Zonder gespecialiseerde kennis blijven de kunstschatten van de Sint-Pietersbasiliek niet behouden voor het nageslacht. Daarom heeft het Vaticaan een school opgericht die studenten eeuwenoude ambachten bijbrengt; de eerste lichting staat op het punt om af te studeren.
“Wat kan je daarmee worden?”, is de vraag die veel jongeren krijgen wanneer ze voor een artistieke opleiding kiezen. Zo ook de Italiaanse Alice Fantoni (21), die zulke vragen al kreeg toen ze op de middelbare school voornamelijk kunstvakken koos. Toen ze na haar afstuderen naar de kunstacademie in Florence ging, bleven de vragen en verwijten komen: daar kun je toch niets mee verdienen? Waar kom je nou met zo’n opleiding terecht?
Achter de schermen van de Sint-Pietersbasiliek, zo blijkt. Fantoni is namelijk een van de twintig studenten van de School voor Schone Kunsten en Traditionele Ambachten van de Fabbrica di San Pietro. Dit is een nieuwe Vaticaanse opleiding voor jonge mensen die traditionele ambachten willen leren.
De studenten van deze opleiding hebben toegang tot de ateliers en de voor het publiek afgesloten gedeelten van de Sint-Pietersbasiliek, om daar de vaardigheden te leren die nodig zijn voor het behoud van eeuwenoude kerkelijke kunstschatten.
De ambachten die de Fabbrica aanbiedt, zijn zeldzaam en specialistisch en dreigen in de vergetelheid te raken. In dit eerste jaar biedt de school drie studierichtingen van ieder zes maanden aan: houtbewerking, metsel- en pleisterwerk, en steenhouwen. In het najaar komen daar nog mozaïekkunst en metaalbewerking bij.
De Vaticaanse ambachtsschool is gestoeld op een eeuwenoud systeem waarbij leerlingen intern de kneepjes van het vak worden bijgebracht. De inschrijving, inclusief kost en inwoning, is dan ook volledig gratis, zo vertelt Pietro Zander, verantwoordelijke voor artistiek erfgoed en grafmonumenten bij de Fabbrica. “Die school is weer tot leven gebracht, zodat deze kennis niet verloren gaat.”
Het behoud van de kennis van de Fabbrica is een essentiële pijler van het project, legt Zander uit; in zijn 35 dienstjaren heeft hij veel expertise verloren zien gaan. “Ik heb zo veel uitzonderlijke ambachtslieden met pensioen zien gaan en vervolgens zien overlijden, zonder dat ze hun vaardigheden aan anderen hebben kunnen doorgeven.”
Tegenwoordig bestaat het team van sanpietrini, zoals de gespecialiseerde ambachtslieden van de Sint-Pietersbasiliek genoemd worden, “grotendeels uit mannen”, aldus Zander. Een mannenbolwerk is dat gezelschap echter niet altijd geweest, weet hij: “Uit onze archiefstukken uit de zestiende en de zeventiende eeuw blijkt dat er onder de metselaars, houtbewerkers, glaszetters, mortelmakers en karrenbestuurders ook de nodige vrouwen waren.”
Dat historische gegeven is met de samenstelling van de groep leerlingen nieuw leven ingeblazen. Acht van de twintig studenten die in juni zullen afstuderen zijn vrouw. Er zijn studenten uit Italië, Peru, Duitsland en Belarus.
Zij krijgen een deel van de dag lezingen van topdeskundigen op hun vakgebied, gevolgd door hands-on werk en praktijklessen onder begeleiding van de ambachtslieden van de basiliek. Gedurende de opleiding ontwikkelen de studenten echter meer dan alleen hun vaardigheden en kennis. Jezuïet Francesco Occhetta, algemeen secretaris van de Fratelli Tutti-stichting, legt uit dat de studenten als een gemeenschap samenleven en ondersteuning krijgen voor hun persoonlijke en geestelijke groei.
“In het Italiaans hebben we twee termen voor het begrip ‘onderwijzen’”, zegt hij. De ene is insegnare, wat ‘een begrip of een idee gedurende opeenvolgende lesuren overbrengen’ betekent; de andere luidt educare, wat ‘naar buiten brengen’ betekent. Daarmee help je “iemands dromen, wensen en kwaliteiten uit hun binnenste tot uiting te komen”, zegt Occhetta. “Onderwijs dient echt om een persoon te helpen opbloeien.”
De afgelopen vier maanden is Fantoni door “alles” geraakt, laat ze weten. “Ik kom uit een heel klein stadje in Toscane en ik kende de Sint-Pieter alleen van de televisie. Hier hebben we onze lessen ín de basiliek. Ik heb de Pietà van Michelangelo met mijn eigen handen mogen aanraken en van dichtbij mogen bekijken. Ik heb geleerd hoe je zelf gereedschap maakt voor het bewerken van steen”, zegt ze. “We hebben nog iets minder dan twee maanden te gaan, dus wie weet wat we nog meer zullen leren.”
Bang dat haar uiterst specialistische vaardigheden overbodig zullen worden, is ze niet. “Kunst bestaat al sinds het begin van de mensheid en zal daarom niet verdwijnen”, denkt ze. Wel is het belangrijk dat instituten als de Fabbrica kunstuitingen blijven aanmoedigen: “Deze school creëert nieuwe kunstenaars. Wie weet studeert hier nog eens een tweede Leonardo da Vinci af.”