<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Opinie

Hoger onderwijs: ‘Internationaliseren’ gaat alleen mét Nederlands

KN Redactie 6 september 2018
image
Foto: CNS - Tyler Orsburn

‘Internationalisering’ van het hoger onderwijs en de daarmee verbonden ‘verengelsing’ zijn op zich niet verkeerd. Maar universiteiten hebben daarbij óók de verantwoordelijkheid hun studenten te oefenen in de Nederlandse taal.

Er gaat veel schuil onder de term ‘internationalisering’. Meestal wordt bij dit woord aan taal gedacht, en dan vooral aan Engels. Maar het is nog maar kort geleden dat in mijn vakgebied, de theologie, Duits de lingua franca was. Wilde je meetellen en gelezen worden, dan moest je in die taal publiceren. En nog eerder was Latijn de taal van de wetenschap. Het is dus niet de eerste keer dat we internationaal gaan.

Aan de Nederlandse universiteiten is de verplichte kennis van moderne vreemde talen teruggebracht tot kennis van één taal: Engels. Dat is nogal een reductie ten opzichte van wat het was: kennis van Duits, Engels en Frans. Misschien is de winst wel dat door die beperking hogere eisen kunnen worden gesteld aan de actieve kennis van deze taal dan die, welke ik ooit van het gymnasium meenam.

Echte internationalisering

Maar wat is internationalisering eigenlijk? Taal is niet het enige. Echte internationalisering heeft te maken met verkeer van mensen over en weer, en blootstelling aan andere situaties en problematiek.

Dat kost tijd en inspanning. Internationalisering is iets anders dan het moderne toerisme, waarbij we in een ver land een paar weken rondneuzen, van een ander klimaat genieten en ervaren dat je, komend uit Nederland, kennelijk tot een bevoorrechte soort behoort: tot hen die de middelen hebben om te kunnen reizen.

Taal heeft te maken met mensen

Internationalisering daarentegen vraagt dat je als student of medewerker elders een poos studeert, werkt, eenzaam bent, ook al probeer je dat op je kamertje al ‘append’ te bestrijden en te ontkennen. Internationalisering betekent dat je ontdekt dat heel veel je vreemd blijft, ook al doe je je best. Maar juist als je je best doet, en probeert die andere taal te leren, wordt het leuker. Wie dat niet wil, kan beter niet gaan. Dat geldt voor landen buiten, maar ook binnen Europa.

Het geldt zelfs in ons eigen land. Wie in Friesland huisarts op het platteland wordt en niet van plan is Fries te leren, kan beter niet gaan. Wie vanuit de Randstad Groningen te ver vindt en neerkijkt op het Grunnings, toont zich een provinciaal. Taal heeft namelijk te maken met mensen, met wat ze eigen en lief is. Internationalisering is de oversteek wagen.

Vaardigheid in eigen taal

Internationalisering heeft echter nog een ander element dat beleidsmakers vaak vergeten: het vraagt om een hoge waardering van en vaardigheid in de eigen taal. En daar ontbreekt het bij veel studenten aan. Nederlandse beoefenaars van de wetenschap moeten hun kennis niet alleen in het Engels onder woorden kunnen brengen, maar ook en vooral in het Nederlands.

Internationalisering is daarom een beweging van professionalisering naar twee kanten: de andere taal en de eigen taal. Voor zover ik kan zien is er op universiteiten niet heel veel aandacht voor dat laatste. In de wereld van exacte vakken schrijft men overwegend of uitsluitend in het Engels. Economische faculteiten hebben zich de naam van **business school toegeëigend en maken hun studenten vooral bekend met Engelstalig jargon. Bij antropologen is het vaak niet beter. Alleen bij de historici zie ik expliciete zorg ten aanzien van de eigen taal.

Cultuurdragers

Ik weet het, het heeft allemaal te maken met de vaste wil om internationaal mee te doen en ik steun dat voornemen. Dit zal echter gepaard moeten gaan met een actieve oefening om het eigen kennisveld ook voor een Nederlandstalig publiek uit te leggen. Ofwel, allereerst aan zichzelf uit te leggen wat men bedoelt.

Dat is een hoge kunst die niemand komt aanwaaien, en daarom ligt hier een taak voor Nederlandse universiteiten. Zij zijn als instituten mede cultuurdragers. Zij hebben de verantwoordelijkheid hun studenten te oefenen in het schrijven van Nederlandse werkstukken – waarbij het woord paper gevoeglijk achterwege kan blijven.

Werkzaam binnen Nederland

Veel van die studenten zullen later immers werkzaam zijn binnen Nederland, en te maken hebben met mensen die niet vertrouwd zijn met het jargon dat studenten in hun studie geleerd hebben. Dit is een zaak van cultuurpolitiek, die actieve aandacht en inzet vergt.

In Maastricht en Twente zijn ze dat volstrekt uit het oog verloren, andere universiteiten aarzelen. Internationalisering als professionele beweging naar twee kanten zal, nu het nieuwe collegejaar begint, van onderop moeten komen: uit studenten en medewerkers zelf.

Kees van der Kooi is hoogleraar systematische theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.