Deze week viert de Nederlandse Kerk de Nationale Roepingenweek. Met een knipoog naar de heilige Willibrord wordt aandacht gevraagd voor roepingen. KN sprak daarom vier priesterstudenten die elk hun eigen verhaal hebben.
“Als je je geroepen voelt tot het priesterschap, kun je dat het beste aan het seminarie onderzoeken”, dacht Ties van Assen voor hij zich dit collegejaar als eerstejaars priesterstudent aanmeldde op het Ariënsinstituut in Utrecht. Sinds hij een jaar of vijftien is, voelt hij steeds sterker dat God wil dat hij priester wordt. “Deze keuze heb ik gemaakt na een traject van me afvragen wat ik met mijn leven wil en wat God van mij verwacht”, zegt hij. “De liefde die ik voor de Kerk voel van jongs af aan draagt bij aan deze keuze.”
Met zijn keuze voor het seminarie is Van Assen geen doorsnee eerstejaarsstudent, al volgt hij ook ‘gewoon’ colleges. Op maandag en woensdag volgt hij vakken op de universiteit van Tilburg, zoals Hebreeuws, Grieks, kerkgeschiedenis en filosofie. Op donderdag krijgt hij op het Ariënsinstituut les over bijvoorbeeld het getijdengebed, priesterlijke spiritualiteit en catechese.
Als priesterstudent krijgt Van Assen vaak vragen van mensen die nieuwsgierig zijn naar zijn keuze. “Daardoor ontstaan mooie gesprekken”, vertelt hij. “Ik vind het een hele eer dat ik dit mag doen, dat de Kerk mij het vertrouwen heeft gegeven dat ik dit mag proberen. Het is mooi om dat naar anderen te mogen uitdragen.”
“Mensen vinden het mooi om te horen dat ik deze keuze heb gemaakt. Ik krijg alleen maar positieve reacties daarover.” Dat geldt ook voor zijn familie en vrienden, al was Van Assens keuze ook voor hen even wennen.
“Gelukkig kom ik uit een gezin waarin het belangrijk is dat je kunt doen waar je gelukkig van wordt”, legt hij uit. “Mijn ouders zijn heel blij voor mij. Ik heb ook een hele diverse vriendengroep, waar dit allemaal gewoon kan en alles goed is.”
Waar Ties van Assen net aan de priesteropleiding begonnen is, is James Keuben bijna klaar. Op zaterdag 9 november wordt hij in de kathedraal van Utrecht door kardinaal Wim Eijk tot priester gewijd. Voor hem zit de priesteropleiding er dus op, maar zijn wijding voelt niet als een ‘voltooiing’ van zijn roeping, geeft hij aan.
“Je moet heel je leven lang blijven onderscheiden wat God op dat moment van je vraagt.”Tweet dit!
“Het is een belangrijk moment, maar daarna mag je blijven doorgroeien”, legt hij uit. “Je moet heel je leven lang blijven onderscheiden wat God op dat moment van je vraagt. Op een bepaalde manier is de wijding dus ook weer een begin.”
Afgelopen zaterdag vertrok Keuben naar Schiermonnikoog: daar bereidt hij zich tot en met donderdag rustig voor op zijn priesterwijding. Hij verblijft in het cisterciënzerklooster op het Waddeneiland. “Ik bid mee met de monniken en ga veel wandelen in de natuur; daar kan ik ook tot gebed komen. Ik heb een aantal teksten meegekregen om me op te bezinnen, waaronder de tekst van het wijdingsgebed en de wijdingsbeloften.”
Na zijn wijding wordt Keuben parochievicaris voor de samenwerkende parochies van Hengelo, Borne en Goor, waar hij sinds januari kandidaat-priester is. “Aan de ene kant blijf ik dus doen waar ik mee bezig ben, want ik sta sinds februari op het liturgisch rooster”, legt hij uit. “Maar ik zal ook meer dingen zelfstandig kunnen doen.”
Aan de Nederlandse seminaries studeren niet alleen Nederlandse priesterstudenten. Zo is in september Charles Velanganni uit India op het Ariënsinstituut begonnen. Hij is sinds 2016 priesterstudent en bereidt zich nu voor om na zijn wijding in Nederland als priester te werken. Vorig jaar was hij ook al twee maanden in Nederland; in de tussentijd heeft hij in zijn thuisland in een parochie en met oudere priesters gewerkt.
“Vorig jaar vroeg onze bisschop wie er naar een ander land zou willen om daar priester te worden”, vertelt Velanganni. “Mijn medestudent Paul en ik zijn toen naar Nederland gekomen. We zeiden tegen de bisschop: ‘We zijn er klaar voor om het Woord van God in een ander land te verkondigen.’”
Velanganni hoopt na zijn priesterwijding in Nederland aan de slag te kunnen gaan. Momenteel is hij druk bezig met het leren van de taal. “Het is soms moeilijk – de taal is best lastig, maar met Gods genade wordt het steeds beter.”
Hij geeft aan dat het in het begin wennen was om in een ander land te wonen. “Alles is anders dan thuis: de cultuur, het weer, het eten en de mensen. Er zijn veel verschillen, maar ik kom hier voor Christus, voor de liefde. Ik kom hier ten dienste van Nederland; dat is Gods plan.”
Soms wordt een priesterroeping pas later in het leven duidelijk. Dat overkwam Richard Numan, vijfdejaars priesterstudent aan het Willibrordseminarie in Heiloo. “Toen ik jonger was, dacht ik er al aan om priester te worden, maar ik had toen nog niet concreet dat idee voor ogen.” Wel heeft hij rond zijn veertigste vier jaar in het bezinningshuis van Foyer de Charité in Thorn gewoond. “Dat was een hele mooie tijd, maar uiteindelijk bleek dat niet mijn roeping.”
Door gesprekken met een priester kwam de studie theologie in zijn vizier. “Gaandeweg die studie raakte ik er steeds meer van overtuigd dat God wil dat ik me volledig ga geven. Na twee jaar de zaterdagopleiding gevolgd te hebben aan het Bonifatiuscollege in Vogelenzang heb ik de switch gemaakt naar het seminarie.”
Ook Numan ervaart veel steun vanuit zijn omgeving. “Mijn familie vroeg wel of ik het zeker wist, omdat Thorn ook niet mijn plek bleek te zijn. Daarom heb ik er lang voor gebeden en een aantal retraites gedaan. Daar werd voor mij bevestigd dat ik op de juiste weg zit. Van mijn vrienden zijn er veel niet gelovig, ook zij vinden het mooi dat ik dit doe.”
Als alles volgens plan verloopt, wordt Numan over een jaar of twee tot priester gewijd. Tijdens stages heeft hij al kunnen ervaren “hoe fijn het is om onderweg te zijn naar het priesterschap”, zegt hij.
Achtergrond
In de voetsporen van WillibrordDe Nationale Roepingenweek is zes jaar geleden in het leven geroepen door de Nederlandse kerkprovincie om meer aandacht voor roepingen tot het priesterschap, het diaconaat en het religieuze leven te wekken. De themaweek valt altijd in de eerste volle week van november, rond de feestdag van de heilige Willibrord, de patroonheilige van Nederland. Volgens Patrick Kuipers, voorzitter van het Interdiocesane Roepingenoverleg, is Willibrord “een blijvend voorbeeld”, omdat hij “in lastige omstandigheden moed bleef houden en het geloof verspreidde”. De priesters, diakens en religieuzen van tegenwoordig zijn hard nodig om in de huidige maatschappij hetzelfde te doen, aldus Kuipers. |
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.