KOEMI, de organisatie die jongeren op muzikale wijze dichter bij God brengt, is uit zijn jasje gegroeid en moet op zoek naar een grotere locatie. Wat is het geheim van die ongebreidelde groei? “Waar we de koppeling tussen leven en leren kunnen maken, daar gebeuren dingen.”
“We hangen hier met de benen buiten”, zegt Harm Ruiter, coördinator van KOEMI. De voormalige Goede Herderkerk in Helmond, het hoofdkwartier van de organisatie, is te klein geworden voor de alsmaar groeiende groep kinderen, jongeren en begeleiders die samen KOEMI vormen.
Zeker tijdens meerdaagse activiteiten, zoals repetitieweekenden voor de bekende musicals, is het proppen. Tachtig à negentig mensen moeten tijdens zo’n weekend drie toiletten en één oefenruimte delen. “De stapelbedden zijn inmiddels driehoog”, zegt Ruiter. Om te douchen en te koken moeten de KOEMI’s zelfs naar een ander gebouw.
Dat de organisatie in tijden van katholieke krimp juist op zoek moet naar iets groters is een luxeprobleem, erkent Ruiter. Er is echter nog een tweede argument om een nieuwe stek te zoeken, want de kerk die zijn organisatie in bruikleen heeft, staat op de nominatielijst om verkocht te worden.
Ruiter hoopt in 2025 of 2026 uit te kunnen wijken naar de Pauluskerk even verderop, maar dat hangt af van een aantal factoren; zo is de financiering van dat plan nog niet rond.
Dat de groei van KOEMI blijft doorzetten, kan Ruiter niet helemaal verklaren. Hij merkt dat veel jongeren op zoek zijn naar een “thuis” om deel van uit te maken. “Jongeren zijn blijvend op zoek naar God. Ik hoor verhalen uit heel het land van individuele jongeren die uit het niets aankloppen bij een kerk omdat ze katholiek willen worden. Dat is een frappante ontwikkeling, zeker in het meest geseculariseerde land van Europa.”
Ruiter ziet daarin de werking van God in de harten van mensen. Ook merkt hij dat KOEMI eigenlijk al sinds zijn ontstaan in 2008 (toen nog onder de naam KISI Nederland) een aanzuigende werking heeft. Veel jongeren worden lid omdat een KOEMI hen een keer meeneemt, of omdat ze de groep zien spelen tijdens een opvoering.
Volgens de KOEMI-formule komen kinderen en tieners met het geloof in aanraking door zang, dans en theater. “Ons hoofddoel is kinderen in contact brengen met Christus en ze helpen groeien als leerling van Jezus”, legt Ruiter uit. Hij merkt dat kinderen zich geloofsopvoeding pas echt eigen maken door wat ze geleerd hebben in de praktijk te brengen.
Zo nam een tiener laatst een collega van zijn bijbaantje mee naar een KOEMI-bijeenkomst. Dat was niet alleen een leerzame ervaring voor zijn collega, maar ook voor die jongen zelf, die moest bedenken hoe hij zijn geloof kon uitleggen. “Dan zie je heel veel groei ineens. Overal waar we de koppeling tussen leven en leren kunnen maken, daar gebeuren dingen. Dat kun je de pedagogiek van KOEMI noemen.”
Met verschillende generaties samen op weg zijn is een belangrijk element van die pedagogiek, want bij KOEMI lopen mensen van alle leeftijden rond. Kinderen in de basisschoolleeftijd vormen de primaire doelgroep. Wanneer zij ouder worden, krijgen ze meer verantwoordelijkheden.
Daarnaast bestaat er een grote groep ouders en begeleiders die op allerlei manieren steun bieden. Tussen die groepen vindt veel overdracht over en weer plaats. “Ikzelf wordt fris gehouden door de jonge generatie”, vertelt Ruiter. “Tegelijkertijd kan ik vanuit mijn ervaring stabiliteit bieden.”
Veel katholieke organisaties zijn op zoek naar manieren waarop de geloofsopvoeding van kinderen bestendigd kan worden. Wat kinderen leren bij bijvoorbeeld communieprojecten verdampt namelijk snel wanneer er in hun gezin geen aandacht voor geloofsthema’s is.
“Als kinderen op één plek worden vastgehouden, werkt dat vaak averechts.”Tweet dit!
De intergenerationele benadering van KOEMI helpt om het geloof in gezinnen meer bedding te geven, denkt Ruiter. “We zien dat waar kinderen actief zijn, de ouders ook betrokken raken.”
Wat klein begint, zoals helpen met vervoer of kostuums wassen, kan uitgroeien tot een gemeenschap. “Ook bij deze gezinnen kunnen problemen spelen. We zien veel onderlinge relaties ontstaan waarbij mensen elkaar steunen, met gebed én met praktische hulp.”
In een tijd waarin veel parochies op zoek zijn naar manieren om gezinnen aan te trekken en de jonge generatie vast te houden, kan een landelijke organisatie als KOEMI op concurrentie lijken, maar volgens Ruiter hoeven parochies niet bang te zijn dat zijn organisatie jongeren ‘wegkaapt’.
De Helmondse Lambertusparochie is daar een goed voorbeeld van: regelmatig is een groot deel van de kerkgangers afwezig vanwege KOEMI-activiteiten, maar de organisatie heeft ook een positief effect op het gezinspastoraat van de parochie. Zo versterken werelden elkaar, aldus Ruiter. “Als kinderen op één plek worden vastgehouden, werkt dat vaak averechts. Maar als je ze op een open hand legt, kunnen ze hun weg met God vinden in een breder netwerk.”
Ruiter drukt lokale gemeenschappen op het hart om jongeren los te durven laten, zelfs al zijn ze daardoor een tijdlang minder in de parochie te vinden. “Op de lange termijn is de uitwerking positief, ook voor lokale gemeenschappen. Want uiteindelijk gaan die jongeren ook weer op zoek naar een thuis waar ze zich kunnen settelen.”
Zie ook de website van KOEMI. Dit artikel kwam tot stand met steun van het Instituut voor Huwelijk, Gezin en Opvoeding (IHGO).
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.