Diepe loopgraven tussen vrijzinnige en behoudende katholieke theologen zijn er altijd geweest, meent de dogmaticus Helmut Hoping.
Maar met de onderlinge debatcultuur gaat het niet goed, stelt hij in een bijdrage in de Herder Korrespondenz. “Theologentwisten zijn er altijd geweest, maar vandaag kijken we tegen de vorming van ingegraven kampen aan.” De verschillende groeperingen theologen blijven onder elkaar. Er is geen overeenstemming over opgaven, uitgangspunten en methodes van de theologie.
Hoping knoopt met zijn analyse aan bij het debat over de vrijheid van de wetenschappelijke theologie en de rol van het leergezag van bisschoppen. Terwijl de bisschoppen Rudolf Voderholzer (Regensburg) en Stefan Oster (Passau) een sterkere ondergeschiktheid van de theologie aan het bisschoppelijk leerambt wensten, benadrukten de Freiburgse theologen Eberhard Schockenhoff en Magnus Striet de vrijheid van hun wetenschap.
Hoping betoogt dat alleen het leerambt van de bisschoppen in verbinding met de paus de competentie heeft om “het geschreven en overgeleverde woord van God in laatste instantie bindend uit te leggen”. Weliswaar kan de “overeenstemmende leer van theologen” een “waarheidsinstantie van het geloof” zijn, maar nimmer een individuele mening of de positie van een groepje van theologen. (KNA)