Na bijna tien jaar wordt de Katholieke Jongerendag nieuw leven ingeblazen. Met een nieuw concept moet de dag jonge katholieken laten zien dat ze niet alleen zijn in hun geloof. “We willen laten zien dat we er zijn.”

Op 4 november vindt in Veenendaal de Katholieke Jongerendag plaats. Jongeren tussen de zestien en dertig jaar zijn dan welkom voor een dag met onder meer een Mis, workshops, gastsprekers – waaronder KN Jong-columnist Paul Graas – en muziek. Het thema van de dag is ‘Welkom thuis’, waarmee de organisatie jongeren wil uitnodigen om van hun kerk een thuis te maken.

‘Schone lei’

Bij de wat oudere lezers gaat er misschien een belletje rinkelen bij de woorden ‘Katholieke Jongerendag’. Het concept is namelijk niet nieuw: tot 2015 organiseerde de Nederlandse Kerk er jaarlijks een. “Teruglopende bezoekersaantallen, het ontbreken aan draagvlak en financiële redenen” noodzaakten de toenmalige organisatie echter om de stekker eruit te trekken.

De nieuwe Katholieke Jongerendag (KJD) moet niet vergeleken worden met het oude concept, legt organisatielid Joris Buiting uit. Het team achter de nieuwe KJD bestaat namelijk uit jongeren die over het algemeen nooit bij de edities van voor 2015 geweest zijn, vertelt hij. “We willen er een nieuwe impuls aan geven. De jongeren die hieraan meewerken, beginnen met een schone lei.”

Weinig verbonden

Het idee ontstond uit de behoefte naar ontmoeting met katholieke leeftijdsgenoten, aldus Buiting. Als leider bij verschillende kinder- en tienerkampen ervaart hij zelf hoe katholieke jongeren over het hele land verspreid zijn en weinig verbonden zijn met elkaar: “Katholieke jongeren in Nederland ontmoeten elkaar weinig.”

Daarnaast ziet hij veel verschil per regio in het katholieke aanbod voor jongeren. “Het ene bisdom investeert veel tijd in jongeren en young professionals, het andere minder”, zegt hij. “Je hebt geen beeld van wie er nou waar zitten. We willen jongeren bij elkaar brengen en laten zien dat we er zijn, dat de Kerk leeft en niet aan het uitsterven is.”

Ontmoetingsmoment

De Katholieke Jongerendag is daarmee bedoeld als een ontmoetingsmoment. Het idee is volgens Buiting om jongeren te laten zien dat ze niet alleen zijn. “Het geloof bestaat niet alleen op zomerkampen of in het buitenland – bij de WJD zie je anderhalf miljoen katholieke jongeren bij elkaar en thuis zie je ze amper – maar dat betekent niet dat we er niet zijn.” Het feit dat er bijna duizend Nederlanders op de Wereldjongerendagen waren, is daarvan volgens hem een bewijs.

Eigenlijk is één dag in het jaar niet genoeg om ontmoeting tussen katholieke jongeren te bevorderen, beaamt Buiting. Iets structureels aanbieden lijkt hem niet haalbaar, maar wel hoopt hij dat de Katholieke Jongerendag deelnemers zal aanzetten om in hun eigen omgeving iets op te zetten. “In die zin proberen we bij te dragen aan ontmoetingen door het jaar heen.”

“Bovendien”, vervolgt hij, “organiseren we liever eenmalig iets groots, dan dat iedereen elke maand naar Veenendaal komt en er plaatselijk niets meer gebeurt.”

‘Geen ‘hasta la vista’’

De organisatie hoopt vijfhonderd bezoekers naar de KJD te krijgen. “Ik denk dat de dag een succes is als we iets neer kunnen zetten waarbij mensen vertrouwen krijgen om hun geloof te leven”, vertelt Buiting. “Dat ze zin krijgen om thuis trots te zijn op hun geloof.”

Hij gaat er daarbij van uit dat op 4 november een nieuwe traditie zal ontstaan: de insteek is namelijk dat de Katholieke Jongerendag een terugkerend fenomeen moet worden. “Geen eenmalig projectje en op 5 november ‘hasta la vista’. We willen er wel echt een jaarlijks ding van maken.”