Met de Turkse inval gaat het Syrische conflict een nieuwe fase in. Het is een bloedig schaakspel met één gemene deler in alle scenario’s: de Koerden zijn het kind van de rekening.
De Amerikaanse president Trump belde in december 2018 met zijn Turkse collega Erdogan. Binnen het Amerikaanse Pentagon wordt dit soort conversaties ondertussen gevreesd, omdat ze standaard leiden tot beleidswijzigingen van Trump. Zo liet hij na zijn gesprek met Erdogan eind 2018 de wereld plotseling weten dat hij alle Amerikaanse militairen uit Syrië wilde terugtrekken, wat consternatie veroorzaakte.
De waarheid was dat alle partijen die betrokken waren bij de Syrische burgeroorlog zo’n vertrek zouden toejuichen, met uitzondering van Israël en de Syrische Koerden. Indertijd werd Trumps besluit in zijn eigen land zwaar bekritiseerd door zowel Democratische als Republikeinse senatoren, waarna hij gas terugnam. Er zouden in elk geval zo’n duizend Amerikaanse soldaten in Syrië blijven, klonk het. De Syrische Koerden haalden opgelucht adem, maar dit incident had een waarschuwing voor hen moeten zijn.
Begin deze maand belde Erdogan opnieuw met Trump, die vervolgens prompt tweette dat de Verenigde Staten nu echt uit Syrië zouden vertrekken. De VS hadden volgens hem niets te winnen bij de eindeloze, vooral sektarische oorlogen in het Midden-Oosten. Trumps tweet dat de Koerden de VS ook niet geholpen hadden tijdens de Tweede Wereldoorlog, oogstte waarschijnlijk de meeste verbazing.
Hoe dan ook werd Trumps signaal alom, en zeker in Ankara, geïnterpreteerd als een Amerikaans groen licht voor een Turkse invasie in Noord-Syrië. Die begon op 9 oktober inderdaad.
Erdogan maakte daarbij van zijn hart bepaald geen moordkuil. Hij verklaarde dat Turkije in Syrië een ‘veilige zone’ van dertig kilometer wil creëren. Daar wil hij de ruim drie miljoen Syrische vluchtelingen onderbrengen die hun toevlucht hebben gezocht in Turkije zelf.
Dit vereist echter dat de Koerden en Assyrische christenen die in deze regio’s wonen, eerst verdreven moeten worden om ruimte te scheppen. Een demografische wijziging dus, die feitelijk een etnische zuivering is. Erdogan snoerde zijn Europese critici vervolgens de mond door te dreigen de poorten naar Europa weer wagenwijd open te zetten voor de Syrische vluchtelingen in zijn land.
Het regime in Damascus intussen, heeft in de afgelopen jaren met Iraanse en Russische steun het grootste gedeelte van Syrië heroverd. Twee regio’s bleven echter buiten de controle van het Syrische leger: de noordwestelijke provincie Idlib en de in het noordoosten gelegen ‘Autonome Administratie’ van de Koerden.
De gemene deler is dat Turkije grote belangen heeft bij beide zones. In Idlib werkte Turkije via de Astana-overeenkomsten samen met Rusland en Iran. Probleem was echter dat Turkije en Rusland hier tegenstrijdige belangen hebben. Moskou wilde de wapenstilstand gebruiken om Idlib weer onder controle van het Syrische leger te brengen; Turkije wilde dat juist voorkomen.
In het noordoosten van Syrië vond er coördinatie plaats tussen Turkije en de Verenigde Staten, maar ook hier botsten de inzichten. De VS trainden en bewapenden er de door Koerden gedomineerde Syrian Democratic Forces (SDF). De SDF speelde een rol bij het bestrijden van terreurorganisatie Islamitische Staat. Turkije echter beschouwt de SDF als de werkelijke terroristen, die hun eigen schurkenstaat hebben opgericht pal aan de Turkse grens.
Erdogan stond al jaren te trappelen om met deze Syrische Koerden af te rekenen, maar de Amerikaanse militairen in het gebied vormden hiervoor een obstakel. Als er bij een Turkse aanval Amerikaanse soldaten geraakt zouden worden, zouden de gevolgen niet te overzien zijn geweest.
Dat obstakel lijkt nu echter verwijderd te zijn, tenzij Trump opnieuw van gedachten verandert. Dat durft niemand uit te sluiten, en zeker Erdogan niet, die daarom onmiddellijk een militaire campagne in het gebied startte. De naam ervan – ‘Operatie Lentevrede’ – is even cynisch als ‘Operatie Olijftak’, waarmee de Koerden begin 2018 uit het Syrische Afrin werden verdreven.
Het Syrische regime, Iran en Rusland hebben de Turkse campagne in Noordoost-Syrië veroordeeld. Het opvallendst aan die veroordelingen waren echter de milde bewoordingen. Iran heeft zelf een Koerdisch probleem en heeft de afgelopen jaren bombardementen uitgevoerd in Iraaks Koerdistan. Damascus ziet de Koerden vooral als verraders die de Syrische territoriale integriteit hebben verkwanseld. En Rusland tenslotte, was niet ontgaan dat de Koerden zo ongeveer de enige Amerikaanse bondgenoten in Syrië waren. Moskou heeft daarom voortdurend bemiddeld tussen de Koerden en Damascus, zonder dat dit concrete resultaten opleverde.
De Russische president Poetin zal daarom ongetwijfeld met enig leedvermaak constateren dat het regime in Damascus momenteel nog de enig mogelijke redding voor de Syrische Koerden is. Hierbij speelt wellicht nog een andere overweging een rol. Moskou steunt een offensief van het Syrische leger tegen de gewapende milities in Idlib die ook de Russische militaire basis in het Syrische Lattakia bedreigen. Turkije daarentegen was de belangrijkste beschermheer van deze milities.
De hele Syrische burgeroorlog wordt gekenmerkt door het principe van quid pro quo: voor wat hoort wat. Turkije kan zich in Syrië geen oorlog op twee fronten veroorloven. Daarom is niet uit te sluiten dat Turkije de andere kant zal uitkijken als het Syrische leger begint met de verovering van Idlib. Op voorwaarde uiteraard dat Damascus en Moskou Turkije in Noordoost-Syrië zijn gang laten gaan.
Hoe het ook zij, in alle scenario’s zullen de Syrische Koerden het kind van de rekening worden. Het illustreert de oude Koerdische wijsheid dat “slechts de bergen hun vrienden zijn”.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.