Sinds de jaren zeventig is de trend van het individualisme ingezet. Wat leek op een bevrijding van allerlei knellende instanties, is uiteindelijk verworden tot een beknelling die nog steeds vereerd wordt als het gouden kalf.
Het individualisme heeft zich diep geworteld in de politiek, cultuur en ethiek. Het individu is hoog verheven op de eerste plaats komen te staan. En de enige band die mensen nog op een beschaafde manier met elkaar mogen hebben, is de idee van mondiaal burgerschap. Wat mag je er op tegen hebben? Individueel geprezen worden en je verbonden weten met de wereldgemeenschap. Het was en is een illusie.
Je kunt veel commentaar hebben op het christendom en op de Kerken maar vast staat dat de traditionele Kerken al eeuwenlang nadenken over wie de mens is en hoe de mens leeft in verhouding tot de ander. Zeker de katholieke Kerk heeft daar veel over nagedacht, omdat zij de mondiale gemeenschap bij uitstek is, geestelijk en concreet.
Het doorgeslagen individualistisch denken waarvan de autonomie de vrucht is, heeft ons van elkaar vervreemd. Wij hadden dat eerder kunnen zien aankomen. De mens is namelijk van nature geen autonoom wezen, maar een heteronoom wezen. De mens kan alleen maar meer mens worden in relatie tot de ander. Vanuit de theologie mag je zelfs zeggen, vanuit de Ander/ander. Iedereen wordt gevormd in relatie tot anderen. En een mens is nooit af. Tot de laatste dag hier op aarde sta je in die grotere verbondenheid.
Daarmee kun je zeggen dat de mens autonoom staat in een groter heteronoom verband. Zoals je alleen thee kunt drinken uit een kopje of glas, zo kan de autonome mens alleen leven binnen de begrenzing van de afgebakende relaties die hij heeft. In die zin is autonomie sec een illusie en is een onbeperkte vrijheid geen vrijheid maar een geestelijke dwaling die hopeloos maakt.
De Koning verwoordde dat ook in zijn kersttoespraak in 2017: de IK mag kleiner worden en de WIJ groter. Als theoloog zou ik gezegd hebben: IK mag kleiner en God mag groter. Dan zou de WIJ vanzelf volgen.
Nu is de ultieme autonomie (die dus eigenlijk niet bestaat) wel een aantrekkelijke gedachte. Immers, het IK mag daardoor centraal staan. Wij zien dat gebeuren bij veel momenten in onze tijd. Grote voorbeelden zijn de pogingen om het idee van ‘voltooid leven’ wettelijk geregeld te krijgen. Iedereen mag toch zelf weten wanneer hij of zij doodgaat? Wij zien het al bij de huidige euthanasiewetgeving. En vreemd genoeg zien wij het ook bij de donorwet die D66 graag doorgevoerd wilde hebben: ‘Ik heb recht op een nier.’
Voor veel mensen en zeker in het maatschappelijk spreken is er geen God meer. Dit aardse leven is het enige leven. En nu zien wij filmpjes op tv waarin zieke mensen met tranen in de ogen vertellen hoe zij langer zouden kunnen leven als al die andere mensen niet zo egoïstisch hun organen bij zich zouden houden. Dus verandert de wet en onder het mom van vrijheid mag iedereen blijven kiezen.
Maar hier zien wij dat autonomie niet bestaat. Want mensen nemen altijd beslissingen binnen een cultureel kader. Dat kader is de samenleving die bepaalt wat moreel goed is en wat niet. Door wetten te maken waarin de dood zo zelf gekozen mag zijn en mensen worden aangespoord hun organen te schenken, ontstaat een cultuur waarin dit heel gewoon wordt.
Mensen die in het verleden nog iets van hun leven wilden maken en konden rekenen op de aandacht en zorg van anderen, komen in zo’n cultuur tot het inzicht dat de mogelijkheid bestaat te sterven. Het is immers inmiddels algemeen aanvaard om te beseffen dat je leven in bepaalde situaties geen waarde meer heeft, dat je tot overlast kunt zijn of nog sterker, dat je kinderen zeggen: ‘Pa moet je nog leven?’ Zo’n vraag zet je dan aan het denken. Ja, het wordt zelfs bijna egoïstisch om dan toch nog in grote afhankelijkheid te blijven bestaan.
Paus Johannes Paulus II voorzag dit en sprak over de cultuur van de dood. En in die cultuur mag iedereen zogenaamd zelf weten wat hij of zij wil. Dat is dom en gevaarlijk gedacht. Want culturen bepalen een mening. En dus is autonomie meer leed dan vreugde. Ik kies ook voor mijn eigen leven, maar ik laat mij voeden door de leer van de Kerk, die haar bron heeft in Pasen: de cultuur van het Leven.
André van Aarle is diaken te Langeraar.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.