<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Opinie

Zonder pastorale aandacht vervreemden doven alleen maar meer van de Kerk

Marcel Broesterhuizen 2 augustus 2024
image
Een lector gebruikt gebarentaal in een Mis voor dove mensen in New York. Foto: CNS - Gregory A. Shemitz

Bij gebrek aan nieuwe werknemers is per 1 juli het Katholiek Dovenpastoraat gestopt. Geld is niet het probleem: de oorzaken van het gebrek liggen dieper.

Ik ben als diaken met emeritaat gegaan en ook mijn collega bij het Katholiek Dovenpastoraat heeft besloten te stoppen. Alleen op De Gelderhorst in Ede, dat zorg en wonen voor doven biedt, is nog een (zelf dove) geestelijk verzorger werkzaam.

Geld geen probleem

Voor ons als pastorale krachten, maar vooral voor dove mensen zelf is het ingrijpend dat de rechtstreekse pastorale zorg voor doven stopt. Het zou goedkoop zijn om vragen te stellen als: ‘Waarom kunnen de samenwerkende protestantse kerken wel zorgen voor vier dominees voor het dovenpastoraat en kan de katholieke Kerk dat niet? Kunnen de bisschoppen niet gewoon iemand aanstellen?’

Geld is alleen niet het probleem; het is simpelweg niet gelukt om iemand te vinden die het kan en wil doen.

Kerkelijk thuis

Waarom is dat dan zo moeilijk? Ik wil twee mogelijke verklaringen geven.

Van oudsher kent de Kerk verschillende vormen van organisatie en jurisdictie. Er is de territoriale structuur van de Kerk met parochies, bisdommen en kerkprovincies, dat is het hiërarchische profiel van de Kerk. In deze structuur vinden de meeste gelovigen een kerkelijk thuis, met name in de tijd van de volkskerk.

“In een traditionele visie werd een beperking (een “handicap”) gezien als een gevolg van de erfzonde, die later in het hiernamaals zal worden weggenomen.”

Daarnaast heeft er ook altijd een structuur bestaan die gekoppeld is aan ordes en congregaties, met een eigen jurisdictie. Deze structuur bood niet alleen een thuis aan mensen die geroepen waren tot het religieuze leven, maar ook aan anderen die in de territoriale structuur van de Kerk geen thuis vinden, zoals immigranten, schippers, kermismensen – en doven. Deze mensen laten zich vaak niet in gewone parochies zien.

Opgedroogde instroom

In Nederland heeft de pastorale zorg voor doven heel lang plaatsgevonden onder auspiciën van de bisschop van Den Bosch. Dat was een andere situatie dan in veel andere landen, waar de pastorale zorg voor doven al sinds de vroege middeleeuwen verzorgd werd door ordes en congregaties.

In veel landen hebben vooral religieuze ordes zich ingezet voor het dovenpastoraat. Op plaatsen waar de diocesane Kerk genoeg pastorale beroepskrachten had, zetten ook zij zich voor deze speciale groepen in.

Tegenwoordig zijn die er niet genoeg meer. Daardoor beperkt de diocesane Kerk zich steeds meer tot haar primaire werkterrein: de parochie. Daarnaast is de instroom bij abdijen en religieuze congregaties opgedroogd. Vroeger konden zij mensen leveren voor het pastoraat voor specifieke groepen mensen, maar nu niet meer.

Erfzonde

Ten aanzien van doven (en mensen met een andere beperking) speelt ook een maatschappelijk verschijnsel mee. De laatste veertig jaar is er een sterke dovenemancipatiebeweging opgekomen. In een traditionele visie werd een beperking (een “handicap”) gezien als een gevolg van de erfzonde, die later in het hiernamaals zal worden weggenomen.

“De generaties doven jonger dan zestig jaar zijn haast volledig afgehaakt van de Kerk.”

Eigenlijk betekent dat: dove mens, jouw doofheid is niet zoals God jou heeft bedoeld, en later zal God jou herstellen; jouw beperking is een vorm van onverlost mens-zijn. Dat komt totaal niet overeen met het levensgevoel van dove mensen. Zij zeggen: “Ik ben als dove persoon geschapen door een goede Schepper; gebarentaal is Gods geschenk aan de doven.”

Emancipatiegolf

In heel wat landen kwam deze emancipatiegolf vóór de grote secularisatiegolf; de Kerk speelde daar theologisch en pastoraal goed op in. In West-Europa is de secularisatie vóór deze emancipatiebeweging gekomen. Dat veroorzaakte vervreemding tussen de katholieke Kerk en mensen met een beperking.

De generaties doven jonger dan zestig jaar zijn haast volledig afgehaakt van de Kerk. De oudere generaties zitten vaak nog met een preconciliair kerkbeeld, waarbij leken alleen mogen bidden, doneren en koffiezetten.

Hoe pakken we dit aan? Door pastorale aandacht voor families met dove leden. De Kerk moet luisteren naar de levensverhalen van die dove leden en een vormingsaanbod doen, waarmee zij zich op een bij hen passend niveau in kunnen zetten en ambassadeur van de Kerk in de dovengemeenschap kunnen worden.

Marcel Broesterhuizen was tot 1 juli diaken van het Katholiek Dovenpastoraat.

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.