Met een ongekend felle brief spreken Syrische trappistinnen de berichtgeving over de Syrische oorlog tegen.

In de brief die in het bezit is van persbureau AsiaNews, halen de trappistinnen uit naar de “misselijkmakende algemene verontwaardiging van velen tegen wie het eigen leven en het eigen land verdedigt”. Zij doelen hiermee op “internationale organisaties, westerse machten en grote informatienetwerken”, die “een frontale aanval” zouden hebben ingezet op de Syrische regering. “Wanneer”, vragen ze zich af, “zal de partijdige journalistiek zwijgen?”

Nijpende situatie

In hun brief verwijzen de zusters naar recente gevechten die het internationale nieuws haalden. Na een militaire operatie in Oost-Ghouta werd president Assad ervan beschuldigd onschuldige burgers te hebben beschoten en vermoord. Het offensief van het Syrische leger vond enkele weken geleden plaats in wat als een van de laatste bolwerken van tegenstanders van Assad wordt beschouwd.

De trappistinnen stellen dat “juist vanaf dat gebied aanvallen zijn ingezet tegen burgers die wonen in het deel dat wordt gecontroleerd door de regering, en niet andersom.” Zij schrijven verder dat de mensen in die in het gebied jihadisten niet steunden “in ijzeren kooien zijn geplaatst – zowel vrouwen als kinderen – om te dienen als menselijk schild”.

De waarheid geknecht?

De internationale gemeenschap reageert volgens hen slechts wanneer het Syrische leger in moet grijpen, iets wat burgers juist zouden ervaren als “verdediging tegen zoveel verschrikkingen”. Dit “hebben zij ons verteld en hebben wij zelf ook gezien”. De zusters menen dat in deze bloedige oorlog ook de “waarheid en de informatievoorziening te vaak ‘geknecht’ is door belangen van regeringen en buitenlandse machten”.

Ook westerse regeringen krijgen er in de brief van langs. Zij worden ervan beschuldigd met jihadisten te hebben onderhandeld om minder te hoeven betalen voor aardolie. Volgens de zusters bewijst de partijdige kritiek tegen Assad dat “velen Syrië niet kennen, omdat in dit land christenen en moslims vreedzaam samenleefden”.

‘Onjuiste interpretatie’ 

Hun woorden komen overeen met die van andere religieuzen die de oorlog in Syrië persoonlijk hebben meegemaakt. In april vorig jaar vertelde de Argentijnse ‘Blauwe Zuster’ Maria de Guadalupe in een interview met Katholiek Nieuwsblad dat in het vooroorlogse Syrië sprake van een vreedzaam samenleven van christenen en moslims. Er was volgens de religieuze sprake van sociale rust, voldoende werkgelegenheid, religieuze vrijheid en een evenwicht in het land dat uniek was voor de regio. Ze sprak daarmee als ervaringsdeskundige de positieve benadering van de Arabische Lente tegen. 

Ook de in Syrië woonachtige Vlaamse pater Daniël Maes liet zich in KN uit in termen die op die van de trappistinnen lijken. Hij zei dat “als je meer over de achtergronden weet, je er heel anders tegenaan gaat aankijken”. De norbertijn waarschuwde vorig jaar in een interview tegen een onjuiste interpretatie van het conflict.

Patroon 

Hoewel de trappistinnen het in hun brief voor Assad opnemen, erkennen zij dat er ook doden vallen door het optreden van het Syrische leger. Zij ontkennen ook niet dat er sprake is van corruptie in het land. “Maar dit betekent niet”, schrijven ze, “dat je de verdediger verwart met de aanvaller”.

De spraakmakende brief van de zusters past in een patroon waarin steeds meer missionarissen en religieuzen opkomen voor de waarheid in landen waar oorlog heerst.

>>Lees het hele artikel in het KN van vrijdag of via KNDigitaal<<