Lang voor paus Franciscus droomde hij van een arme Kerk – en leefde hij ernaar. Het maakte hem geliefd én gehaat. Dom Helder Camara overleed vandaag 25 jaar geleden.
Grote woorden ontaarden soms in ogenschijnlijk platte tegelteksten. Dat geldt waarschijnlijk ook voor deze zin van Helder Pessoa Camara: “Als één persoon alleen droomt, is het maar een droom. Als velen samen dromen, is dat het begin van een nieuwe werkelijkheid.”
Met deze overtuiging werd de kleine man uit het arme noordoosten van Brazilië een drijvende kracht achter de alfabetisering van miljoenen en een vader van de bevrijdingstheologie.
Camara werd geboren op 7 februari 1909 als elfde van dertien kinderen van een basisschoollerares en een boekhouder uit Fortaleza. Hij groeide op in een regio waar politiek, economie en maatschappij werden gedomineerd door plantage-eigenaren en veebaronnen. Als kind wilde hij al priester worden, een wens die op 22-jarige leeftijd in vervulling ging.
Hij was betrokken bij de katholieke arbeidersbeweging en werd in 1934 staatssecretaris van Onderwijs in zijn thuisstaat Ceara. Twee jaar later maakte hij de overstap naar het Ministerie van Onderwijs in Rio de Janeiro.
Hij werd daar in 1952 tot hulpbisschop benoemd en werd zich ook bewust van de ellende in de favela’s. Camara bezocht regelmatig de huizen van de armen en voerde campagne voor fatsoenlijke en betaalbare huisvesting.
Tegelijkertijd bereidde de toen 43-jarige samen met Giovanni Montini, de latere paus Paulus VI, de oprichting voor van de Braziliaanse Bisschoppenconferentie. Vanaf oktober 1952 zou hij er twaalf jaar lang secretaris-generaal van zijn. Vanaf 1955 was hij ook betrokken bij de oprichting van de Latijns-Amerikaanse Bisschoppenraad CELAM.
Camara verwierf landelijke bekendheid door televisiepreken. Hij werd ook bekend als een invloedrijke vertegenwoordiger van de Kerk van het Zuiden tijdens het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). In 1963 riep hij zijn collega-bisschoppen in een open brief op om hun uiterlijke rijkdom opzij te zetten om de afstand tussen hen en de armen te verkleinen.
Camara had grote invloed op de totstandkoming van een van de meest prominente conciliedocumenten: Gaudium et spes (Vreugde en Hoop), over de Kerk in de wereld van vandaag. De tekst bevestigt onder andere de aandacht van de katholieke Kerk voor de armen.
In maart 1964 benoemde paus Paulus VI Camara tot aartsbisschop van Olinda en Recife. En terwijl het leger kort daarna de macht greep in Brazilië, keerde Camara terug naar het arme noordoosten van zijn thuisland. Daar werd hij opnieuw geconfronteerd met wijdverspreide ellende, zoals de hongerdood van duizenden kinderen per jaar.
Het was tegen deze achtergrond dat een andere zin werd geschreven die aan hem werd toegeschreven: “Als ik de armen te eten geef, noemen ze me een heilige. Als ik vraag waarom ze arm zijn, noemen ze me een communist.”
Camara werd aanvankelijk met rust gelaten door de militairen, maar vanaf 1968 werd hij steeds meer belasterd en bedreigd als een ‘rode bisschop’. Er werden moordaanslagen gepleegd; zijn secretaris Antonio Peirera Neto werd doodgeschoten.
Camara werd verstoten door de media en politici in Brazilië, maar genoot in het buitenland vaak de reputatie van een revolutionaire heilige. Hij werd verschillende keren genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede.
Toch bleef hij ook binnen de Kerk controversieel. Met zijn boodschap “Ontwikkeling is vrede, onderontwikkeling is oorlog” kon Camara niet anders dan polariseren. Dat is waarschijnlijk de reden waarom zijn beschermheer Paulus VI hem nooit tot kardinaal benoemde.
Toen Helder Camara de emeritaatsleeftijd bereikte, heette de paus Johannes Paulus II. Op 2 april 1986 aanvaardde de Poolse paus zijn ontslag. Door zijn ervaringen met het socialisme in Oost-Europa was Johannes Paulus wantrouwend tegenover linkse theologie. Hij benoemde op dezelfde dag de conservatieve Jose Cardoso Sobrinho als Camara’s opvolger.
Sobrinho maakte veel van het beleid van zijn voorganger ongedaan. Camara onthield zich van commentaar. Dertien jaar later, op 27 augustus 1999, overleed hij op 90-jarige leeftijd.
Een zaligverklaringsproces voor Dom Helder Camara begon in 2015, toen een paus uit het Zuiden op de stoel van Sint Pieter zat. In de dossiers zal zeker ook vastgelegd zijn dat de strijdbare aartsbisschop het gebed als zijn belangrijkste wapen zag.
Hij stond ‘s nachts vaak op om te bidden, de Bijbel te lezen en te mediteren. Tijdens zulke nachtelijke gebeden schreef hij enkele gedachten op, zoals deze: “U verstoort mijn troost, Heer, brengt mijn zelfvertrouwen aan het wankelen, lacht om mijn misplaatste trots en haalt mijn plannen, dromen en ambities onderuit. En dan, als alles verloren lijkt, zet U alles weer recht met al uw begrip en al uw liefde, Heer, God van het universum.”
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.