komt naar voren dat mensen zich meer zorgen maken over wat er in de samenleving gebeurt dan over de kans om slachtoffer te worden van een nare gebeurtenis. Met zich onveilig voelen is dus meer aan de hand dan bang zijn voor een donker steegje en een blokje omlopen.

Op een basaal niveau hebben deze emoties te maken met de kwaliteit van Nederland. We voelen ons unheimisch, hebben een ‘niet pluis’ gevoel: in wat voor land leven we eigenlijk?

Existentiële onveiligheid

Ontwikkelingen zoals klimaatverandering, geopolitieke crises, economische recessie en razendsnelle technologische veranderingen dragen bij aan wat wel existentiële onveiligheid wordt genoemd: het idee dat het niet goed gaat met Nederland, dat er sprake is van achteruitgang, en dat we daar weinig aan kunnen doen.

https://www.kn.nl/product/katholiek-nieuwsblad-editie-37-2024-digitaal/

Dit gevoel raakt sterk aan het veelbesproken maatschappelijke onbehagen in onze tijd. Sociologische studies laten zien dat in het bijzonder kwetsbare bevolkingsgroepen en jongeren het idee hebben de grip op hun leven te verliezen en er vervolgens alleen voor te staan. Er hebben zich donkere wolken samengepakt boven milieuvraagstukken, de houdbaarheidsdatum van ons hoge welvaartspeil en de garantie van bestaanszekerheid binnen een wereldorde die er niet stabieler op wordt. Mensen voelen zich in hun wezen – existentieel – onveilig.

Meer dan ontkerkelijking

Processen van secularisering dragen extra bij aan de geschetste negatieve dynamieken. In smalle zin hebben deze processen te maken met ontkerkelijking: meer dan vijftig procent van de bevolking geeft aan niet langer bij een religieuze gezindte te horen. Maar secularisering omvat meer dan het aantal mensen dat de Kerk en God de rug heeft toegekeerd. Het betekent ook dat ijkpunten van de westerse beschaving aan het wankelen zijn gebracht.

“Basisvertrouwen en existentiële veiligheid zijn bepaald niet maakbaar”

Volgens de Pools-Britse denker Zygmunt Bauman leven we in een “vloeibare moderniteit”: een moderniteit zonder richting, zonder inspirerende ideologieën, zonder aansprekende ideeën en zonder morele horizon. Mensen voelen zich niet langer onderdeel van een groter geheel. Aanhoudende twijfel, verwarring en onzekerheid zijn ons deel.

Polarisatie

Gevoelens van existentiële onveiligheid en maatschappelijk onbehagen houden nauw verband met tanend basisvertrouwen. Mensen ervaren een gemis aan verbondenheid en geborgenheid. Het is veelzeggend dat geborgenheid in het Engels met security kan worden vertaald – veiligheid in positieve zin van bescherming door en met elkaar.

Met deze existentiële laag is momenteel iets grondig mis. Bevolkingsgroepen drijven uiteen. Polarisatie zorgt ervoor dat mensen niet langer in gesprek gaan, over en weer bedreigingen gaan uiten en soms zelfs tot geweld overgaan. Over veiligheid gesproken!

Splijtende tegenkrachten

Wanneer het basisvertrouwen in elkaar en in de samenleving onder invloed van onbehagen en ongenoegen afbrokkelt, gaat er een soort ‘buffer’ verloren die ervoor zorgt dat mensen met onzekerheden kunnen omgaan. Of anders gezegd: er is voldoende solidariteit en sociale samenhang nodig om de risico’s van het leven – en dat worden er eerder meer dan minder – samen aan te kunnen.

https://www.kn.nl/nieuwsbrief/

Gebrekkige gevoelens van existentiële veiligheid ondermijnen juist maatschappelijke veerkracht. In het ergste geval valt de samenleving uiteen in splijtende tegenkrachten die elkaar naar het leven staan.

Betere sloten?

Een analyse geven vanuit de vraag waarom de samenleving zo ‘op spanning’ staat is één ding. Een andere is de vraag wat vervolgens te doen. Makkelijke uitwegen zijn er niet. Betere sloten op de deur of nog slimmere camera’s bieden geen soelaas. Basisvertrouwen en existentiële veiligheid zijn bepaald niet maakbaar.

Sterker nog: met het nemen van steeds indringender controlemaatregelen neemt het onderlinge wantrouwen alleen maar toe. Zonder te pretenderen het ultieme antwoord in pacht te hebben, biedt de lange en rijke traditie van christelijk-sociaal denken inspiratievolle uitwegen. Wat zijn in deze traditie bronnen van basisvertrouwen en existentiële veiligheid?

Securitas en certitudo

Voor een (begin van) een antwoord is het nodig om een flinke stap terug in de tijd te doen naar de zestiende eeuw, de tijd van de Reformatie. Maarten Luther maakte toen het onderscheid tussen securitas en certitudo. De term securitas betekent iets als ‘zonder zorg zijn’ en de ‘afwezigheid van pijn’.

“Een voortdurende hunkering naar zekerheid draagt volgens Augustinus bij aan een te grote afhankelijkheid van instituties”

Het gaat hier om de aardse veiligheid van zekerheid, peace of mind en rust. In juridische zin zijn die vrede en rust gebaseerd op staatsmacht: de veiligheid die de overheid haar burgers biedt. De zeventiende-eeuwse filosoof Thomas Hobbes is een belangrijke grondlegger van dit idee. Het geweldsmonopolie van de staat moet chaos voorkomen.

Te grote afhankelijkheid

De kerkvader Augustinus sloeg securitas, een door wereldse machthebbers gegarandeerde vorm van veiligheid, niet erg hoog aan. Volgens hem zijn we uiteindelijk alleen veilig bij God. Een voortdurende hunkering naar zekerheid en veiligheid draagt volgens Augustinus bij aan een te grote afhankelijkheid van instituties en systemen die bescherming moeten bieden.

https://www.kn.nl/opinie/

Een mens zonder zorg is bovendien een wensgedachte die nooit kan worden vervuld. Niemand is ooit helemaal veilig. Mensen zijn kwetsbare wezens en het kwaad blijft bestaan, ook in ieder van ons. En niemand weet van tevoren honderd procent zeker of hij door God gered zal worden.

Positieve connotatie

Tegen deze achtergrond hecht het christelijk-sociaal denken veel waarde aan de notie van (basis)vertrouwen. Het is dan ook niet zo raar dat ‘vertrouwen’ en ‘geloof’ in de Bijbel haast synoniemen zijn. Geloven is je vertrouwen stellen op God. Je verlaat je op – of vertrouwt je toe aan – iets dat groter is dan jezelf.

Zo krijgt ook veiligheid een positieve connotatie: het bevorderen van relaties, van verbondenheid en van geborgenheid. Jezus gebruikt het beeld van schapen en een herder. Schapen vertrouwen op de herder, omdat zij zich veilig voelen bij hem. En de veiligheid die Jezus belooft gaat veel verder dan het aardse hier en nu.

Geloofszekerheid

Hiermee komen we op certitudo, dat verwijst naar ‘geloofszekerheid’ of ‘de zekerheid van Gods genade’. Die zekerheid is niet volledig dichtgetimmerd, maar is een kwestie van overtuiging, vertrouwen en geloof.

“De overheid moet dienend zijn aan burgers en een schild vormen voor de zwakkeren”

Bij certitudo gaat het er niet om dat 8 plus 4 altijd 12 is. Het gaat eerder om een belofte: God gaat een relatie met de mensheid aan en heeft het beste met hen voor. Een dergelijk vertrouwen en geloof kan alleen verkregen worden door securitas in te wisselen voor een toevlucht tot het Hogere. Dat vergt een geloofssprong – een leap of faith, zoals de Engelsen zo mooi zeggen.

Symbolische kant

Nu zou het volkomen naïef zijn om compleet op certitudo te varen. Er blijft een overheid nodig die mensen, zo ver dat kan, tegen risico’s en onveiligheid beschermt. Het afschaffen van de politie leidt al snel tot anarchie en een gebrek aan securitas. Zoals in Romeinen 13 staat, draagt de overheid het zwaard niet tevergeefs.

Toch is er meer nodig dan een functionerend juridisch stelsel. Er zit ook een cruciale, maar vaak onderbelichte, morele en symbolische kant aan de overheid. Vanuit christelijk-sociaal perspectief kan een goede en rechtvaardige samenleving niet zonder een geloofwaardig en betrouwbaar openbaar bestuur. De overheid moet dienend zijn aan burgers en een schild vormen voor de zwakkeren.

Sense of belonging

Deze denkrichting biedt handvatten voor wat een overheid kan betekenen in het borgen van existentiële veiligheid, veiligheid voorbij het handhaven van de openbare orde. Naast burgers zo veel mogelijk beschermen tegen rampen, terrorisme en misdaad gaat het om het aanmoedigen van een sense of belonging, het gevoel ergens bij te horen.

“Onbehagen richt zich op migranten en een ‘linkse elite’, maar onder die oppervlakte schuilt vooral onvrede over het afkalven van goede publieke voorzieningen”

Veiligheid is op dit existentiële niveau van emotioneel en psychologisch welbevinden ook een moreel goed. Het begrip verwijst niet alleen naar de afwezigheid van risico en gevaar, maar is ook constituerend voor het smeden van solidariteit en saamhorigheid tussen burgers.

Basale behoeften

Daarom is een eerste sleutel voor het tegengaan van maatschappelijk onbehagen en onveiligheid een overheid die dicht bij burgers staat. Internationaal onderzoek wijst uit dat maatschappelijk onbehagen zich richt op migranten en een ‘linkse elite’, maar onder die oppervlakte schuilt vooral onvrede over het afkalven van goede publieke voorzieningen: gezondheidszorg, onderwijs, openbaar vervoer, een bibliotheek of een politiebureau in de buurt. Als burgers voelen dat de overheid niet in hun basale behoeften kan voorzien, ontstaan er onrust en grieven.

https://www.kn.nl/van-de-redactie/uw-mening-in-de-krant-schrijf-ons/

De coronapandemie lijkt hier een keerpunt te zijn. Deze mondiale crisis maakte mensen er sterk van bewust hoe het was gesteld met de publieke voorzieningen, in het bijzonder de gezondheidszorg en het onderwijs. Hun ervaringen stelden niet meteen gerust. Het is dus belangrijk om het vertrouwen in de publieke dienstverlening te herstellen.

Civil society

Maar het gaat niet om de overheid alleen. In de rooms-katholieke maatschappijleer wijst het begrip subsidiariteit erop dat de overheid vooral dient in te springen waar burgers en hun sociale verbanden zaken niet zelf kunnen regelen of oplossen. De verantwoordelijkheid voor maatschappelijke vraagstukken moet liefst zo laag mogelijk zijn georganiseerd: bij burgers en hun civil society.

Deze civil society van maatschappelijke initiatieven en organisaties is ook het niveau waar geborgenheid en basisvertrouwen worden gekweekt. Neem burgerinitiatieven, broodfondsen voor zzp’ers en energiecollectieven die gezamenlijk saamhorigheid kweken. Daar ligt een tweede sleutel om existentiële onveiligheid tegen te gaan. Sterke sociale verbanden versterken basisvertrouwen en verminderen maatschappelijk onbehagen. Uiteindelijk zijn we allemaal aan zet.

Ronald van Steden is Universitair Hoofddocent aan de Vrije Universiteit Amsterdam en Senioronderzoeker aan het NSCR. Dit essay is een bewerkte versie van een lezing die hij op 29 augustus 2024 op het Christelijk-Sociaal Congres hield. Zie ook:

Ronald van Steden, Het onbehagen van juf Ank. Over veiligheid en vertrouwen in roerige tijden
Uitgeverij: Buijten & Schipperheijn
Pagina’s: 160 | € 23,90
> BOEK BESTELLEN

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.