Imam Oumar Kobine Layame staat vierkant achter de eis van bisschop Juan José Aguirre Muños van Bangassou dat de Marokkaanse VN-troepen uit de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR) worden teruggetrokken.
Imam Layame is voorzitter van het platform waarin verschillende geloofsrichtingen in de CAR zijn vertegenwoordigd. In die hoedanigheid was hij lid van een onderzoeksdelegatie naar aanleiding van tientallen moorden eerder deze maand in de omgeving van Bangassou.
De moslimleider noemde de door de bisschop verwoorde eis “volkomen legitiem”, meldt het Vaticaanse persbureau Fides.
Eerder had mgr. Aguirre de militairen, die deel uitmaken van de VN-vredesmissie in de CAR (MINUSCA), als “schietgraag” bestempeld. Zodra zij zich bedreigd voelen schieten zij in het wilde weg om zich heen, zich niet bekommerend om onschuldige slachtoffers.
Ook de imam is, na onderzoek, hard in zijn oordeel: “De mensen zijn getuigen en slachtoffers van het optreden van het Marokkaanse VN-contingent in de stad. De mensen willen dat zij weggaan omdat zij hebben gefaald bij hun taak de burgerbevolking te beschermen. Deze troepen doen weinig tot niets wanneer milities burgers aanvallen. Sommigen zeggen dat de Marokkaanse militairen zelfs de oorzaak zijn van verschillende moorden omdat zij lukraak op burgers schieten waarvan zij beweren dat het militieleden zijn.”
Bangassou en omgeving zijn de laatste tijd het toneel geweest van bloedige confrontaties tussen Selekarebellen en de anti-Balaka milities, bestaande uit animisten en christenen. Het geweld van de Seleka’s lokt wraakacties uit van de anti-Balaka’s. Zodra de VN-troepen hun hielen gelicht hebben vallen deze de moslims aan. Sinds 13 mei biedt de kathedraal van Bangassou, met instemming van de aartsbissschop, onderdak aan rond 2100 doodsbange moslims. Tot nu toe hebben de milities het niet aangedurfd de kathedraal aan te vallen.
Begin augustus richtten zwaarbewapende Seleka’s een slachting aan in Gambo, een dorp op enkele tientallen kilometers van Bangassou. Circa vijftig christenen, onder wie kinderen, werden vermoord, vaak door onthoofding. Vrouwen werden voor de ogen van hun man en kinderen verkracht. De VN-troepen kwamen pas opdagen toen anti-Balaka’s de moslimrebellen hadden verdreven.
In de confrontatie met de Marokkaanse VN-troepen gebruikten de laatsten volgens bisschop Aguirre buitensporig geweld, waarbij in het wilde weg ook burgers werden neergeschoten. Na het tweede bloedbad keerden de Seleka’s terug om de volgende dag een Rode Kruisteam dat in vergadering bijeen was de keel af te snijden.
De gang van zaken ontlokte bij de bisschop de verdenking van samenspanning tussen de VN-militairen en de Seleka’s. “Terwijl zij de taak hebben burgers te beschermen en alle milities te ontwapenen.” (KN/Fides)