In de Indiase deelstaat Uttar Pradesh hebben hindoeradicalen vernielingen aangericht in een protestantse kerk, terwijl in de deelstaat Assam een standbeeld van de heilige Don Bosco stukgeslagen werd, meldt AsiaNews. Geweld tegen de christelijke minderheid in India gaat vaak ongestraft.
In de stad Varanasi in Uttar Pradesh drong een vijftigtal leden van een radicale hindoebeweging de protestantse St.-Thomaskerk binnen. “Daar richtten ze vernielingen aan en bedreigden ze de dominee, opdat hij zou stoppen met gedwongen bekeringen”, zegt Sajan George, hoofd van de Global Council of Indian Christians. “Ze beschuldigden de dominee ervan hindoes tegen hun wil te bekeren. Maar die kerk is alleen op zondagen open, dus is de beschuldiging van gedwongen bekeringen ongegrond.”
In Tezpur, Assam, werd een standbeeld van Don Bosco stukgeslagen. De daders zijn onbekend. “Het gebrek aan straffen moedigt radicale elementen aan”, legt George uit. “Hoewel religieuze vrijheid in de Indiase grondwet is gewaarborgd, doen ordehandhavers in deze gevallen vaak niets. Dat is een bedreiging voor de kwetsbare christelijke minderheid.”