Na bijna twaalf jaar abt van de Abdij van Berne te zijn geweest, kijkt Denis Hendrickx terug op een tijd vol uitdagingen en veranderingen. Hij deelt zijn inzichten en ervaringen en reflecteert op de vraag wat zijn nalatenschap als abt zal zijn. “Voor mij ligt de toekomst in een andere benadering.”
Toen Denis Hendrickx in 2013 aantrad als abt van de Abdij van Berne, stond hij voor grote uitdagingen. Er was een duidelijke terugloop in het aantal roepingen en er heerste een crisis in de Kerk.
“De vraag was: welke richting moesten we op? Wat ik toen al besefte, is dat als je vasthoudt aan de traditionele kloostervorm, het moeilijk zal worden.” Volgens Hendrickx is vernieuwing noodzakelijk om de toekomst van religieuze gemeenschappen te waarborgen.
Een van de moeilijkste aspecten tijdens zijn bestuursperiode was de teleurstelling over het aantal nieuwe intredingen en het feit dat velen na een korte tijd weer vertrokken. “Er was wel belangstelling, maar na een half jaar of een jaar kwamen er toch twijfels en traden mensen weer uit. Dit heeft verschillende oorzaken”, legt Hendrickx uit.
Veel nieuwe broeders waren wat ouder en hadden al een maatschappelijke functie achter de rug. “Het lijkt voor veel mensen moeilijk om afscheid te nemen van hun vorige leven. De ervaring van gemeenschapsleven vraagt veel, en dat botst soms met de individuele verwachtingen die mensen hebben.”
Hoewel de uittredingen geen conflicten met zich meebrachten, stemde het Hendrickx toch tot nadenken. “Mensen die zijn ingetreden, onderhouden vaak nog steeds contact met de abdij. Ze hebben hier iets gevonden, maar het blijkt niet voldoende om hun leven structureel vorm te geven.”
“Het was steeds de uitdaging om vorm te geven aan gemeenschapsopbouw binnen de abdij, terwijl we tegelijkertijd betrokken wilden blijven bij de samenleving.”
Dit bracht hem tot de overweging of de traditionele kloostergemeenschap nog wel het enige model is voor religieus leven. “Misschien moeten we naar andere vormen van religieus leven kijken, zoals tijdelijke verbondenheid voor een aantal jaren, of een begijnhofmodel waarbij mensen zelfstandig kunnen wonen in de buurt van de abdij, maar toch betrokken zijn bij het klooster.”
Hendrickx benadrukt het belang van de vita mixta, het norbertijnse ideaal van een leven dat zowel gericht is op gebed en gemeenschap, als op betrokkenheid bij de samenleving. “Het was steeds de uitdaging om vorm te geven aan die gemeenschapsopbouw binnen de abdij, terwijl we tegelijkertijd betrokken wilden blijven bij de samenleving”, vertelt hij.
De abdij heeft onder zijn leiding belangrijke stappen gezet om dat evenwicht te bewaren. Een van de belangrijkste initiatieven was de uitbreiding van het gastenwerk. “Mensen zoeken steeds vaker een plek om tot rust te komen. Die mogelijkheid hebben wij kunnen bieden, vooral na de pandemie. Het is prachtig om te zien dat de abdij een plek van bezinning kan zijn voor mensen van buitenaf.”
De maatschappelijke betrokkenheid van de Abdij van Berne was voor Hendrickx altijd een prioriteit. Dit werd met name zichtbaar in de opvang van vluchtelingen tijdens de grote vluchtelingenstroom enkele jaren geleden. “We voelden ons verantwoordelijk om een bijdrage te leveren, zeker gezien de schrijnende situaties die zich voordeden in de gemeente Bernheze. Er waren heftige protesten tegen de komst van vluchtelingen. Wij konden niet aan de zijlijn blijven staan.”
In samenwerking met de gemeente Bernheze en een woningcorporatie bood de abdij vijf jaar lang woonruimte aan statushouders op het abdijterrein. “Toen de vluchtelingenstroom afnam, hebben we de ruimte ingezet voor een ander project: een woonvoorziening voor mensen met autisme die 24-uursbegeleiding krijgen. Dit project verloopt heel goed, en het is prachtig om te zien hoe deze mensen hun weg vinden.”
Een ander belangrijk speerpunt van zijn bestuursperiode was de versterking van de band met de agrarische sector. Deze verbinding is diep verankerd in de geschiedenis van de Abdij van Berne. In 2021 vierde de orde haar negenhonderdjarig bestaan, een moment dat volgens Hendrickx uitnodigde om zowel terug te blikken als vooruit te kijken.
“We hebben een historische band met de agrarische sector. Zo werd 150 jaar geleden door abt Gerlacus van den Elsen de Boerenleenbank opgericht, de voorloper van de Rabobank. Ook de Brabantse Christelijke Boerenbond vond hier zijn oorsprong.” In een tijd waarin de spanning tussen de agrarische sector en milieubewegingen toenam, zag Hendrickx het als de taak van de abdij om een platform te bieden voor dialoog.
“Wij zagen dat boeren en milieubewegingen steeds scherper tegenover elkaar kwamen te staan. Maar ik geloof dat ze in wezen dezelfde idealen nastreven. Wij hoopten een bijdrage te kunnen leveren aan het herstellen van die dialoog.” Persoonlijk vond hij het bijzonder om bij dit thema betrokken te raken, ondanks zijn aanvankelijke gebrek aan affiniteit met de landbouw.
“Ik kom zelf uit een agrarisch gezin, maar had er nooit veel mee. Toch voel ik me nu sterk verbonden met deze sector. Een mooi detail: bij mijn afscheid heb ik een levensgrote kunstkoe cadeau gekregen, die nu in de tuin staat. Voor mij is dat een symbool van de versterkte band tussen de abdij en de agrarische sector.”
Een van de hoogtepunten van zijn tijd als abt was de organisatie van een internationale bestuursvergadering van de norbertijnenorde, zes jaar geleden in Nederland. “Het was een eer om die vergadering hier te mogen organiseren, hoewel het ook een flinke uitdaging was. Maar het gaf me de kans om veel waardevolle contacten te leggen, niet alleen binnen Nederland, maar wereldwijd.”
Een bijzonder moment tijdens deze internationale bijeenkomst was een ‘vrije dag’, waarbij Hendrickx de deelnemers meenam naar de Abdij van Berne en vervolgens naar de zusters in Sint-Catharinadal in Oosterhout. “Ik was ontzettend trots op onze gemeenschap, want die had alles perfect georganiseerd voor de ontvangst van zo’n 150 gasten. We kregen alleen maar positieve reacties over hoe gastvrij Berne zich had gepresenteerd.”
“Het is essentieel om elkaar vast te houden, ook al zijn er soms spanningen.”
Voor Hendrickx waren dit soort momenten belangrijk, vooral omdat de gemeenschap steeds kleiner werd door sterfte. “Ik heb in mijn tijd als abt zo’n 20 tot 25 mensen moeten begraven. Dat hakt erin. Maar het is essentieel om elkaar vast te houden, ook al zijn er soms spanningen. Een gemeenschap zonder spanningen bestaat niet, maar het gaat erom dat je samen verdergaat, met alle neuzen dezelfde kant op.”
Het motto van Hendrickx, ‘Te doen gerechtigheid’, heeft zijn leiderschap sterk beïnvloed. “Voor mij heeft dit motto een dubbele betekenis. Aan de ene kant betekent het dat ik heb geprobeerd gerechtigheid binnen de Kerk te bevorderen. Structuren zijn voor mij geen doel op zich, maar een middel om verbinding te bevorderen en gemeenschap op te bouwen.” Daarnaast richtte hij zich altijd op maatschappelijke gerechtigheid.
“Tijdens de agrarische crisis en de vluchtelingencrisis heb ik steeds gezegd: ‘Wij kunnen ons niet onttrekken. Wij zijn geen eiland, maar maken deel uit van de samenleving en moeten ons daar ook mee bezighouden.’” Hoewel hij soms het gevoel had dat hij meer had kunnen doen, kijkt hij terug met een gevoel van voldoening. “Het motto heeft me altijd begeleid in de keuzes die ik heb gemaakt.”
Nu hij zijn functie als abt heeft neergelegd, hoopt Hendrickx dat zijn nalatenschap vooral gezien zal worden in het leggen van een stevige basis voor de toekomst. “Ondanks de afname van het aantal kerkbetrokkenen hebben we gewerkt aan een gezonde financiële basis en een goed onderhouden abdijcomplex. We hebben kunnen bouwen aan een toekomst waarin de gemeenschap zich op haar essentie kan blijven richten.”
Zijn eigen toekomst ziet hij in Tilburg, waar hij pastoor is geworden van de norbertijnenparochie. “Ik heb veel liefde voor Tilburg ontwikkeld en heb mogen bijdragen aan het interreligieuze centrum, het Ronde Tafelhuis, en het heiligdom van Peerke Donders. Daar wil ik me de komende jaren op blijven richten, zolang mijn gezondheid het toelaat.”
Daarnaast hoopt hij wat meer tijd voor zichzelf te vinden. “Mijn leven zal er nu anders uitzien. Vroeger was ik een echt ochtendmens en stond ik om vier uur op. Dat ritme ga ik nu loslaten. Ook hoop ik meer tijd te hebben om te lezen, iets wat de laatste jaren vaak op de achtergrond is geraakt.”
Hendrickx gelooft sterk in de relevantie van de vita mixta voor de toekomst van de norbertijnen. “De combinatie van samenleven in gemeenschap en betrokkenheid bij de samenleving is essentieel. De vorm waarin dit gebeurt, is voor mij minder belangrijk. Het gaat erom dat we de kern van ons ideaal vasthouden.”
Hoewel de uitdagingen groot zijn, is Hendrickx ervan overtuigd dat er toekomst is voor de norbertijnen en andere religieuze gemeenschappen. “We hebben elkaar nodig, binnen en buiten de abdij. Samen gaan we verder, met moed en vertrouwen in wat komt.”
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.