Zeshonderd jongeren hebben op de eerste hernieuwde Katholieke Jongerendag definitief afgerekend met het idee dat de Kerk op sterven na dood zou zijn. “Dat er mensen nog last minute belden om kaarten, laat zien dat er een wil is.”

“Helemaal nokkievol” was de Veenendaalse locatie van de eerste Katholieke Jongerendag (KJD) in bijna tien jaar tijd, vertelt organisatielid Joris Buiting na afloop van het jongerenevenement dat op 4 november plaatsvond.

Ongeveer zeshonderd jongeren vanuit het hele land kwamen eropaf; verschillende bisdommen hadden busreizen geregeld om zo veel mogelijk gegadigden de mogelijkheid te bieden om aanwezig te zijn.

‘Supergezellig’

“Het was supergezellig, je zag veel nieuwe mensen en de sfeer zat er goed in”, vindt Buiting. “Waar ik zelf van heb genoten, waren de vrijwilligers die zich heel hard hebben ingezet. Je wordt binnengehaald met een grote glimlach, je spreekt mensen die je eerder hebt gezien en maakt ook weer nieuwe contacten. Je komt binnen en denkt meteen: wat fijn om met zo veel gelovigen op één plek te kunnen zijn.”

Het programma bestond uit verschillende workshops, lezingen – waaronder van KN-Jongcolumnist Paul Graas – een infomarkt en een optreden van de christelijke band InSalvation.

Centraal stonden bovenal de sacramenten, legt Buiting uit. Naast een eucharistieviering konden jongeren de hele dag terecht voor het sacrament van de biecht en was er ook een kapelletje ingericht voor aanbidding van het Allerheiligste. “Met z’n allen samen katholiek zijn was echt cool.”

Niet nieuw

De Katholieke Jongerendag is geen nieuw initiatief; tot 2015 werd er jaarlijks eentje georganiseerd door de Nederlandse Kerk. Teruglopende bezoekersaantallen, het ontbreken aan draagvlak en financiële redenen noodzaakten de toenmalige organisatie echter om de stekker eruit te trekken.

De nieuwe generatie organisatoren, die over het algemeen zelf te jong zijn om een ‘oude’ KJD mee te hebben gemaakt, hebben het concept dan ook in een modern jasje gestoken. De nadruk kwam daarbij te liggen op het bijeenbrengen van jonge katholieken, die tegenwoordig nog meer dan tien jaar geleden moeite moeten doen om gelovige leeftijdsgenoten te ontmoeten.

Buiting kreeg op de ontmoetingsdag in Veenendaal lucht van verschillende nieuwe impulsen op dat vlak. “Ik hoorde over meerdere initiatieven die dit jaar zijn opgezet voor jongeren: jongerengroepen, young professionalsclubjes die pas een paar maanden actief zijn, overal is wat”, zegt hij.

“Het brengt mensen in contact. Ik merk dat daardoor mensen ook enthousiaster worden in het geloof zelf. Mensen komen vanuit zoiets naar de KJD omdat ze benieuwd zijn naar meer.”

‘Meer power’

Wat de KJD ook duidelijk maakte, was dat het uiten van je geloof op verschillende manieren kan. Zo was er ruimte voor lofprijzingsmuziek. “Lofprijzing is bij katholieken niet heel bekend, maar je merkt onder jongeren dat het vaak meer power geeft. Als je dat aanbiedt, geef je een totaalplaatje: geloven hoeft niet alleen stil in de kerk zitten te betekenen. Terwijl er net zo goed twintigers zijn die het heel mooi vinden om naar gregoriaans te luisteren.”

Wie op zoek was naar een momentje rust, verwees Buiting door naar het Allerheiligste in de kapel: “Die behoefte leefde ook heel erg.”

Hoop

Hoofdcelebrant van de viering was de Bossche hulpbisschop Rob Mutsaerts, die binnen de bisschoppenconferentie de aanspreekpersoon voor jongeren is. In zijn overweging benadrukte hij dat geloven ook betekent dat je aan de bak moet. Wie stappen wil zetten om bij Jezus te horen, moet daar ook wat voor over hebben.

De Katholieke Jongerendag verwoordde daarin volgens de bisschop een boodschap van hoop: door met zoveel jongeren bij elkaar te zijn, wordt duidelijk dat je niet alleen hoeft te zijn. Je mag thuiskomen bij God, benadrukte bisschop Mutsaerts – een verwijzing naar Welkom thuis, het thema van deze KJD.

Die hoop heeft Buiting zelf ook ervaren. “Overal ontstaan weer initiatieven. Het feit dat er last minute nog mensen belden om kaarten, laat zien dat er nog steeds een wil is.”

‘Voor herhaling vatbaar’

Met zo’n zeshonderd aanwezigen zijn de verwachtingen van de organisatoren ruim overtroffen. Een volgende KJD zit er wat hen betreft dan ook zeker in. “We dachten eerst: als we er drie- of vierhonderd hebben is het ook al goed, want het gaat erom dat je mensen bij elkaar brengt”, zegt Buiting.

“Aangezien we de zeshonderd makkelijk gehaald hebben, kunnen we volgend jaar misschien nog groter inzetten. De KJD is dan ook absoluut voor herhaling vatbaar.”