Weinig kerkleiders waren in 2024 zo vaak in het nieuws als bisschop Johan Bonny van Antwerpen. Na een bewogen jaar maakt hij de balans op en deelt hij waar hij licht vindt in donkere tijden. “Vooral dát is hoop, dat er nog een andere kijk is op deze werkelijkheid.”
Het bisschopshuis van Antwerpen staat pal in het hart van de havenstad, op een van haar drukste punten. Dag en nacht klinkt hier het pulserende tumult van krioelende voetgangers, zoevende trams, ronkend en rokend autoverkeer. Ook in de werkkamer van bisschop Johan Bonny valt er aan het rumoer niet te ontsnappen: de kakofonie spoelt tegen de ruiten zoals verderop het Scheldewater tegen zijn kades.
De hectiek buiten is bijna een metafoor voor het woelige jaar dat bisschop Bonny achter de rug heeft; over geen bisschop in het Nederlands taalgebied berichtten de media in 2024 zo vaak als over hem. In februari werd bekend dat hij het Vaticaan om een “herschikking” van zijn taken had gevraagd vanwege de impact van het misbruikdossier op zijn takenpakket. Even leek het erop dat hij een ontslagverzoek had ingediend, maar dat werd later genuanceerd.
Begin juli werd duidelijk dat hij – vergeefs – om een hulpbisschop had gevraagd om zijn werklast te verlichten. Diezelfde maand liet hij weten zijn taak als officieel kerkelijk aanspreekpunt voor slachtoffers van seksueel misbruik neer te leggen, omdat die fysiek en emotioneel te zwaar voor hem geworden was. “Mijn dokter zei: ‘Stop ermee, het maakt je kapot’”, deelde hij toen.
Inmiddels is het wat rustiger rond de bisschop die sinds 2009 het grootste bisdom van Vlaanderen leidt. “Een bewogen jaar is ook een uitdaging om nieuwe krachten aan te boren”, vertelt hij.
Bonny heeft zijn takenpakket opnieuw ingedeeld en richt zich nu weer meer op zijn eigen bisdom. “Het doet goed om opnieuw dichter bij mijn eigen bisdom en bij de mensen te staan. Ik bewaak ook beter mijn grenzen in wat ik allemaal toezeg en doe. Het is gemakkelijk om anderen te zeggen dat ze hun grenzen moeten bewaken, maar soms moet je dat zelf ook eens horen.”
“Het contact met misbruikslachtoffers heeft mij doen inzien dat zulke vaak louterende gesprekken veel eerder hadden moeten plaatsvinden.”Tweet dit!
En ja, tegen het grootstedelijke geraas langs zijn voordeur heeft hij ook een remedie gevonden: een huis met een tuin in de Kempen, waar hij zo nu en dan naartoe kan. “Je verslijt als je op de drukste plek van Antwerpen woont. Het doet me daarom goed om wat dichter bij de natuur te kunnen zijn.”
In het afgelopen jaar heeft hij geleerd dat hij niet langer kan doorgaan op de manier waarop hij de afgelopen vijftien jaar bisschop is geweest. De bisschop is zichzelf tegengekomen, geeft hij toe: op zijn 69ste heeft hij niet meer de krachten van een vijftiger of een jonge zestiger.
“Er is in de Kerk ballast om te dragen, maar je schouders moeten ertegen opgewassen zijn. De Kerk vraagt van bisschoppen dat ze doorgaan tot ze 75 worden. Dat is wellicht een goede keuze, maar wat je aankan op een bepaalde leeftijd, dat heb je niet helemaal zelf in handen. Dan moet je de bescheidenheid hebben om herschikkingen door te voeren.”
Het overdragen van de verantwoordelijkheid voor de kerkelijke misbruikaanpak heeft verlichting gebracht, maar een makkelijke keuze was dat niet. “Als je iets vijftien jaar hebt gedaan, ben je ermee vergroeid. Als je dingen moet laten gaan waarvoor je je al die tijd met hart en ziel en overtuiging hebt ingezet, dan besef je plots dat loslaten een opdracht in het leven is.”
Inmiddels heeft aartsbisschop Luc Terlinden de centrale aansturing en opvolging van het misbruikbeleid in de Belgische Kerk overgenomen. Bonny hoeft daardoor niet meer elke week voor een vergadering naar Brussel; ook het onderhouden van digitale contacten en het schrijven van allerlei teksten hoeft hij daarvoor niet meer te doen. Zeker in de periode tussen 2010 en 2013, toen de misbruikcrisis in België op zijn heftigst woedde, ging zeker de helft van zijn tijd daaraan op.
“Dat zou ik nu echt niet meer kunnen; het is ook beter dat ik dat heb doorgegeven aan mensen die daar nu beter toegerust voor zijn.” Dat betekent echter niet dat het onderwerp voor hem afgesloten is. Hij blijft de misbruikdossiers in zijn eigen bisdom opvolgen en onderhoudt nog steeds contacten met slachtoffers uit zijn en andere bisdommen. “Het blijft een vast onderdeel op mijn agenda. Er gaat geen dag voorbij of ik ben met iets van die problematiek bezig.”
De Kerk in Vlaanderen lag en ligt fel onder vuur vanwege de misbruikschandalen. Het verschijnen van de misbruikdocumentaire Godvergeten in september 2023 deed dat vuur nog eens oplaaien tot vulkanische proporties.
De vraag waar hij in die situatie de moed om door te zetten vandaan haalde, vindt bisschop Bonny lastig te beantwoorden. “Allereerst: de moed van de slachtoffers van misbruik om door te zetten, staat buiten kijf en verdient alle respect. Voor mij persoonlijk hielp het dat ik steun kreeg van mensen die de samenleving kennen en die professioneel geschoold zijn om met problematische situaties om te gaan”, zegt hij na lang nadenken.
“Want het klopt dat wij als kerkmensen niet toegerust zijn daarvoor. Wij hebben ook meestal het karakter niet om met zo’n complexe maatschappelijke problematiek om te gaan. Wij komen eerder uit de softe hoek: wij hebben geleerd om mensen nabij te zijn, hoe je kunt bemiddelen en verbinden. Maar wij hebben niet geleerd wat criminaliteit is. Want dat is het misbruik van een kind: pure criminaliteit.”
In de werkkamer waar hij zich laat interviewen heeft hij ook veel gesprekken gehad met slachtoffers. Soms verliepen ze moeizaam, maar toch verlieten mensen naderhand “met een beter gevoel” de ruimte, denkt Bonny. “Het contact met de slachtoffers heeft mij doen inzien dat zulke vaak louterende gesprekken veel eerder hadden moeten plaatsvinden – twintig, dertig, veertig jaar geleden al.”
“Het is gemakkelijk om anderen te zeggen dat ze hun grenzen moeten bewaken, maar soms moet je dat zelf ook eens horen.”Tweet dit!
Soms vraagt de bisschop zich af hoe het komt dat de misbruikproblematiek zo veel van zijn tijd heeft ingenomen. “Zoveel tijd heeft het niet gevraagd van mijn voorgangers – die hebben er naar mijn mening te weinig tijd ingestopt. Ik hoop dat ook mijn opvolgers er minder tijd in zullen moeten stoppen, dat het tegen die tijd beter geregeld is en er gewoon ook minder tot geen misbruikgevallen in de Kerk meer zijn. Mijn opvolgers zullen andere zorgen hebben, misschien nog grotere dan ik, maar ik hoop dat dit thema dan geen al te grote last meer zal zijn.”
Bonny probeert dat ook door een spirituele bril te bekijken: “Dan zeg ik tegen mezelf: als dat nu de voorzienigheid is, dat dit nu mijn agenda als bisschop moet vullen, dan zij het zo. Je hebt altijd de verantwoordelijkheden die in jouw tijd op je afkomen en waar je op dat moment een gepast antwoord op moet geven. Dat straalt dan af op je gebed, op je geloof, op hoe je je in de Kerk voelt en hoe je naar de Kerk kijkt.”
Met het oog op het nakende kerstfeest is bisschop Bonny in gedachten veel bij de conflicten in het Heilig Land. “Daar wordt letterlijk met vuur gespeeld. Daar sneuvelen onschuldige mannen, vrouwen en kinderen op de meest brute, nietsontziende manier. Het wordt allemaal toegedekt met uitdrukkingen waarvan je weet dat ze de waarheid geweld aandoen. Het is niet zo dat elk slachtoffer een potentiële terrorist is. Maar dat daar elke dag onschuldige mensen bij bosjes blijven sneuvelen, dat treft mij heel diep.”
Daar zit voor hem ook een persoonlijke noot. Voor hij bisschop van Antwerpen werd, werkte hij elf jaar lang met Midden-Oosterse christenen voor de Pauselijke Raad ter Bevordering van de Eenheid van de Christenen in Rome. Hij kent dan ook de complexiteit en het broze evenwicht van de samenleving daar.
“Nu worden alle historische evenwichten daar met grof geweld en westerse steun, voornamelijk vanuit Amerika, zomaar aan flarden geschoten. Dit is niet meer te herstellen. Die samenleving is fataal kapotgeschoten. Dit is voor mij de grootste beproeving in deze kersttijd. Jezus is geboren in Bethlehem. En dat ligt nu werkelijk in het hart van het conflict dat zich daar afspeelt.”
Hoop houden voor de situatie in het Heilig Land vindt bisschop Bonny dan ook geen makkelijke opgave. Vorig jaar had hij besloten om geen kerststal neer te zetten. In plaats daarvan zette hij een foto neer van een meisje dat haar benen en haar familie bij een bombardement was kwijtgeraakt, geflankeerd door Jozef en Maria.
Het meisje is later omgekomen toen het ziekenhuis waar ze lag gebombardeerd werd. De foto staat nog steeds in Bonny’s werkkamer. “Het kind Jezus is vandaag dat kind, dat daar compleet onschuldig moest sterven voor menselijke brutaliteiten.”
“De hoop waarover de apostel Paulus spreekt, gaat over de menselijke wereld, maar ook en vooral over het Rijk Gods. Die heeft te maken met wie groot is in Gods ogen: de vredestichters, de slachtoffers, de onschuldigen, de profeten die volhouden en daarvoor een prijs betalen. Daarover gaat de hoop, dat er altijd genoeg mensen zullen zijn die opkomen voor vrede, die zelf standhouden in geweldloze weerbaarheid.”
“Wie of wat heeft God gezien in dit conflict dat wij er niet in gezien hebben? Welke mensen heeft Hij alleen zien zitten in hun ellende, hun onschuld, hun weerloosheid?” vervolgt hij. “Welke daden van menselijkheid of opoffering heeft Hij alleen gezien? Vooral dát is hoop, dat er nog een andere kijk is op deze werkelijkheid. En dat God die zal waarmaken in zijn tijd en op zijn manier.”
Bisschoppen gaan meestal met emeritaat als ze 75 jaar worden. Voor Bonny betekent dat dat hij nog een kleine zes jaar voor de boeg heeft. “Mijn zorg, verlangen en hoop betreffen de basis van de Kerk”, zo schetst hij waar hij in die laatste jaren zijn aandacht op wil vestigen. De katholieke gemeenschappen in Vlaanderen maken – net als overal in West-Europa – een moeilijke tijd door.
“Je hebt altijd de verantwoordelijkheden die in jouw tijd op je afkomen en waar je op dat moment een gepast antwoord op moet geven.”Tweet dit!
Nieuwe gemeenschappen die aantrekkelijk zijn voor jongeren en jonge gezinnen bij elkaar brengen uit oude parochiestructuren, is niet eenvoudig. Ook het priestertekort is nijpend. In de afgelopen jaren zijn een dertigtal buitenlandse priesters de Antwerpse rangen komen versterken, waar de bisschop erg dankbaar voor is. “Wie uit Afrika of Azië komt, neemt zijn eigen aard mee, maar dat is goed. Zij moeten geen klonen worden van wie wij zijn. Laat ze maar vanuit hun eigen achtergrond eens schudden aan de boom en wat wakker maken.”
Bonny heeft natuurlijk geen “pastorale toverstaf”, maar wil door het geven van aandacht doen wat hij kan. “Het gaat om mensen motiveren, enthousiast maken, bij elkaar brengen. Weerbaar maken ook, om de stormen van de tijd te doorstaan. Het is daarom belangrijk dat je als bisschop aan de basis zichtbaar bent.”
Ondanks tijden van krimp en onzekerheid, waarin in de verte oorlogen woeden en dichtbij huis de polarisatie toeneemt, blijft bisschop Bonny lichtpuntjes vinden. “De media en allerlei statistieken bieden een troosteloos beeld dat enkel vertwijfeling kan voeden, ook over de Kerk.” Maar als hij mensen spreekt, waar hij ook komt, heeft hij een beter gesprek dan je volgens die omschrijvingen van de samenleving zou mogen verwachten.
“Dus waar vind je de realiteit? In kranten, statistieken en prognoses? Of is de realiteit daar waar het leven zich echt afspeelt, dag na dag? We moeten het binnen en buiten de Kerk doen met de mensen die er zijn, met hen op weg gaan, met twee voetjes op de grond. Dat is de echte werkelijkheid.”
Bang dat er in de toekomst in de samenleving geen ruimte meer zal zijn voor religie is hij ook allerminst. In de stad waar hij bisschop is, wordt geloof een steeds actueler thema, merkt Bonny. Antwerpen wordt met de dag multicultureler en multireligieuzer; de dominantie van het Vlaamse katholicisme neemt verder af, terwijl andere christelijke en niet-christelijke gemeenschappen het thema godsdienst opnieuw op de kaart zetten.
Ook stijgt de vraag naar zingeving en identiteit. Met die verscheidenheid moet iedereen leren omgaan, legt hij uit. “Bij verscheidenheid hoort bescheidenheid. Het is misschien wel beter voor de Kerk om maar een stuk van de puzzel te zijn. Dat stelt ons in staat om het goede in anderen te waarderen én dat wat ons eigen is te verdiepen en uit te dragen.” Dat is een les in nederigheid, maar wel een mooie les om te leren, denkt bisschop Bonny. “Dus ja, ik ben en blijf hoopvol.”
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.