Het aantal jongeren met interesse voor het geloof groeit, vaak tot grote verrassing van parochies. Om jonge mensen een plek te bieden, is niet alleen catechese nodig, maar mag heel de geloofsgemeenschap zijn steentje bijdragen, stelt Mirjam Spruit van het Centrum voor Parochiespiritualiteit.
“Steeds meer jongeren zoeken contact met de Kerk”, las ik in Katholiek Nieuwsblad. Dat sluit aan bij wat ik terug hoor van parochies in heel het land en bij mijn eigen ervaringen in de parochies waar ik geregeld kom.
Het is verheugend dat deze jonge mensen zich melden bij onze parochies (en ook bij protestantse gemeentes). Vaak hebben ze zich al online verdiept in het geloof. Niet zelden is er ook de aanmoediging van een christelijke vriend(in) die maakt dat ze de stap zetten om contact te zoeken met een parochie.
Wat is er aan de hand? Ik ervaar het allereerst als een verrassing van de Heilige Geest. In de komst van deze jongeren herken ik het verlangen van God, die graag wil dat mensen Hem leren kennen en tot kennis van de waarheid komen (1 Tim. 2,4).
Daarnaast speelt mee dat vele jonge mensen steun, houvast en richting zoeken in de onzekere tijd waarin we leven. Velen van hen hebben het vanwege verschillende redenen niet gemakkelijk (gehad) in hun leven. Dit doet hen (meer) open staan voor het christelijke geloof.
Een aantal van deze jonge mensen vraagt om ook daadwerkelijk opgenomen te worden in de katholieke Kerk. Ik zie dat priesters deze voorbereiding vaak zelf ter hand te nemen. De aanpak is vooral om veel catechese te geven. Met catechese bedoel ik hier het overbrengen van kennis over wat het katholieke geloof inhoudt.
Enerzijds komt dit voort uit een verlangen bij de priesters om het katholieke geloof door te geven, zeker na een periode waarin er zich weinig tot geen kandidaten hebben gemeld. Anderzijds hebben veel van onze huidige priesters het charisma van leraarschap (zie Ef. 4,11) en is catechese geven iets dat ze heel graag doen. Ze zien het dan ook als het belangrijkste onderdeel van het catechumenaat, naast de liturgische voorbereiding.
Wat nodig is om deze jonge mensen – onder wie relatief veel jonge mannen – op te vangen in onze parochies, is zeker een bepaalde hoeveelheid catechese. Maar er is meer nodig. Een jongeman vertrouwde me toe: “Ik was rationeel tot de overtuiging gekomen dat het katholieke geloof waar is, maar ik had geen idee van het geleefde christelijke leven.”
Er is een onderdompeling nodig in het christelijke leven in de praktijk: in de parochie, maar vooral in het leven van alledag. Daarvoor is niet alleen de hele parochiegemeenschap nodig, maar ook enkele mensen die namens de parochiegemeenschap ‘buddy’ kunnen zijn voor een aanstaande katholiek. Mensen blijken hoofdzakelijk op drie manieren te leren: door instructie, door voorbeeld en op natuurlijke wijze, die bij voorkeur alle drie samengaan.
Door instructie leer en ontvang je kennis van een leraar: de doopleerling doet deze kennis op via de catechese, boeken en filmpjes. Verder kun je leren van het voorbeeld van andere gelovigen: je kijkt de kunst af en probeert het dan zelf ook, bijvoorbeeld hoe te bidden.
En bij het natuurlijk leren wordt iemand opgenomen in een nieuwe cultuur of omgeving en leert intuïtief door wat hij of zij ziet en ervaart. Dat is de omgeving van de christelijke geloofsgemeenschap. Dat is Jezus die zegt: “Kom en zie” (Joh. 1,47).
Als mensen opgenomen worden in een levendige geloofsgemeenschap, kunnen ze op een natuurlijke manier ingroeien in het geloof. De verliefdheid van het begin kan zich ontwikkelen tot een duurzame liefde voor Christus. En de jongeren zijn er met hun talenten echt welkom.
“Er is meer nodig dan alleen catechese om geïnteresseerde jongeren op te vangen in de kerk”
Sommige van onze parochies kunnen jonge mensen een dergelijk thuis bieden. Andere parochies kunnen dat niet (meer). Zij kunnen dan samen met de jongeren bekijken of er een andere parochie of plaats is waar dat wel kan.
Op alle leden van de kerkfamilie wordt dus een appel gedaan als nieuwe mensen zich melden. We kunnen allemaal ons hart voor deze jonge mensen openen, interesse tonen en voor hen bidden.
Sommigen in onze parochies kunnen een buddy zijn, bij wie jongeren met vragen terechtkunnen en bij wie ze bijvoorbeeld ook in het gezin over de vloer komen. En anderen – onder wie vaak de priester – zijn nauw betrokken bij de catechetische en liturgische voorbereiding.
Tenslotte nog: hoe nu verder na het katholiek worden? Dat is in veel parochies de grote vraag. Vanaf het begin insteken op de ontvangst van deze jongeren door de hele gemeenschap is al een eerste stap.
![]() |
Lees ook
Column | Er is leven na de doop |
Maar we moeten als parochies gaan nadenken over goede bouwstenen van een geloofsweg ná het doopsel. Dan denk ik aan het dienen met je talenten in kerk of samenleving, het delen van je geloof, gebed en het ontvangen van de sacramenten, verdere catechese, bij elkaar komen in een kleine geloofsgroep, gebed voor innerlijke genezing en bevrijding, en geregeld een gesprek met een geestelijk begeleider of begeleidster.
Allemaal bouwstenen die iemand helpen om verder te groeien in zijn of haar relatie met God. Wat zou het mooi zijn als deze bouwstenen meer vanzelfsprekend onderdeel zouden zijn van de cultuur in de parochies, ook voor de andere parochianen. Dan bieden we jonge mensen de kans om hun doopgenade te ontplooien.
Mirjam Spruit is stafmedewerker bij het Centrum voor Parochiespiritualiteit.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.