Concilieteksten geven een nieuwe richting aan het kerkelijk en theologisch denken. Zij willen ook “rust” brengen in moeilijke en pijnlijke kwesties, zoals de relatie christendom-jodendom.
In Nostra Aetate, de concilieverklaring over de houding van de Kerk tegenover de niet-christelijke godsdiensten, moest de Kerk woorden spreken over de relatie christendom-jodendom. Eén verkeerd woord kon grote schade aanrichten.
De Kerk, het volk van het nieuwe verbond, is verbonden met “Abrahams stam”. Daar is de Kerk begonnen, bij “de patriarchen, Mozes en de profeten”. Die Kerk heeft door het uitverkoren joodse volk de openbaring van het Oude Testament ontvangen. Christus heeft “door het kruis joden en heidenen met zich verzoend en beiden in zichzelf één gemaakt”.
De apostelen en velen van de eerste leerlingen van Christus zijn uit het joodse volk geboren. Dat houdt de Kerk “in herinnering”. Wij hebben “een groot geestelijk erfgoed” gemeenschappelijk. De Kerk moet door bijbelse en theologische studies en door vriendschappelijke gesprekken bijdragen aan “wederzijdse kennis en eerbied”.
Dan komt er een belangrijke passage. De kruisdood van Christus, afgedwongen door “de joodse autoriteiten samen met hun aanhangers” kan niet worden aangerekend aan de joden van die tijd en van vandaag. Uit de Heilige Schrift kan men niet afleiden dat de joden “door God verworpen of vervloekt zijn”. Dat is niet in lijn met “de evangelische waarheid en de geest van Christus”.
“Dat de teksten geen dode letter zijn, blijkt alleen al uit de vele discussies en ontmoetingen die eraan voorafgingen”
De Kerk corrigeert hier verkeerde theologieën. Aan het einde van de tekst betreurt het Concilie met voor onze oren misschien wat te vlak-algemene taal, zonder expliciet naar de Holocaust te verwijzen, “alle vormen van haat, vervolging of uitdrukking van antisemitisme, in welke tijd en door wie dan ook begaan tegen de joden”.
Wij zijn als mensen geschapen naar het beeld van God, zo eindigt de tekst. De Kerk keurt “dus elke discriminatie van mensen of vervolging vanwege afkomst, kleur, stand of godsdienst af als vreemd aan de geest van Christus”.
Concilieteksten zoals deze geven een nieuwe richting aan het kerkelijk en theologisch denken. Zij willen ook “rust” brengen in moeilijke en pijnlijke kwesties. Pas in de woorden en daden van pausen en kerkleiders, in de tekens die zij stellen en de ontmoetingen die zij hebben, in dit geval met joodse leiders en gemeenschappen, krijgen de concilieteksten hun verdere betekenis.
Dat de teksten geen dode letter zijn, blijkt alleen al uit de vele discussies en ontmoetingen die eraan voorafgingen, in joods-christelijke vriendschapsverenigingen, direct na de oorlog, in het ‘Internationaal joods-christelijk Congres’ (1947).
André Chouraqui, een vooraanstaand Israëlisch diplomaat met vele contacten in het Vaticaan, en een groot ijveraar voor begrip en toenadering tussen christenen, joden en moslims, noemt in zijn autobiografie Sterk als de dood is de liefde (1994) de concilietekst Nostra Aetate een “historische tekst”, die voldoende sterk was “om de activiteiten te ondersteunen die de joods-christelijke betrekkingen moesten normaliseren en verdiepen”.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.