fbpx
<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Opinie

Vrouwen zijn méér dan alleen moeder

KN Redactie 6 juli 2018
image
Foto: Alexander Dummer - Unsplash

Beitske Bouwman vindt het verkeerd om de ophef rond het Boekenweekthema ‘De moeder de vrouw’ “kolderiek” te noemen, zoals in KN 25 gebeurde. Ze blijft erbij dat er op dat thema veel aan te merken valt.

De specifieke taal die we spreken en schrijven heeft grote invloed op hoe we denken over de werkelijkheid en vervolgens handelen in die werkelijkheid. Toch stuitte mijn opiniestuk, waarin ik betoog dat het Boekenweekthema ‘De moeder de vrouw’ de vrouw naar het spreekwoordelijke aanrecht terugstuurt, op veel onbegrip, óók in het commentaar van Anton de Wit in KN 25.

Moederliefde

Begrijp me goed: als het thema in een titel als Moederliefde was vervat, had u mij niet gehoord. Het gaat mij om de combinatie van de twee woorden ‘De moeder de vrouw’, die de suggestie wekt dat de vrouw te identificeren is met het moederschap.

De Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) trok een oud – overigens prachtig – gedicht uit de kast en dacht daarmee een hedendaags thema aan de orde te stellen. Maar daarmee onderschatte ze de wijze waarop taal onze beleefde en geleefde werkelijkheid representeert.

Waarom geen eigentijds gedicht?

Het is bij uitstek de poëzie die het vermogen heeft om tussen de regels door een sfeer en toon op te roepen. In dit geval komt de tijd van dichter Martinus Nijhoff (1894-1953) tot leven, een tijd waarin mijn katholieke grootmoeder zich volledig aan haar taak als moeder diende te wijden, ondanks dat de schooldirecteur al vroeg kwam vragen of ze verder mocht studeren vanwege haar uitzonderlijke talenten.

Waarom koos de CPNB geen eigentijds gedicht van bijvoorbeeld Anne Vegter of Sasja Janssen? En waarom werd er niemand bij de CPNB wakker, krabde zich achter de oren en dacht: nee, dit kan niet, dit is niet de wereld van vandaag, er is sinds Nijhoffs tijd echt iets wezenlijks veranderd? Dat het onbewust gebeurt, toont aan dat de vrouw zelfs bij een stichting waarvan je vooruitstrevendheid mag verwachten, nog altijd met het moederschap wordt geïdentificeerd (op zijn minst wordt die suggestie gewekt).

Niet negatief

Ik zeg niet dat moeder zijn iets negatiefs is, in tegendeel, maar het is niet het enige wat vrouwen zijn of willen zijn. En in geen enkel opzicht bedoel ik daar een reductie van de vrouw tot haar economische functie mee, zoals in deze krant werd beweerd. Ik bepleit juist met regelmaat dat zorg en aandacht meer maatschappelijke waardering zouden moeten krijgen.

Ik breng met veel liefde en passie drie dochters groot. Ik schreef zelfs een roman over moederliefde (Noem het liefde) waarin ik het moederschap bejubel maar tegelijk de dilemma’s van hedendaagse moeders aan de kaak stel. Het zijn anno 2018 immers nog altijd de vrouwen die in eerste instantie verantwoordelijk worden gehouden voor het ouderschap en de zorg die dat met zich meebrengt.

Onbewust gedefinieerd

CPNB-medewerkster Esther Scholten liet in een reactie op de commotie zelf zien hoe subtiel er verschil wordt aangebracht: “Je ziet veel kinderen over hun ouders schrijven, en of die kinderen mannen of vrouwen zijn maakt ons niet uit. Het gaat om de blik van het kind naar de moeder.” En passant wordt hier even de helft van het ouderschap vergeten: de man.

En waarom wordt er altijd alleen aan werkende vrouwen als ministers, zakenvrouwen, actrices enzovoorts gevraagd hoe zij zorg met werk combineren? En waarom dienen vrouwen die er voor kiezen geen kinderen op de wereld te zetten dit altijd te verantwoorden? Juist ja, omdat de vrouw nog altijd – al dan niet bewust – gedefinieerd wordt in het moederschap.

Hoopvol

Het felle debat over het Boekenweekthema 2019 legt bloot dat het denken over identiteit nog lang niet is uitgekristalliseerd. Het stemt mij op een vreemde manier echter ook hoopvol. Wellicht is het een aanzet om openingen te creëren naar een nieuwe taal die we kunnen spreken en schrijven als het om vrouwen én mannen gaat. Daarvoor moeten we misschien het debat naar een ander niveau tillen; niet meer het pleit willen beslechten, maar zoeken naar nieuwe woorden om over identiteiten te spreken en schrijven.

Hoe dierbaar mijn dochters mij ook zijn, ik ben blij dat ik niet in de tijd van mijn katholieke grootmoeder ben geboren en mezelf heb mogen ontwikkelen tot wie ik nu ben. En ik hoop met heel mijn hart en ziel dat zij in een wereld groot mogen worden waarin ze de vrijheid hebben om te bepalen wie zij willen zijn. En dat hen die vrijheid ook door de ander wordt gegeven, niet alleen in daden maar uiteindelijk ook in woorden, in de taal die we gebruiken om over mensen te spreken en schrijven.

Beitske Bouwman is schrijfster.