Tijdens het angelusgebed van zondag 25 juli legde paus Franciscus uit dat God veel kan doen met het weinige dat we Hem geven.

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

Het evangelie van deze zondag vertelt het beroemde verhaal over de vermenigvuldiging van de broden en de vissen waarmee Jezus ongeveer vijfduizend mensen te eten geeft die gekomen zijn om naar Hem te luisteren (vgl. Joh. 6,1-15).

Het is interessant om te zien hoe dit wonder tot stand komt: Jezus creëert die broden en vissen niet uit het niets, maar werkt met wat de leerlingen Hem aanreiken. Een van hen zegt: “Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen, maar wat betekent dat voor zo’n aantal?” (vers 9). Dat is weinig, het is niets, maar het is genoeg voor Jezus.

Menselijk gezien onlogisch

Laten we proberen ons in die jongen te verplaatsen. De leerlingen vragen aan hem om alles wat hij te eten heeft te delen. Het lijkt een stom voorstel, oneerlijk zelfs. Waarom zou je iemand, een jongen bovendien, afnemen wat hij van huis heeft meegenomen en waarop hij het volste recht heeft? Waarom zou je een iemand iets afnemen wat toch niet genoeg is om iedereen te voeden?

Menselijk gezien is het onlogisch, maar voor God niet. Juist dankzij dit kleine en daarom heldhaftige geschenk kan Jezus iedereen te eten geven. Dat is voor ons een grote les. Het zegt ons dat de Heer veel kan doen met het weinige dat we Hem geven.

De logica van het kleine

Het zou mooi zijn als we ons elke dag zouden afvragen: “Wat geef ik Jezus vandaag?”. Hij kan veel doen met een gebed, met een daad van naastenliefde, zelfs met ellende die aan zijn genade wordt toevertrouwd. Breng je kleinigheden naar Jezus en Hij doet er wonderen mee. God houdt ervan om zo te handelen: Hij doet grote dingen met die kleine dingen, met die gratis dingen.

Alle belangrijke hoofdpersonen van de Bijbel – van Abraham tot Maria tot de jongen uit het evangelie van vandaag – laten die logica van het kleine en het geschenk zien. De logica van het geschenk is heel anders dan onze logica. Wij proberen te verzamelen en dat wat we hebben te vermeerderen. Jezus vraagt echter om te schenken, om te verminderen.

Wij houden ervan toe te voegen, wij vinden toevoegingen fijn. Jezus houdt van verminderingen, van het wegnemen van iets om het aan anderen te geven. Wij willen vermenigvuldigen voor onszelf. Jezus houdt ervan als we delen met anderen.

Delen is het ware wonder

Het is interessant dat in de evangelieverhalen over de broodvermenigvuldiging nooit het werkwoord vermenigvuldigen wordt gebruikt. De gebruikte werkwoorden wijzen eerder op het tegenovergestelde: breken, geven, uitdelen (vgl. vers 11; Mt. 14,19; Mc. 6,41; Lc. 9,16). Maar het werkwoord vermenigvuldigen wordt niet gebruikt.

Het ware wonder, zegt Jezus, is niet de vermenigvuldiging die tot trots en macht leidt, maar het delen dat de liefde doet groeien en God de kans geeft wonderen te verrichten. Laten we proberen meer te delen, laten we deze weg proberen die Jezus ons leert.

Een uitnodiging van Jezus

Ook vandaag de dag lost het vermenigvuldigen van goederen zonder goed te delen de problemen niet op. Denk maar aan de tragedie van de honger die vooral de allerkleinsten raakt. Er is officieel uitgerekend dat er elke dag wereldwijd ongeveer zevenduizend kinderen onder de vijf doodgaan vanwege zaken die te maken hebben met ondervoeding, omdat ze niet genoeg hebben om van te leven.

Geconfronteerd met dit soort schandalige dingen doet Jezus ook aan ons een uitnodiging, eenzelfde soort uitnodiging die de naamloze jongen uit het evangelie, waarin we ons allemaal kunnen herkennen, waarschijnlijk ontving:

Geef het weinige dat je hebt

“Houd moed, geef het weinige dat je hebt, je talenten, je bezit, en stel die ter beschikking aan Jezus en je naasten. Wees niet bang, er zal niets verloren gaan, want als je deelt, vermenigvuldigt God. Doe afstand van die valse bescheidenheid dat je niet genoeg bent en heb vertrouwen. Geloof in de liefde, geloof in de kracht van de dienstbaarheid, geloof in de kracht van wegschenken.”

Moge de Maagd Maria, die ‘ja’ antwoordde op het ongehoorde voorstel van God, ons helpen om ons hart te openen voor de uitnodigingen van de Heer en de noden van anderen. (Vertaling Susanne Kurstjens)