Nederland kent een kleine maar bloeiende Eritrees-katholieke gemeenschap. Afgelopen zaterdag ontvingen de Eritrese katholieken hoog bezoek uit hun vaderland.
“Nederland heeft zoveel zendelingen voortgebracht. Dan is het bijzonder dat er nu geen geloof meer te vinden is”, zegt aartsbisschop Menghesteab Tesfamariam. Hij is over uit Eritrea en viert in de Amsterdamse Augustinuskerk de Eucharistie voor de Nederlandse Eritrees-katholieke gemeenschap.
“Ik heb de gelovigen daarom op het hart gedrukt zelf het geloof niet te verliezen”, zo zegt hij later. Hij is tevreden over de Mis, waarin een stel dat ging trouwen met de neus in de boter viel: zij werden getrouwd door de aartsbisschop zelf.
“Heel erg bijzonder en mooi”, zegt Yorda Mehretab. Ze staat voorafgaand aan de Mis bij de ingang van de Kerk. Ze is een nicht van de bruid, en vertelt dat ze de bisschop nog niet eerder gezien heeft. “Het is zo’n mooi cadeau voor mijn nichtje dat hij dit uitvoert.” Ze woont al sinds haar vierde in Nederland, en zegt niet goed op de hoogte te zijn van de situatie in Eritrea. “Dat weten mijn ouders beter”, lacht ze.
De voorbereidingen zijn dan nog in volle gang, terwijl de Mis al had moeten beginnen. Een jonge man hangt een welkomstposter op voor de aartsbisschop.
Musie Sium, contactpersoon van de Eritrees-katholieke gemeenschap in ons land, zegt: “Ze hadden er al lang moeten zijn.” Hij heeft het over de bruid en bruidegom. In de kerk heeft een groot deel van de mensen alvast plaatsgenomen om samen hardop te bidden.
Inmiddels hangt de welkomstposter; weliswaar een beetje scheef, maar de mannen zijn tevreden. Een van hen vertelt dat hij sinds vijf jaar in Nederland is.
Gevraagd naar de situatie in zijn thuisland zegt hij dat het in Eritrea vast gemakkelijker moet zijn voor gelovigen. “Daar zijn meer gelovigen dan hier.” Voor hemzelf is de afstand naar de kerk ook wel lastig. “Ik moet uit Moordrecht komen.” Hij is blij dat de bisschop komt.
Zo ook Shelemat en Lul Yonas, twee jonge vrouwen die zich mooi hebben aangekleed voor de trouwerij. Het is hun oom die vandaag in het huwelijk treedt, en ze zijn er helemaal voor uit Duitsland gekomen, waar zij wonen. Dat de bisschop de huwelijksmis viert, vinden ze heel bijzonder: het is de eerste keer dat ze een bisschop een huwelijksviering zien leiden.
Een man met een buggy passeert. Hij ziet er niet uit als bruiloftsgast, en wil liever geen vragen beantwoorden voor de krant. Musie Sium begrijpt het wel. Zelf wil hij best graag een en ander vertellen, en de bisschop ook, laat hij weten. “Zolang het niet over politieke issues gaat.”
Eritrea kent een dictatoriaal regime en scoort hoog in de ranglijsten christenvervolging van organisaties als Open Doors en Kerk in Nood. Ook voor een gesprek met de aartsbisschop is een van de voorwaarden dat het niet over politiek gaat.
“Het goede van katholiek zijn is dat het niet uitmaakt tot welke katholieke Kerk je behoort, je voelt je altijd thuis”
- Aartsbisschop Menghesteab Tesfamariam
“We zijn een minderheid”, bevestigt mgr. Menghesteab Tesfamariam naderhand de lastige positie van katholieken in Eritrea. De bisschop spreekt voorzichtig, met terughoudendheid en wil vooral het positieve benadrukken. “We zijn een actieve Kerk met heel veel activiteiten. Mensen gaan ook op weekdagen veel naar de kerk, en als ze dat niet doen, zijn ze er in ieder geval op zondag wel. Ze zijn er altijd om de sacramenten te ontvangen.”
Over de moeilijke positie van de Kerk heeft hij het liever niet. Gevraagd naar het waarom achter de recente sluiting van katholieke scholen en ziekenhuizen door de overheid, verwijst hij naar een verklaring van de Kerk. “Dit document wil ik je wel toemailen. Daarin kun je onze standpunten lezen.”
Aartsbisschop Menghesteab Tesfamariam is blij in Nederland te zijn. “Het regent wel veel”, zegt hij met een lach. “In mijn land is het droog.”
Hij is blij met de bloeiende Eritrese katholieke gemeenschap, die volgens Musie Sium inmiddels meer dan vijfhonderd zielen telt. “Wij zijn een oosters-katholieke Kerk en doen alles volgens een andere liturgie. Dan is het mooi dat dit wordt doorgegeven aan de volgende generatie”, vindt Menghesteab Tesfamariam.
Dat beaamt Musie Sium, die zelf geregeld een Nederlandse parochiekerk bezoekt. “De beleving is anders in de Nederlandse Kerk, de cultuur is anders. Dit soort vieringen heb je niet in de Nederlandse Kerk.”
Inmiddels komen de Eritrese katholieken gemiddeld bijna eens per maand bij elkaar, en in ieder geval met alle feestdagen.
“Het belangrijkste is dat zij hier het geloof behouden. Dat ze sterk zijn”, zegt de bisschop. Hij geeft aan dat hij of andere vertegenwoordigers van de Kerk in Eritrea die Nederland aandoen, ook altijd de lokale bisschop ontmoeten.
“De laatste keer had ik een ontmoeting met de kardinaal en bisschop Hendriks. Het goede van katholiek zijn is dat het niet uitmaakt tot welke katholieke Kerk je behoort, je voelt je altijd thuis.”
Terwijl hij praat, wordt de bisschop geregeld aangeklampt door een parochiaan die hem wil begroeten. Een vrouw pakt zijn handen en brengt ze naar haar gezicht. Zich verontschuldigend neemt hij afscheid: “Ik moet eigenlijk ook de mensen even begroeten