Tieners zijn meer online dan ooit, maar gezinscoach Leenard Kanselaar bespeurt “opvoedverlegenheid” bij ouders als het gaat om mediaopvoeding. Hij pleit daarom voor meer betrokkenheid bij het digitale leven van kinderen.
Wat is een ‘dm’? Hoe praat ik met mijn kind over porno? En hoeveel schermtijd is te veel? Ouders kunnen er niet omheen dat digitale opvoeding tegenwoordig een onvermijdelijk onderdeel van het grootbrengen van kinderen is.
Voor velen is het ook lastig, want door generatieverschillen hebben ouders vaak weinig inzicht in wat de digitale wereld precies inhoudt en waar ze het dus met hun kind over moeten hebben. Om ouders op een praktische manier te helpen daarover het gesprek te voeren, schreef gezinscoach en voormalig jongerenwerker Leenard Kanselaar het boek Kom van dat scherm af!.
Rond 2012 begon de digitale omgeving een steeds grotere rol te spelen in het leven van jongeren; als gevolg daarvan groeiden ook de vragen van ouders daarover, zag Kanselaar. “Er is een vrij grote kloof tussen de werelden van ouders en tieners”, zegt hij.
“Toen de ouders van nu opgroeiden, was er één televisie in huis, maar nu telt een gemiddeld huishouden veel meer beeldschermen. De schermtijd van tieners is ontzettend hoog: meer dan acht uur per dag is geen uitzondering. Ouders lopen daar tegenaan, dat zorgt voor gedoe in veel gezinnen.”
Met zijn boek wil hij die kloof overbruggen door ouders inzicht te geven in de wereld van hun kind en hen helpen om over hun digitale “opvoedverlegenheid” heen te komen. “We maken een duidelijk onderscheid tussen een online en een offline wereld, maar voor jongeren is dat echt een en hetzelfde. Ouders moeten dus, net zoals ze betrokken zijn bij het offline leven van hun kind, dat ook zijn bij het online leven van hun kind.”
Kanselaar hamert daarom op het belang van het gesprek aangaan. “Ontdek eerst waarom kinderen het zo leuk vinden om te gamen of op TikTok te zitten, door dat eens samen met hen te beleven. Van daaruit kun je kijken hoe je dat met elkaar een gezonde plek kunt geven in het gezin.”
Want grenzen stellen is wel belangrijk. Het hoge internetgebruik van jongeren en de negatieve effecten daarvan krijgen steeds meer maatschappelijke aandacht: de discussie over het verbieden van telefoons in de klas is daar een voorbeeld van.
Kanselaar vindt de maatschappelijke aandacht voor het onderwerp positief, maar pleit er wel voor om met jongeren te praten en niet alleen over hen. “Jongeren denken zelf ook na over hun schermgebruik en geven ook regelmatig aan dat ze het te veel vinden. Soms hebben ze volwassenen nodig die hen helpen dat te begrenzen.”
Sociale media als TikTok en Instagram zijn ontworpen om de aandacht van gebruikers zo lang mogelijk vast te houden. Dat maakt de digitale opvoedingstaak van ouders er niet makkelijker op. “Het is eigenlijk vechten tegen de bierkaai. Tegen de grenzen die jij voor jouw kind stelt, staan duizend techneuten met veel wetenschappelijke en psychologische kennis, die verleidelijke apps ontwikkelen waar je kind geen weerstand tegen kan bieden.”
“Online opvoeding begint met het voorbeeld dat ouders aan hun kinderen geven.”
“Ouders kunnen die strijd niet in hun eentje voeren; daar hebben ze de samenleving en de overheid voor nodig. Die zie je langzaamaan in beweging komen: in het Europees Parlement wordt gepraat over beperking van verslavende apps en in Nederland over smartphoneverboden op scholen.”
Wie denkt dat deze onderwerpen in gelovige gezinnen minder spelen, heeft het mis: uit onderzoek blijkt keer op keer dat er geen verschil is tussen het online gedrag van gelovige en niet-gelovige jongeren. “Ze zitten allemaal op TikTok, Snapchat en op Netflix kijken ze dezelfde series. Het kan een valkuil zijn voor gelovige ouders als ze denken: mijn kind gaat naar de kerk en is betrokken bij tienergroepjes, dus die doet dat niet.”
Met dat vooroordeel probeert Kanselaar in zijn boek af te rekenen door ouders een spiegel voor te houden: “Weet dat jouw kind in dezelfde wereld actief is en tegen dezelfde risico’s aanloopt. Dat ze naar de kerk gaan zegt niet veel over waar tieners online mee bezig zijn en mee geconfronteerd worden. Sterker nog, volgens een onderzoek van het Reformatorisch Dagblad doen gereformeerde jongeren vaker aan sexting (het sturen van seksueel getinte berichten en foto’s, red.) dan hun niet-kerkelijke leeftijdsgenoten.”
Kom van dat scherm af! is niet het eerste boek dat over online opvoeding is geschreven. Toch denkt Kanselaar met zijn boek iets nieuws aan de bestaande lectuur bij te dragen. “Ik had een boek kunnen schrijven over mediaopvoeding en de online leefwereld, maar online opvoeding begint met het voorbeeld dat ouders aan hun kinderen geven. Ik zoom sterk in op de voorbeeldrol die volwassenen hebben in het leven van een tiener.”
Daarnaast is zijn boek praktisch ingesteld: “Ik wilde een boek schrijven dat ouders tips geeft waar ze per onderwerp meteen mee aan de slag kunnen. Ik heb geprobeerd het zo praktisch en concreet mogelijk te maken.”
Dit artikel kwam tot stand met steun van het Instituut voor Huwelijk, Gezin en Opvoeding (IHGO).
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.