Alvorens in te gaan op de grote teksten die Vaticanum II voortbracht en die volgens de na-conciliaire pausen nog lang niet in hun breedte en diepte begrepen zijn, is het goed te herinneren aan een belangrijke toespraak van paus Benedictus voor de Romeinse Curie op 22 december 2005.
In een terugblik op het Concilie wijst Benedictus, als een echte theoloog, op het belang van de juiste uitleg van dat Concilie, van een “correcte hermeneutiek”. De hermeneutiek houdt zich bezig met de uitleg van de Bijbel.
Er is aan de ene kant een “hermeneutiek van de discontinuïteit en van de breuk” geweest, zegt de paus, en dat leidde tot verdeeldheid en verwarring. Wie denkt in breuken en scheidslijnen gaat zich beperken tot theologische strijdpunten, verschillen in kerkopvattingen en in het denken van pausen, die daarna tegen elkaar worden uitgespeeld.
Natuurlijk noemt Benedictus de rol van de massamedia, die dit denken in breuken en strijd graag voeden, en wijst hij op “een deel van de moderne theologie” die van dit denken gebruikmaakt en dan het risico loopt een echte breuklijn te zien tussen de Kerk van vóór en ná het Concilie.
In dit denken wordt het zo voorgesteld dat niet de teksten van het Concilie beslissend zijn, maar het nieuwe élan, “de ware geest” die op een afstand achter de teksten zou zweven, en niet “echt” in de Conciliedocumenten zou zijn neergedaald. Die teksten zou je dan moeten zien als niet meer dan een resultaat van moeizaam bevochten compromissen.
Zo’n opvatting, zegt Benedictus, legitimeert theologen en gelovigen om zelfs “aan deze teksten voorbij te gaan en nieuwe ruimtes te zoeken”. De paus had kunnen wijzen op de Acht Meibeweging in Nederland (1985-2003), die zichzelf zag als “het andere gezicht van de kerk”, waar de “ware” geest pas echt te vinden was.
Tegenover dit denken in breuken, tussen oud en nieuw, conservatief en progressief, staat “de hermeneutiek van de hervorming”, dus een andere uitleg, aan een andere kant, zegt de paus, waarin de Kerk, het volk Gods, zichzelf voortdurend hervormt, meegroeit met de tijd, maar “daarbij steeds zichzelf blijft”.
Alleen zó, in die continuïteit, kon het Concilie vrucht dragen! Benedictus verwijst naar de toespraak van Johannes XXIII bij de opening van het Concilie in 1962, en naar de toespraak van Paulus VI bij de afsluiting van het Concilie in 1965.
De Kerk, zegt Johannes, heeft de plicht “een kostbare schat te bewaren”, maar zij moet ook hervormen, moedig, zonder vrees, voortgaand op een weg van eeuwen, trouw aan “deze veilige en onveranderlijke leer”. Zij moet die leer zo onderzoeken en verklaren “dat zij aan onze tijd wordt aangepast”. Paulus VI sprak in diezelfde geest.
Wij moeten opnieuw nadenken, zegt Benedictus bij zijn aantreden in 2005, over de waarheden die mijn voorgangers bedoelden. Wij moeten in een nieuwe levende relatie tot die waarheden gaan staan, vervolgt hij, en niet blijven stilstaan bij het praten over de geloofswaarheden, bij de theologische reflectie, maar ervoor zorgen dat je “dit geloof ook beleeft”.
Pas in de verbinding “van trouw en dynamiek”, zoals Johannes die bedoelde, overal waar het Concilie zo ontvangen is, zelfs in de onrust van 1968, zegt Benedictus, is er in de Kerk nieuw leven ontstaan.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.