fbpx
<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Opinie

Het celibaat is winst

KN Redactie 22 september 2016
image
'Het celibaat maakte van de geestelijke een professional' (Foto: AP)

In tegenstelling tot wat de wereld denkt, heeft zij veel aan het celibaat te danken.

Het celibaat zit in het verdomhoekje. De wereld ziet het (onterecht) als oorzaak van seksueel misbruik. Zelfs de Kerk stelt het celibaat nu ter discussie: als wij de geruchtenmachine mogen geloven, gaat de volgende synode over getrouwde priesters.

Invloed familie

De wereld heeft echter bijzonder veel te danken aan het celibaat, aldus de Amerikaan Francis Fukuyama. In The Origins of Political Order (2011) breekt deze wereldberoemde filosoof een lans voor het celibaat, dat aan de voet staat van de rechtsstaat en in het verlengde daarvan de vrije markt en representatieve democratie.

Macht, zo betoogt Fukuyama, wordt normaliter over familieleden verdeeld. Je wordt rechter of bureaucraat door de invloed van je familie. Die verwacht uiteraard wat terug, bijvoorbeeld gerechtelijke uitspraken in het voordeel van je familie. De rechten van niet-verwanten doen er dan minder toe. Het gevolg is nepotisme, verdeeldheid en corruptie.

Ongehuwd samenwonen

Zo was het in de katholieke Kerk van de vroege Middeleeuwen. Kerkelijke ambten – pastoor, bisschop, zelfs paus – dienden veelal het familiebelang. Menige adellijke familie liet een getrouwde zoon tot bisschop wijden, zodat zijn kinderen kerkelijke landerijen konden erven.

Menig graaf intimideerde geestelijken zodat die ongetrouwd samenwonen – het concubinaat – door de vingers zagen. Dit was ver voor de tijd dat geestelijken uit zichzelf begonnen met het goedpraten van ongetrouwd samenwonen.

Standvastige paus

Eén geestelijke liet zich niet intimideren door de gevestigde machten: Gregorius VII (1073 – 1085). Deze standvastige paus had een visie van de Kerk als superieure macht boven de wereldlijke machten. Alle wereldlijke heersers moesten zich aan haar oordelen onderwerpen. Dat deed de Duitse keizer Hendrik III letterlijk, door op zijn knieën te gaan bij Canossa – een sleutelmoment in de westerse geschiedenis.

Om de Kerk los te weken van wereldlijke belangen, verbood Gregorius de verkoop van kerkelijke ambten en verplichtte priesters tot het celibaat. Het priesterschap was daarmee geen route meer voor adellijke families die hun machtspositie wilden versterken. Dat schiep ruimte voor getalenteerde boerenzonen om met hun talenten de Kerk te dienen.

De Inquisitie

Het celibaat maakte van de geestelijke een professional. Fukuyama noemt het voorbeeld van de (kerkelijk) rechters. Tot de elfde eeuw waren rechters amateurs, met meer oog voor de eigen buidel dan voor rechtvaardigheid. Na de gregoriaanse hervormingen werden zij professionele juristen, die oordeelden op basis van het nieuwe kerkelijk wetboek – rond 1150 gepubliceerd door Gratianus.

Terwijl seculiere rechters heksen in de rivier gooiden om hun (on)schuld te peilen, achtten kerkelijk rechters de beklaagde onschuldig tot zijn of haar schuld was bewezen.
Het professionalisme van de celibataire rechter-priesters maakte dat de Inquisitie, zoals de kerkelijke rechtbank werd genoemd, veel hoger geacht werd door de middeleeuwers dan de seculiere rechtbanken. De kans op een eerlijke uitspraak was bij de tegenwoordig zo vermaledijde Inquisitie veel groter.

Concurrentie

Deze concurrentie voelden de seculiere rechtbanken. Zij volgden het kerkelijk voorbeeld en professionaliseerden. Dat had weerslag op politiek en economie. Als het recht op privé-eigendom niet alleen geldt voor de broers van de rechter maar voor iedere burger, loont het om te investeren en innoveren in de economie. Je weet dan immers dat je handelsschip niet zomaar onteigend kan worden.

Dan loont het ook om parlementaire oppositie te voeren tegen inbreuken op het eigendomsrecht door hebzuchtige heersers: die zijn immers net zo gebonden aan de wet, zal een professionele rechter eerder zeggen.

Amateurisme

Dit alles lijkt voltooid verleden tijd. In de 21e eeuw zal afschaffing van verplicht celibaat toch niet leiden tot partijdige rechtsspraak en tirannieke inbreuk op het eigendomsrecht? Dan zien wij de Kerk echter te zeer vanuit Europees perspectief. In bijvoorbeeld Latijns-Amerika is familiebelang wél vaak een doorslaggevende factor in de politiek. Bij afschaffing van het celibaat kan dat familiebelang ook gaan meewegen bij kerkelijke benoemingen.

Bovendien keert de Kerk dan terug naar amateurisme. Een gezinshoofd kun je niet zes jaar afzonderen op een seminarie. Vooral in armere landen moet hij immers ook het gezin onderhouden. De getrouwde priester zal een theologische analfabeet zijn ten opzichte van zijn celibataire priesterbroeder.

Kritisch vermogen

Een nog groter gevaar is het verlies aan tegenspraak. Een getrouwde priester zal de gevestigde machten niet snel tegenspreken, de overheid kan immers zijn vrouw en kinderen raken. Een celibataire priester heeft geen gezin te onderhouden of een fortuin om door te geven. Hij kan gemakkelijker kritiek uiten.

Zulk kritisch vermogen hebben wij – leken die leven in de wereld – hard nodig, in een tijd waarin de gevestigde machten zich aan God noch gebod iets gelegen laten liggen.

Rutger Schimmel is lezer te Heilig Landstichting.