Het is tijd om met name jonge moslims te helpen zich te ontwikkelen naar de moderne tijd. Dat kan op drie manieren.
De islam is ten dode opgeschreven. Oorlogen en moordpartijen uit naam van Allah en zijn boodschapper zijn de laatste stuiptrekkingen, het teken dat het einde met rasse schreden nadert. De islam is een reus op lemen voeten. Imponerend, maar de scheuren groeien onmiskenbaar.
De islam zal van binnenuit worden aangetast, door mensen – veelal jonge mensen – die genoeg hebben van zijn arrogante gelijk. Zij willen schrijven, muziek maken en discussiëren. Zij willen zich ontwikkelen en niet het hele leven besteden aan het bestuderen en het uit-het-hoofd leren van de Koran.
Het gaat hen om een verbreding van kennis en inzichten, om ontwikkeling naar de moderne tijd, naar contact met de wereld en integratie met behoud van een zekere eigenheid.
Jonge vrouwen, die hun zelfrespect hebben gevonden, richten zich tot hun zusters met de vraag waarom zij zich nog steeds tot gehoorzaamheid aan de man laten dwingen. Zij vragen zich af waarom Koran 4,34 nog niet is geschrapt, waarin staat dat een ongehoorzame vrouw mag worden geslagen door haar man. Jonge vrouwen worden uitgenodigd hun hoofddoeken af te leggen, hun schoonheid te tonen en daarmee Koran 24,31 aan hun laars te lappen.
Zij worden aangemoedigd niet bang te zijn dat zij door het afleggen van hun hoofddoeken worden belaagd, want de wereld is veranderd. In een omgeving van ontwikkeling en respect is het niet meer nodig te wijzen op Koran 33,59, waarin gelovige vrouwen wordt geadviseerd zich in omslagdoeken te hullen, opdat zij worden onderscheiden van ongelovige vrouwen en niet lastig worden gevallen.
De moslims die een nieuwe tijd willen betreden, willen zich niet langer onderwerpen aan de orthodoxen die de woorden van de boodschapper van Allah op de voet willen volgen.
Met dit streven botsen zij op de bekrompen samenlevingen, waarin de moslimgemeenschap uit de tijd van de boodschapper model staat. Voortdurend worden zij bedreigd, vermoord of uit de gemeenschap gestoten.
De blasfemiewetgeving van bijvoorbeeld Pakistan heeft niet alleen consequenties voor de christelijke Pakistani, maar ook voor hen met kritiek op de islam. Bangladesh is berucht vanwege het met vleesbijlen doodhakken van islamcritici, met de Koran in de hand. Deze meutes hebben het gelijk aan hun zijde, want volgens Koran 9,5 moeten moslims die niet voldoende ‘in de leer’ zouden zijn, worden gedood, tenzij zij zich berouwvol bekeren.
Wij moeten die ontwikkeling naar de moderne tijd steunen. Daarbij doen we er goed aan een aantal wegen te bewandelen.
Ten eerste moeten we de orthodoxe islamitische ideologie krachtig bekritiseren, net zo krachtig als indertijd het fascisme in Europa. Deze ideologie is immers de bron van onderdrukking en sociale controle in islamitische gemeenschappen. Ontwikkeling en integratie worden door orthodoxe geestelijken en hun sympathisanten onderdrukt, hetgeen vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw heeft geleid tot het ontstaan van de islamitische getto’s in de grote Europese steden.
Ten tweede moeten we landen als Saoedi-Arabië, Golfstaten en Iran wijzen op hun verantwoordelijkheid voor de wereld. Bovendien moeten we deze landen duidelijk maken dat het aanjagen van de tegenstelling tussen soennitische en sjiitische islam de belangrijkste bron van ellende in het Midden-Oosten is en niet langer acceptabel is. Deze strijd woedt sinds de zevende eeuw en is een teken van een gebrek aan ontwikkeling.
Ten derde moeten we islamitische migranten er actief op wijzen dat vestiging in Europa integratie vereist. Dat wil zeggen dat de migrant de plicht heeft zich te ontwikkelen naar de moderne Europese wijze van samenleven en daaraan mee te doen.
Het moet afgelopen zijn met het kritiekloos toelaten van segregatie, de oorzaak van de slechte sociaaleconomische toestand in de grote islamitische getto’s. Sinds de eerst migratiegolf in de jaren zestig van de vorige eeuw zijn migranten aan hun lot overgelaten met alle sociale en criminele problemen van dien.
We moeten de activisten uit de islamitische wereld in woord en daad steunen. We moeten hen uitnodigen in Europa te publiceren, te werken of te studeren en lezingen te geven. We moeten het islamitisch extremisme en de daarbij horende geestelijkheid met kracht bekritiseren en het huidige gebrek aan integratie van islamitische gemeenschappen wegnemen.
Migranten die weigeren mee te doen, te integreren en te participeren aan actieve modernisering, mogen geen toestemming krijgen in Europa te blijven.
Raymond Meijer is lezer te Amsterdam