Emeritus-paus Benedictus XVI heeft verwijten over zijn aftreden krachtig verworpen.
De brieven lijken een reactie te zijn op kritische uitlatingen van zijn landgenoot Walter Brandmüller, één van de vier kardinalen die de zogeheten Dubiabrief openlijk durfden ondertekenen. Brandmüller verweet Benedictus XVI door zijn terugtreden in 2013 met een nooit eerder vertoond probleem te hebben opgezadeld. Hij deed dit vorig jaar oktober in een interview met de Frankfurter Allgemeine Zeitung.
In de brieven schrijft de emeritus-paus onder meer: “De diepe pijn, die u met vele anderen door het einde van mijn pontificaat heeft opgelopen, kan ik heel goed begrijpen. Maar de pijn is bij sommigen – naar mij voorkomt – ook bij u tot woede geworden, die niet alleen meer louter het terugtreden betreft, maar zich steeds meer op mijn persoon en mijn pontificaat als geheel richt.
Op deze manier wordt nu een pontificaat zelf gedevalueerd en versmolten met de treurnis over de situatie van de Kerk van vandaag”, aldus Benedictus XVI.
In zijn brieven wijst hij Brandmüller, een kerkhistoricus, erop dat er eerder pausen zijn teruggetreden. De eerste die dat op eigen initiatief deed was paus Celestinus V, die in 1294 terugtrad en later deed Gregorius XII dat in 1415 om een einde te maken aan het Westers schisma.
Ook noemt hij de voorzorgsmaatregel van paus Pius XII, dat als hij zoals gevreesd werd door de nazi’s gevangen zou worden, hij weer gewoon kardinaal zou zijn.
Over zijn door Brandmüller bekritiseerde status schrijft Benedictus: “Met ‘paus-emeritus’ probeerde ik een situatie te creëren waarin ik absoluut ontoegankelijk ben voor de media en waarin het volledig duidelijk is dat er maar één paus is. Als u een betere manier weet en meent dat u datgene wat ik gekozen heb kunt oordelen, vertel het mij alstublieft.”
Bild legt een verband tussen het door Benedictus genoemde voorbeeld van Pius XII die vreesde in handen te vallen van de nazi’s en een opmerkelijke zin aan die hij uitsprak aan het begin van zijn pontificaat in 2005: “Bid dat ik niet vlucht voor de wolven.”
Gevraagd naar wie die wolven zijn antwoordt Vaticaankenner Armin Schwibach dat het een netwerk betreft van “hooggeplaatste kerkvorsten die in het Vaticaan een systeem van macht en machtsmisbruik gecreëerd hebben waartegen hij zich niet opgewassen zag.”
Velen zien een verband tussen het aftreden van paus Benedictus XVI en het interne onderzoek dat hij naar aanleiding van de Vatileaksaffaire door drie speciaal aangestelde kardinalen heeft laten doen.
Volgens Bild reisde in oktober 2012 een team van de Beierse recherche naar het Vaticaan komen om eventuele veiligheidsleemten in de voedselbereiding te dichten, zoals het gerenommeerde blad Spiegel in 2015 meldde. Aanleiding waren serieuze waarschuwingen voor mogelijke pogingen paus Benedictus XVI te vergiftigen.
Aan de echtheid van de brieven wordt niet getwijfeld. Hoe die in handen van Bild zijn gekomen is niet duidelijk.
Het blad beschikt kennelijk ook over de antwoorden van Brandmüller aan de emeritus-paus. Het citeert de bede waarmee de kardinaal zijn eerste antwoord aan Benedictus XVI afsluit: “Moge de Heer zijn Kerk te hulp komen.”
Het antwoord van de vorige paus daarop luidt: “Bidden wij liever, zoals u aan het einde van uw brief gedaan heeft, dat de Heer zijn Kerk te hulp komt.”
Volgens Ludwig Ring-Eiffel, hoofdredacteur van het Duitse katholieke persbureau KNA, maakt de emeritus-paus zich grote zorgen over de huidige toestand van de Kerk.
Desgevraagd wilde diens privé-secretaris, aartsbisschop Georg Gänswein, niet op de briefwisseling reageren. Bild wijst erop dat Gänswein ten aanzien van de crisis in de Kerk zeer recent zei dat de Kerk “op dit moment haar eigen 9/11” doormaakt. (KN)