Paus Franciscus heeft op Tweede Kerstdag de christenvervolging wereldwijd aangeklaagd.
Sinds de steniging van de diaken Stefanus, waarover het Nieuwe Testament bericht, duurt het martelaarschap in de Kerk voort tot in het heden, aldus de paus. De katholieke Kerk herdenkt op Tweede Kerstdag aan de gewelddadige dood van Stefanus als eerste bloedgetuige van Christus.
De wereld haat de christenen “om dezelfde reden als waarom zij Christus gehaat heeft, omdat Hij het licht van God gebracht heeft en de wereld liever het duister heeft om haar boze werken te verbergen”, aldus de paus.
Op Tweede Kerstdag wil de Kerk de lijdende medechristenen nabij zijn “met onze nabijheid, ons gebed en ook onze tranen”, aldus de paus. Tegelijkertijd maande hij christenen de “mentaliteit van de heersers van deze wereld” af te wijzen.
De paus drukte ook zijn medeleven uit voor de slachtoffers van de ramp met het Russische toestel met aan boord het koor van het Rode Leger op Eerste Kerstdag. Franciscus bad om troost “voor het geliefde Russische volk en de naasten van de passagiers, de bemanning en het prestigieuze koor van het Rode Leger.”
De Russische Tupolev was zondag kort na de start in de Zwarte Zee neergestort met aan boord 92 mensen. Waarschijnlijk heeft niemand de ramp overleefd. Een aanslag wordt uitgesloten. De zestig leden van het beroemde koor zouden optreden voor de Russische troepen in Syrië.
De paus herinnerde eraan dat het koor in 2004 ook voor paus Johannes Paulus II hadden opgetreden.
Na het angelusgebed dankte de paus voor de gelukwensen die hij uit de hele wereld heeft gehad bij gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag. Omdat hij die niet allemaal afzonderlijk kan beantwoorden, wilde hij op deze manier dank zeggen. (KN/KNA)