Priesters moeten bij het vergeven van zonden “ruimhartig” zijn.
Dat schrijft paus Franciscus in zijn maandag gepubliceerde brief ter afsluiting van het Heilig Jaar van Barmhartigheid.
“Zelfs in de meest gecompliceerde gevallen (…) moet men in de kracht geloven die uit de goddelijke genade ontspringt”, aldus de paus in zijn schrijven Misericordia et misera (De barmhartigheid en de erbarmelijke).
De paus maant de zielzorgers “getuigen van de vaderlijke tederheid te zijn ondanks de zware zonde” en tegelijkertijd “eenduidig de morele principes voor te leggen”. Bij hun begeleiding van de gelovigen op hun weg van bekering moeten priesters geduldig zijn. Hij roept de priesters op “vooruitziend te zijn in het onderscheiden van ieder individueel geval en ruimhartig in het uitdelen van Gods vergeving.”
Voor ieder moet het mogelijk zijn “de bevrijdende kracht van de vergeving te ervaren”. In plaats van zo’n ervaring van barmhartigheid te verhinderen moeten priesters zich inspannen “het domein van het persoonlijk geweten met de oneindige liefde van God te verlichten”. Niemand die serieus berouw heeft mag de toegang tot de liefde Gods worden ontzegd, aldus de paus.
De paus geeft met zijn brief alle priesters de volmacht om abortus te vergeven en de daaraan verbonden straf van excommunicatie op te heffen. De paus had die volmacht al op tijdelijke basis gegeven voor de duur van het Barmhartigheidsjaar.
Volgens het kerkelijk recht roept het bewerken of het meewerken aan een abortus automatische excommunicatie op. Die straf kon in de meeste landen alleen door speciaal daartoe bevoegde priesters worden opgeheven. De paus besloot tot de nieuwe maatregel “opdat de wens naar verzoening en vergeving niets in de weg staat.” (KN/KNA)