Hoeveel integere wetenschappers zijn er nog?
Melanie Phillips vraag zich dat af in haar column in Times. Aanleiding is het bericht dat beweringen van wetenschappers dat koraalriffen ten dode zijn opgeschreven door de verzuring van de oceaan, niet blijken te kloppen.
Wetenschappelijk tijdschriften zouden met een “inherente tendens” artikelen bevoordeeld hebben die dat beweerden, ten kost van anderen die de stelling ontkrachtten. Dat de oceaan zou verzuren vanwege CO2 emissies “is een stokpaardje van klimaatalarmisten”, geeft Phillips ter verklaring.
“De theorie dat het klimaat warmer wordt door de mens wordt gestut met onderzoeken die door veel wetenschappers zijn afgedaan als methodologisch ondeugdelijk, ideologisch gestuurd of zelfs frauduleus”, aldus Phillips. “Het probleem van wetenschappelijke integriteit gaat echter veel verder. Psychologie, neurowetenschap, fysica en andere wetenschappelijke gebieden zijn geschokt door onthullingen van onbetrouwbaar onderzoek.”
Richard Horton, hoofdredacteur van The Lancet, schrijft: “De zaak tegen de wetenschap is helder: veel van de wetenschappelijke literatuur, misschien wel de helft, zou simpelweg onjuist kunnen zijn.” Laat dit even tot u doordringen: iemand die er zicht op heeft, stelt dat mogelijk wel de helft van het dure onderzoek niet alleen weggegooid geld is, maar dat dit ook voorkomen had kunnen worden door een hogere standaard van integriteit. Is de wetenschap een reservaat voor charlatans?
Ter vergoelijking: er ligt op onderzoekers een hoge competitiestress, waar ook de financiering van hun onderzoek van afhangt. Biedt peer-reviewing dan geen soelaas? Helaas pindakaas: Phillips noemt een experiment waarbij een medisch artikel met acht opzettelijk fouten verstuurd werd naar 200 reviewers. Niet één haalde alle fouten eruit. Gemiddeld zag men er twee. Sommigen zagen er helemaal geen. Zo zorgvuldig werkt wetenschap.
Naïeve buitenstaanders denken mogelijk nog dat althans de natuurwetenschap geregeerd wordt door proefondervindelijkheid. Vergeet het maar. Phillips citeert een deskundige die meent dat driekwart van alle biomedische bevindingen moeilijk of niet herhaalbaar zou zijn. Zo haalt Phillips tal van aanwijzingen aan dat wetenschap in hoge mate een handel in illusies is geworden: een behoorlijk louche bedrijfstak.
Nu denkt u natuurlijk dat ik over darwinistische evolutietheorie ga beginnen, die heerlijke feitenvrije verhaaltjesmachine. Maar volgens Phillips ligt het veel breder. “Veel van deze narigheid is zeker de druk om zich te conformeren aan een idee, of die nu politiek, commercieel of ideologisch is. Ideologische modes veroorzaken financiële en professionele prikkels om zich aan te passen en afwijkend denken te bestraffen.”
Aan de basis van dit brede verlies aan wetenschappelijke houding ligt echter “een gesloten intellectuele cirkel”, aldus Phillips. “Wetenschappers poseren als priesters. Zij alleen, zeggen ze, bezitten de sleutels van het heelal. Wie geen wetenschapper is, geeft slechts ongeïnformeerde meningen. De daaruit voortvloeiende afwezigheid van openheid en transparantie bewijst de teloorgang van de wetenschapper.”
Dit is geen banaal probleem. De wetenschap definieert de moderniteit, vindt Phillips. “Het is onze gouden standaard van waarheid en rede.” De hele problematiek komt daarom neer op “de duisternis van het Westen.”
“Je kunt hier op het spoor komen van wat James Burnham de “zelfmoord van het Westen” heeft genoemd op een aantal gebieden van het openbare leven”, reageert David Klinghoffer in een eigen commentaar op Phillips. “De algemene cultuur staat bol van barbarij. Niets wat u al niet wist. Maar Phillips pakt een weinig erkende waarheid op. Beheerst door ideologie en een “besloten intellectuele cirkel” maakt wetenschap, verre van zoals sommigen zeggen een uitzondering op de trend te zijn, daar volledig deel van uit.”