Paus Franciscus heeft dinsdag tijdens zijn eerste publieke ontmoeting in Myanmar de nadruk gelegd op gerechtigheid en de naleving van de mensenrechten.
De paus is sinds maandag in Myanmar voor een vierdaags bezoek. Maandag had hij kort na aankomst in Rangoon een kort beleefdheidsonderhoud met de opperbevelhebber van de strijdkrachten. Dinsdagmorgen ontmoette hij regeringsleidster Aung San Suu Kyi en vertegenwoordigers uit de samenleving, politiek en Corps Diplomatique.
Hij prees de inspanningen van het land om zowel de binnenlandse als internationale verhoudingen te verbeteren. Tegen de achtergrond van de talloze gewapende politieke en etnische conflicten in het land zei de paus met zijn bezoek “de volledige bevolking van Myanmar” te willen omhelzen. Hij prees de inspanningen van “al degenen die werken aan de opbouw van een rechtvaardige, verzoende en inclusieve sociale orde”.
De “grootste schat” van het land is zijn bevolking, aldus Franciscus, “die veel geleden heeft en nog steeds lijdt door interne conflicten en vijandigheden die al veel te lang hebben geduurd en diepe verdeeldheid hebben veroorzaakt.”
“Nu het land zich heeft verplicht om vrede te herstellen is de genezing van deze wonden politiek en geestelijk een sleutelprioriteit. Ik kan alleen maar waardering uitdrukken voor de inspanningen van de regering om deze uitdaging aan te gaan.” De paus verwees daarbij naar de Panglong Vredesconferentie die “probeert verschillende groepen bijeen te brengen in een poging een einde te maken aan geweld, vertrouwen op te bouwen en respect te garanderen voor allen die hun land als het hunne beschouwen.”
Dit “moeilijke proces van vredesopbouw en nationale verzoening kan alleen voortgang vinden door gerechtigheid en respect voor mensenrechten”, aldus de paus, “en niet door het gebruik van geweld”.
“De toekomst van Myanmar moet vrede zijn, vrede gebaseerd op respect voor de waardigheid en rechten van ieder lid van de samenleving, respect voor iedere etnische groep en zijn identiteit, respect voor de rechtsorde en een democratische ordening die ieder individu en iedere groep, niemand uitgezonderd, in staat stelt zijn legitieme bijdrage aan het algemeen welzijn te leveren.”
Het was duidelijk dat de paus daarmee óók de situatie van de Rohingya bedoelde, maar net zo goed als de andere die een moeizame relatie tot elkaar of tot de overheid hebben. De paus noemde de Rohingya niet, van wie er honderdduizenden de afgelopen maanden naar Bangladesh zijn gevlucht. Volgens de VN vormt de islamitische bevolkingsgroep een van de meest vervolgde ter wereld.
In haar toespraak tot de paus verwees ‘staatsadviseur’ Aung San Suu Kyi naar de zaligsprekingen en de noodzaak van onderlinge vrede en goedheid. De zaligsprekingen noemde zij een “programma en uitdaging voor zowel politieke en religieuze leiders als voor verantwoordelijken voor economie en media”.
Zij noemde het een enorme uitdaging proberen een vreedzame en welvarende natie op te bouwen in een land dat een “lappendeken vormt van verschillende volkeren, talen en godsdiensten.”
Net als paus Franciscus wees zij erop dat het land na decennia militaire dictatuur nieuwe diplomatieke relaties aangaat waarmee een “nieuw tijdperk van betrekkingen” is aangebroken. Ook herinnerde zij aan haar eigen vorming in een franciscaans klooster in Rangoon.
Aansluitend aan zijn bezoek aan Myanmar reist de paus donderdag door naar buurland Bangladesh. (KN)