Paus Franciscus begon op 18 december met een nieuwe reeks catecheses die het hele Heilig Jaar zal duren:
Vandaag beginnen we met de catechesereeks die het hele Jubeljaar zal duren. Het thema is ‘Jezus Christus onze hoop’: Hij is in feite het doel van onze pelgrimstocht en Hijzelf is de weg, de weg die we moeten volgen.
Het eerste deel van de reeks gaat over de kindertijd van Jezus, waarover wordt verteld door de evangelisten Matteüs en Lucas. Zij vertellen over de maagdelijke ontvangenis van Jezus en zijn geboorte uit de schoot van Maria; ze herinneren aan de messiaanse profetieën die in Hem vervuld werden en spreken over het wettelijke vaderschap van Jozef, die de Zoon van God op de ‘stam’ van Davids dynastie entte.
We krijgen Jezus als een baby, kind en jongere te zien, gehoorzaam aan zijn ouders en zich er tegelijkertijd van bewust dat Hij volledig is toegewijd aan de Vader en zijn Koninkrijk. Het verschil tussen de twee evangelisten is dat Lucas de gebeurtenissen vertelt door de ogen van Maria, terwijl Matteüs dat doet door de ogen van Jozef, en daarmee zijn ongekend vaderschap benadrukt.
Matteüs opent zijn Evangelie en het Nieuwe Testament met de “geslachtslijst van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham” (Mt. 1,1). Dit is een lijst met namen die al in de Hebreeuwse Schriftteksten voorkomen, om de waarheid van de geschiedenis en die van het menselijk leven te laten zien. In de geslachtslijst van Jezus komen enkele problematische namen voor, evenals de zonde van David.
Alles eindigt en bloeit echter in Maria en in Christus (vgl. Mt 1,16). Dan verschijnt de waarheid van het menselijk leven dat van de ene generatie op de volgende overgaat en drie dingen oplevert: een naam die een unieke identiteit en zending inhoudt; het behoren tot een familie en een volk; en ten slotte het aanhangen van het geloof in de God van Israël.
Genealogie is een literair genre, ofwel een geschikte vorm om een zeer belangrijke boodschap over te brengen: niemand geeft het leven aan zichzelf, maar ontvangt het als een geschenk van anderen. In dit geval gaat het om het uitverkoren volk. Zij die de erfenis van het geloof van hun vaders erven, geven, door het leven door te geven aan hun kinderen, ook het geloof in God aan hen door.
“De Zoon van God komt de wereld binnen zoals alle mensenzonen”Tweet dit!
In tegenstelling tot de genealogieën van het Oude Testament, waar alleen mannelijke namen voorkomen, omdat het in Israël de vader is die de naam aan zijn zoon oplegt, komen in de lijst van Jezus’ voorouders in Matteüs ook vrouwen voor.
We vinden er vijf: Tamar, de schoondochter van Juda die als weduwe achterblijft en zich voordoet als prostituee om haar man van nageslacht te verzekeren (vgl. Gen. 38); Rachab, de prostituee van Jericho die de Joodse ontdekkingsreizigers het beloofde land laat binnengaan en veroveren (vgl. Joz. 2);
Ruth, de Moabitische die in het gelijknamige boek trouw blijft aan haar schoonmoeder, voor haar zorgt en de overgrootmoeder van koning David zal worden; Batseba, met wie David overspel pleegt en, nadat haar man is gedood, Salomo verwekt (vgl. 2 Sam. 11); en tenslotte Maria van Nazareth, vrouw van Jozef, van het huis van David: uit haar werd de Messias, Jezus, geboren.
Terwijl de eerste vier vrouwen worden genoemd naast de man die uit hen werd geboren of degene die hem verwekte, krijgt Maria daarentegen een bijzondere plek: zij markeert een nieuw begin, zij is zelf een nieuw begin, want in haar verhaal is niet langer het menselijk wezen de hoofdpersoon van de generatie, maar God zelf.
Dit blijkt duidelijk uit de woorden “werd geboren”: “Jakob nu was de vader van Jozef, de man van Maria, en uit haar werd geboren Jezus die Christus genoemd wordt” (Mt. 1,16). Jezus is de zoon van David, door Jozef in die dynastie geënt en voorbestemd om de Messias van Israël te zijn, maar Hij is ook de zoon van Abraham en van buitenlandse vrouwen, daarom voorbestemd om het “licht voor de heidenen” (Lc. 2,32) en de “redder van de wereld” (Joh. 4,42) te zijn.
De Zoon van God komt de wereld binnen zoals alle mensenzonen, zozeer zelfs dat hij in Nazareth “de zoon van Jozef” (Joh. 6,42) of “de zoon van de timmerman” (Mt.13,55) genoemd zal worden. Ware God en ware mens.
Broeders en zusters, laten we de dankbare herinnering aan onze voorouders in ons opwekken. En laten we bovenal God danken, die ons door de moederkerk tot het eeuwige leven heeft verwekt, het leven van Jezus, onze hoop. (Vertaling: Susanne Kurstjens)
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.