Tanja van Leeuwen verdiepte zich in feministische theologie en vrouw-en-geloofgroepen. In september 2024 verscheen haar boek Tot spreken heb je mij gehoord. De kracht van Vrouw en Geloof, een studie over deze in de jaren zeventig en tachtig ontstane groepen waarin vrouwen hun geloof verdiepten en hun stem binnen de Kerk lieten horen.
“Ik groeide op in een katholiek gezin in Alphen aan den Rijn. Op latere leeftijd ging ik theologie studeren. Tijdens mijn studie zei iemand: ‘Als jij als vrouw theologie studeert, dan ben je verplicht je bezig te houden met feministische theologie.’ Dat zette me aan het denken. Later begeleidde ik vrouw-en-geloofgroepen en ik vind het betreurenswaardig dat er zo weinig bekend is over de nalatenschap van deze groepen.
Zo begon mijn onderzoek. Ik reisde door het hele land, sprak vrouwen en verzamelde hun verhalen. In totaal heb ik sinds 2017 81 interviews afgenomen. Sommige vrouwen van het eerste uur zijn inmiddels overleden. Achteraf gezien had dit onderzoek niet veel later moeten beginnen.
Het slothoofdstuk heet niet voor niets Wat kwamen we van ver en beschrijft hoe vrouwen ooit hun baan verloren bij een huwelijk of zwangerschap. Er is veel veranderd, en die ontwikkeling heb ik vastgelegd.”
“De titel van het boek is ontleend aan de theologe Nelle Morton. Zij maakte ooit een bijzonder moment mee in een vrouwengroep. Er was een vrouw die de hele tijd niets zei. Ze luisterde, maar bleef stil. Pas tegen het einde, na misschien wel dagen, begon ze te praten. Eerst aarzelend, zoekend naar woorden, en toen zei ze: ‘Ik heb pijn, ik heb overal pijn.’
“Het waren stuk voor stuk vrouwen die op de een of andere manier iets wilden veranderen.”
Ze vertelde haar levensverhaal, vol emotie, tranen. De rest van de groep zweeg. Niemand onderbrak haar, niemand gaf direct advies of oordeel. Ze luisterden gewoon. En toen de vrouw klaar was, zei ze: ‘Ik heb het gevoel dat jullie mij al hoorden voordat ik begon te spreken.’
Dat inzicht trof Morton. Ze begon erop te letten en ontdekte dat dit in veel vrouwengroepen gebeurde: vrouwen hoorden elkaar tot spreken. Door écht te luisteren gaven ze elkaar ruimte om een stem te vinden, om woorden te geven aan wat lang onuitgesproken was gebleven.”
“Hoe universeel de ervaringen van vrouwen waren, ongeacht waar ze vandaan kwamen. Vrouwen zelf dachten soms dat de ontwikkelingen in verschillende delen van het land heel anders verliepen. Maar in grote lijnen zag ik juist overal hetzelfde patroon.
Of je nu in het noorden of zuiden zat, of je nu universitair geschoold was of een meer praktische achtergrond had: de processen die deze vrouwen doormaakten, leken sterk op elkaar. Wat ze verbond, was hun openheid voor verandering. Het waren stuk voor stuk vrouwen die op de een of andere manier iets wilden veranderen.
Een ander punt dat me opviel: het waren vrijwel altijd ‘kadervrouwen’: vrouwen die al actief waren binnen de Kerk. Van de vrouwen die ik geïnterviewd heb, was bijna iedereen op een bepaalde manier betrokken. Er waren maar weinig uitzonderingen op die regel.”
“Wat me het meest heeft geraakt in de interviews – en waar ik echt moeite mee had – was de pijn die zoveel vrouwen hebben geleden binnen de Kerk. Er waren goedlopende vrouwengroepen, maar dan kwam er een nieuwe bisschop die het niet zag zitten, of die vond dat mannen de leiding moesten hebben.
In het bisdom Den Bosch was bijvoorbeeld een bloeiende, groeiende groep. Maar toen kwam bisschop Ter Schure en ineens werd er tegen zo’n groep door mannen gezegd: ‘Wij nemen niks van vrouwen aan.’ Dat vind ik schokkend.
De katholieke Kerk springt morsig om met de kracht van vrouwen. Er waren zoveel vrouwen die bereid waren zich in te zetten, die met hart en ziel betrokken waren. Maar uiteindelijk hebben velen de hoop opgegeven. ‘Ik geloof er niet meer in’, zeiden ze dan. ‘Ik geloof niet dat we ooit nog een stem krijgen.’
Want ja, nu is er misschien een paus die verandering wil brengen. Maar straks komt er weer een andere, en dan wordt alles weer teruggedraaid. Daar ben ik echt van geschrokken. Dit waren vrouwen met zoveel kracht, zoveel inzet. En toch zijn ze uiteindelijk met pijn in het hart weggegaan.
Toch is er nog hoop. Het Netwerk Katholieke Vrouwen heeft gelukkig weer veel vrouwen in Nederland wakker geschud, hen aangemoedigd om hun stem te laten horen in het synodale proces. Ik ben daar ook lid van. En mensen als Monique van Dijk-Groeneboer spelen daar een heel positieve rol in. Ik wil de hoop niet opgeven, nee.”
“De spiritualiteit van de geloofgroepen. Vrouwen vonden daar hun spirituele thuisbasis, een plek waar ze hun geloof konden verdiepen zonder dat er van bovenaf werd opgelegd wat wel of niet mocht. Ze kregen ruimte om hun eigen spiritualiteit te ontwikkelen, iets wat ze vaak in de traditionele Kerk misten.
Wat me opviel in de interviews, is hoe deze vrouwen zich door de jaren heen hebben ontwikkeld, vooral persoonlijk en in hun godsbeeld. Ook hun relatie tot de Kerk veranderde soms. Als ik vroeger aan mijn ouders vroeg wat Pasen betekende, zeiden ze: ‘Dan is de Heer opgestaan.’ Maar er zat geen diepere inhoud achter. Bij vrouwengroepen kregen vrouwen die inhoud wel.
Een terugkerende frustratie was dat de Kerk vrouwen vaak zelf heeft gesterkt – hen ruimte gaf om te groeien, kennis op te doen, een stem te vinden – maar zodra ze daadwerkelijk krachtig werden, werden ze buitengesloten. ‘Zijn ze bang voor ons? Wat is er aan de hand?’ vroegen veel vrouwen zich af. Dat begrijp ik wel.
“Vrouwen kregen een plek waar ze invloed konden uitoefenen, waar ze konden groeien in hun geloof en zich sterker voelden binnen hun gemeenschap”
In de praktijk waren de vrouwengroepen eigenlijk allemaal oecumenisch. De groepen werden soms gefinancierd vanuit katholieke bisdommen of congregaties, maar aan de deur werd niet gevraagd: ‘Ben jij katholiek?’ Vrouwen hoorden via via over de groep en kwamen gewoon mee. Het was echt oecumene aan de basis. Toch waren er ook verschillen.
In de protestantse Kerk kunnen vrouwen dominee worden en volwaardig meedoen. In de oudkatholieke Kerk mogen vrouwen alles: priester worden, volledige taken op zich nemen. Maar zelfs daar moesten vrouwen soms nog steeds hun plek bevechten. Binnen de rooms-katholieke kerk? Daar kom je gewoon nergens. Je kunt het mooier maken dan het is, zeggen dat vrouwen allerlei taken mogen doen, maar zo werkt het niet. Dat blijft pijnlijk.”
“De vrouw-en-geloofgroepen hebben in eerste instantie een enorme betrokkenheid bij de Kerk aangewakkerd. Vrouwen kregen een plek waar ze invloed konden uitoefenen, waar ze konden groeien in hun geloof en zich sterker voelden binnen hun gemeenschap. Ze merkten dat er ruimte was om veranderingen aan te kaarten; denk aan de taal in liederen, waarin alleen maar over ‘broeders’ en ‘heren’ werd gezongen, terwijl er gewoon vrouwen in de kerk zaten.
Maar op de lange termijn? Dat is een ander verhaal. Wat je zag, is dat deze vrouwen juist door hun ervaring in de vrouw-en-geloofgroepen meer elan kregen om zich actief op te stellen binnen de Kerk. Ze wilden erbij horen, ze wilden bijdragen. Maar uiteindelijk landde dat niet meer. Hun invloed werd steeds verder teruggedraaid. De deur die eerst op een kier stond, werd langzaam weer dichtgeduwd.
Dat was het breekpunt. Een deel van de vrouwen is daardoor de Kerk helemaal uitgestapt. Niet omdat ze hun geloof verloren, maar omdat ze zich simpelweg niet meer konden vinden in het taalgebruik, in de manier waarop ze buitengesloten werden. Toch bleven ze die spirituele plek missen.
En dan waren er de vrouwen die wel in de kerk bleven komen, maar niet perse vanwege het geloof zelf. Voor hen werd de sociale component belangrijker dan de inhoud. Weer anderen bleven zich katholiek of protestant noemen, maar vonden hun spirituele thuis niet meer in hun eigen geloofsgemeenschap. Dus gingen ze op zoek naar alternatieve geloofsgroepen.
Uiteindelijk zie je een patroon: in eerste instantie brachten deze vrouwengroepen hen dieper de Kerk in. Maar door de reactie van de kerken zelf – de weerstand, het terugdraaien van verworvenheden – werden ze er juist weer uitgeduwd. En daarmee is er zoveel verloren gegaan.”
“Als er iets is waarvan ik hoop dat dit uit het boek naar voren komt, dan is het wel hoeveel vrouwen in huis hebben aan eigenheid. Want vrouwen hebben hun eigen spiritualiteit. Ze ontdekken andere dingen in bijbelteksten dan mannen. Ze kijken anders naar geloof, naar de praktijk van het kerk-zijn. En daarom heb je de visie van vrouwen nodig. Niet als aanvulling, maar als een wezenlijk perspectief. Ik hoop dat dat nog duidelijker wordt wanneer mensen dit boek lezen.
En daarnaast, ook door die titel, dat het belang van luisteren écht doordringt. Dat vrouwen gehoord worden, niet half, niet met een tegenargument al in de aanslag, maar écht. Dat mensen misschien even achterover gaan zitten en luisteren. Eens horen wat er gezegd wordt, zonder meteen in te vullen, te corrigeren of te nuanceren. Gewoon luisteren. Want daar begint alles mee.”
Tanja van Leeuwen, Tot spreken heb je mij gehoord. De kracht van Vrouw en Geloof Uitgeverij: Van Warven Pagina’s: 340 | € 29,95 |
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.