Het Missiemuseum in Steyl krijgt een museumbeurs van zo’n 38.000 euro om onderzoek te doen naar de herkomst van vijf versierde menselijke schedels. Duitse missionarissen brachten die ruim honderd jaar geleden naar Steyl. Maar veel meer dan dat is er niet bekend.
Daar wil het Missiemuseum graag verandering in brengen. Het gaat nu onderzoeken “wie, wanneer, waar en op welke manier de schedels hier terecht zijn gekomen”, vertelt Paul Voogt, conservator van het Missiemuseum.
“Er worden de laatste tijd steeds vaker vraagtekens gezet bij koloniaal erfgoed. Ook bezoekers stellen vragen of het wel eerlijk is dat museumobjecten hier tentoon worden gesteld. Maar antwoorden hierop zijn niet eenvoudig te vinden. Toen de objecten hier ruim honderd jaar geleden kwamen, is dat nooit goed vastgelegd.”
Het museum besloot een beurs aan te vragen. Op 8 oktober werd die door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) goedgekeurd. Onder begeleiding van de Universiteit Leiden mag de conservator het aankomende jaar op onderzoek uit. Zo gaat hij de missie-archieven in het Vaticaan induiken. Ook is hij van plan om Nieuw-Guinea te bezoeken, waar de schedels vandaan komen.
Er zijn aanwijzingen dat de schedels van mensen zijn die langs de Sepikrivier in Nieuw-Guinea leefden. Daar wil Voogt in gesprek gaan met de universiteit en het nationaal museum voor een goede reconstructie. Maar even belangrijk vindt de conservator het om uit te zoeken hoe deze mensen tegen dit cultureel erfgoed aankijken.
“We gaan er niet vanuit dat de objecten geroofd zijn. We weten dat in Nieuw-Guinea hele gemeenschappen overgingen op het christendom en vervolgens afstand deden van hun ‘heidense’ voorwerpen. Het zou allemaal op vrijwillige basis gebeurd zijn, maar we weten natuurlijk ook dat er sprake was van ongelijke verhoudingen tussen de missionarissen en de inheemse volkeren.”
De schedels waren van de voorouders van de inheemse volkeren. De opgegraven schedels werden bewerkt met leem, beschilderd en er werden zelfs haren in geplant. Ze moesten op de voorouders lijken en werden vervolgens vereerd in de hoop dat de voorouders bescherming zouden geven.
De van oorsprong Duitse missionarissen van Steyl – de officiële naam van de congregatie is Societas Verbi Divini (SVD) of Gezelschap van het Goddelijke Woord) – namen al dit soort objecten mee naar huis. “Ze wilden daarmee laten zien hoe wild en onbeschaafd de mensen in die gebieden waren. Het bewees maar eens hoe belangrijk het was dat de missie er beschaving zou brengen.”
Dat idee van superioriteit is nu niet meer aan de orde. “De congregatie is heel erg met de tijd meegegaan. We moeten het zien in de context van die tijd.”
Alles bij elkaar staan er alleen al in het museum in Steyl zo’n 10.000 objecten die de missionarissen uit voornamelijk Duitse koloniën meebrachten. “We beginnen met het herkomstonderzoek van de vijf schedels. Dat alleen al is een enorme zoektocht die veel tijd en geld kost.”
Of de schedels teruggaan naar de plek van herkomst is “nog maar de vraag”, zegt Voogt. “Deze collectie is eigendom van SVD, die er honderd jaar lang goed voor heeft gezorgd. Het hangt natuurlijk ook af van hoe de mensen uit Nieuw-Guinea er tegenaan kijken. Maar uiteindelijk beslist de congregatie die de schedels nu in bezit heeft.”
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.